Een duurzamere voedselindustrie is hoognodig, want de vraag naar voedsel neemt met de groeiende wereldbevolking alleen maar verder toe; volgens het VN-klimaatpanel IPCC dreigt er een wereldwijd voedseltekort. Ortega: “Mensen zijn te afhankelijk van land voor de productie van voedsel. Wij gaan dat probleem oplossen – met insecten.” Om de droom te verwezenlijken emigreerden Ortega en Arias in 2020 van Costa Rica naar Geleen.
‘Sibö’ is een god uit de Talamacan-mythologie van Costa Rica. “Een held die mensen leerde welk voedsel veilig is om te eten, hoe je het moet kweken en hoe je de regels van een maatschappij kunt opstellen door natuurlijke hulpbronnen te gebruiken”, vertelt Ortega. Precies waarom ze deze naam hebben gekozen: de start-up wil de regels van de voedselindustrie herdefiniëren door te kijken naar natuurlijke hulpbronnen die er in overvloed zijn.
Insecten: voordelig stukje ‘vlees’
Het begon allemaal met een publicatie van Wageningen University en Research (WUR) waarin werd geconcludeerd dat insecten de betrouwbaarste oplossing vormen voor een duurzame en toereikende voedselketen. Zo is de voedingswaarde vergelijkbaar met die van gewoon vlees, terwijl voor de productie ervan veel minder voer nodig is. Ook is de uitstoot van broeikasgassen bij insecten wel honderd keer lager dan bij varkens of koeien. Bovendien vermenigvuldigen insecten zich snel en is massaproductie dus geen bezwaar.
Het land van insecten
Ortega en Arias woonden destijds nog in Costa Rica wat, naast het land van koffie, óók het land van insecten is. Ze begonnen samen met de WUR met het kweken van insecten bij Costa Ricaanse boeren. Uiteindelijk verhuisde Sibö vorige zomer naar de Brightlands Chemelot Campus in Limburg om de technologie verder te ontwikkelen.
Dit betekent niet dat ze gestopt zijn met het kweken van insecten in Costa Rica, maar het agrarische gedeelte (CRIC) is wel helemaal losgekoppeld van het technische onderdeel (Entowise). Ortega: “We willen het landbouwprogramma niet stoppen, omdat we nu in Nederland wonen, maar juist uitbreiden naar andere ontwikkelingslanden. We betalen boeren een eerlijke prijs en faciliteren onze eigen duurzame en sociaal-ethische verantwoorde toeleveringsketen.”
Isoleren van proteïne, vetten en cytosine
Een meelworm op je bord is leuk en spannend, maar dat is niet waar Sibö op mikt. “Met name het gebruik van insecten in poedervorm is interessant. Dan kun je het namelijk op allerlei manieren toepassen, in brood, pasta en proteïnerepen, bijvoorbeeld”, legt Ortega uit.
Krekelpoeder is al zo’n tien jaar op de markt, maar is geen hightech product. Sibö werkt op de Chemelot Campus aan een technologie (en de daarbij horende licenties) die drie voedingstoffen kan extraheren uit insectenpoeder: proteïne, vetten en cytosine.
Een lastig proces, want alle materialen isoleren namelijk onder verschillende omstandigheden (zo lost proteïne op in water, vetten in olie, en cytosine is in principe niet oplosbaar). Ortega: “Dan komt het erop neer dat je, wanneer je één proces toepast, de overige twee materialen verliest. We hebben het ook geprobeerd met verschillende chemicaliën en via een fysiek proces, waarbij we met een drukpers de materialen van elkaar wilden scheiden. Dat werkte ook niet.”
Chemisch perspectief
Inmiddels heeft Sibö bij het oplossen van dit vraagstuk zijn voedselperspectief verruilt voor een chemische kijk op de zaak. In samenwerking de kennis, technologie en expertise van Brightlands ontwikkelde Sibö met het gebruik van groene chemie een technologie (Entowise™) die het mogelijk maakt om alle voedingsstoffen van insecten – vetten, proteïnes en vezels – van elkaar te scheiden. Zonder schadelijke stoffen en op een duurzame manier.
De technologie maakt het bijvoorbeeld mogelijk om op deze manier vitamine B12 te verkopen, wat nu alleen op synthetische- of dierlijke basis te verkrijgen is.
Ik vertrek
Over vijf jaar hoopt Ortega dat er in de wereldwijde voedselketen steeds meer dierlijke proteïnen en vetten worden vervangen door nieuwe eiwitbronnen. “Dan werken we samen met de grootste bedrijven uit de voedselindustrie. Nestlé heeft al interesse getoond en volgt onze ontwikkelingen op de voet. Ook hoop ik dat we over vijf jaar ook op de Aziatische markt producten verkopen.”
Het grootste obstakel richting die doelen, is de Europese wet- en regelgeving. Onderzoek naar het gebruik van insecten voor menselijke consumptie staat nog in de kinderschoenen, zegt Ortega. “Wij weten van ruim tweeduizend insectensoorten dat ze eetbaar zijn, maar op dit moment is alleen het gebruik van larven van de meeltor toegestaan in poedervorm. De vraag is of de Europese Unie snel genoeg meebeweegt.”
Beide oprichters lieten hun leven in Costa Rica achter om in Nederland aan hun bedrijf te werken. “Er hangt veel vanaf”, vertelt Ortega. “Als het niet lukt om van Sibö een succes te maken, moeten we terug. Dat speelt altijd op de achtergrond. Maar, het maakt ons ook nog gemotiveerder dan we al waren om er een succes van te maken.”
Ook de Deense start-up Organic Plant Proteïn werkt aan een duurzamere voedselketen. Meer daarover lees je hier.