Dannie van Osch in de nieuwe proeffabriek. Fotografie: Jonathan Vos
Author profile picture

Start-up Vertoro maakt een circulaire en CO2-neutrale vervanger voor aardolie, namelijk olie op basis van de natuurlijk stof lignine. Dit zit bijvoorbeeld in houtsnippers en koffiedik, afval dat nu vaak rechtstreeks de verbrandingsoven in gaat. In het laboratorium werkt het proces van Vertoro al, maar er zijn grotere proeven nodig om de industrie te overtuigen. Om dergelijke opschalingen mogelijk te maken, opende deze week de Multi Purpose Pilot Plant op de Brightlands Chemelot Campus in Geleen. “Deze pilot plant moet innovaties versnellen door het gat tussen het lab en de industriële toepassing te overbruggen”, stelt Ingrid Grimbergen, communicatiemanager bij Chemelot Institute for Science & Technology (InSciTe).

De proeffabriek is in beheer van de Brightlands Chemelot Campus en Chemelot InSciTe. “We hebben vijf verschillende installaties voor diverse doeleinden”, legt Grimbergen uit. “Bovendien kunnen we relatief makkelijk kleine wijzigingen doorvoeren in de installaties zodat deze door een grote groep bedrijven en kennisinstellingen kunnen worden gebruikt.” Organisaties kunnen de proeffabriek huren voor een bepaalde periode. Zo hoeven zij zelf de apparatuur niet aan te schaffen en gaat de ontwikkeling van innovaties sneller. “Bovendien heeft de campus een brede vergunning om chemische testen uit te voeren. Dat scheelt voor start-ups ook veel regelwerk”, vertelt ze.

Vertoro is een van de eerste start-ups die er gebruik van gaat maken. “We kunnen onze olieproductie nu opschalen van 40 milliliter naar 150 liter. Zonder deze pilot plant hadden we zelf een proefinstallatie moeten bedenken en bouwen. Dat had veel tijd en geld gekost”, stelt Dannie van Osch, Chief Business Officer bij Vertoro.

Opschalen

In de proeffabriek is ruimte voor onderzoekers van kennisinstituten en bedrijven. Zij werken aan uiteenlopende onderzoeken en toepassingen rondom bio-based grondstoffen en materialen. Zo gaat Vertoro de komende maanden onderzoeken of zij op grotere schaal lignine olie kunnen maken van houtsnippers. “We zijn nu in gesprek met verschillende bedrijven die onze olie willen gaan gebruiken”, vertelt Van Osch.

In deze fase is het volgens hem belangrijk om gebruik te maken van een grotere installatie. “Potentiële klanten vragen vaak bijvoorbeeld om een grotere hoeveelheid olie om zelf mee te testen”, vertelt Van Osch. “Als we dat in het lab moeten maken, kost dat veel tijd omdat we daar alleen met kleine hoeveelheden kunnen werken. In de installatie op de campus is het maar een paar uurtjes werk.”

Toepassingen voor circulaire economie

Daarnaast gaat Vertoro verder onderzoek doen, bijvoorbeeld om de samenstelling van de olie te optimaliseren. Het bedrijf ziet veel potentie voor lignine in de circulaire economie. “We zien mogelijkheden om van lignine olie materialen, chemicaliën en brandstoffen te maken. Op alle drie die gebieden zijn we ook bezig met het doen van onderzoek en projecten met partners uit het bedrijfsleven”, vertelt Van Osch.

Naast het onderzoek van Vertoro wordt er in de proeffabriek ook onderzoek gedaan naar het recyclen en verbeteren van PET-plastic, bekend van de flessen. “De installatie verwerkt het plastic weer tot korreltjes. Daar worden de ‘slechte’ stoffen eruit gehaald en vervangen door verbeterde, circulaire stoffen. Zo wordt het plastic van betere kwaliteit”, legt Grimbergen uit.

Bekijk hier de virtuele tour door de proeffabriek.

Verdieping en verbreding van kennis

Er is nog veel meer onderzoek mogelijk in de Limburgse proeffabriek. De Chemelot gebied in Geleen heeft als doel dé circulaire chemiehub van Europa te worden. Daarom proberen zij zo veel mogelijk bedrijven en kennisinstituten bij elkaar te brengen op de campus. De locatie in Geleen is één van de vier Brightlands campussen in Limburg. “Doordat iedere locatie een eigen expertise heeft, bestaande uit chemie, agro, gezondheidszorg en smart systems, kunnen betrokken partijen zich echt verdiepen in een thema. Die specifieke kennis trekt dan weer nieuwe start-ups aan”, legt Grimbergen uit. “Daarnaast ontstaan er dwarsverbanden tussen de campussen. Zij werken samen aan projecten waardoor de verschillende kennisgebieden samenkomen.”

Lees hier meer over de Brightlands Campussen bij IO

Chemelot InSciTe speelt zowel bij de verdieping van kennis als het maken van connecties een belangrijke rol. Het kennisinstituut werd zes jaar geleden opgericht door de Technische Universiteit Eindhoven, Universiteit Maastricht, DSM en Universitair Medisch Centrum Maastricht, met steun van de provincie Limburg. Inmiddels werken de oprichters samen met meer dan dertig partners aan uiteenlopende projecten, zowel op landelijk als Europees niveau. “Dit zorgt voor een enorm netwerk dat de projecten verder ondersteunt”, vertelt Grimbergen.

De markt op

Dat netwerk en de faciliteiten die het instituut op de campus biedt, zijn volgens Grimbergen en Van Osch heel waardevol voor start-ups. Van Osch: “De lijntjes zijn heel kort. Als we een probleem hebben waar we intern niet uit komen, dan kunnen we altijd om hulp vragen. Binnen een week is er dan een brainstormsessie georganiseerd.” Iedereen heeft volgens hem uiteindelijk hetzelfde doel: een circulaire economie. “Dat is een heel belangrijk doel en start-ups kunnen daarin het verschil maken”, gaat hij verder.

Grimbergen: “Als Chemelot InSciTe zijn we betrokken geweest bij het ontstaan van zeven start-ups, waaronder Vertoro. We hopen dat in de toekomst verder uit te breiden.” Vertoro hoopt aan het einde van het jaar al weer door te groeien naar een grotere proefopstelling in Zweden. Van Osch: “Daar kunnen we de volgende stap testen. Zo proberen we over drie tot vier jaar klaar te zijn om de markt op te gaan met ons product.”