©Project Cece
Author profile picture

Innovation Origins gaat de diepte in. Naast de gebruikelijke nieuwsberichten over innovatie en technologie, spitten onze journalisten een week lang belangrijke thema’s nader uit. Ons eerste dossier gaat over start-ups die door vrouwen zijn opgericht.  Lees hier alle verhalen.

[et_pb_section fb_built=”1″ admin_label=”section” _builder_version=”3.22″][et_pb_row admin_label=”row” _builder_version=”3.25″ background_size=”initial” background_position=”top_left” background_repeat=”repeat”][et_pb_column type=”4_4″ _builder_version=”4.2.2″][et_pb_toggle title=”Meer over dit Dossier” open_toggle_text_color=”#FFFFFF” open_toggle_background_color=”#c5a769″ closed_toggle_background_color=”#c5a769″ icon_color=”#FFFFFF” _builder_version=”4.2.2″ title_text_color=”#FFFFFF” hover_enabled=”0″]

Dit dossier over vrouwelijke start-ups is gemaakt door Erzsó Alföldy en aangevuld met artikelen van andere auteurs van Innovation Origins. Erzsó legt uit waarom ze dit dossier geschreven heeft: 

Het is nog niet zo lang geleden dat Nederlandse vrouwen moesten stoppen met werken als ze eenmaal getrouwd waren en kinderen kregen. Terwijl mijn eigen, alleenstaande moeder destijds in mijn geboorteland en toen nog communistisch Hongarije fulltime en zelfs zes dagen in de week moest werken. Dat ze ook nog eens in een technisch beroep werkte, zou je vanuit emancipatorisch standpunt helemaal toejuichen. Toch vond mijn moeder dat zelf helemaal niet zo fijn, net zo min als veel Nederlandse vrouwen die noodgedwongen thuis zaten te verpieteren zonder hun talenten te kunnen ontplooien en zonder uitzicht op economische zelfstandigheid.

Het gaat er uiteindelijk om dat je een keuze hebt. En dat de randvoorwaarden aanwezig zijn om zo’n weloverwogen keuze te maken. Wat verder gaat – hoe belangrijk ook – dan gelijke lonen alleen. Het gaat om gelijke kansen voor mannen én voor vrouwen. En dan gaat het niet alleen om benoemingen maar ook om de onderliggende structuren. Waarom dit belangrijk is? Behalve voor de vrouwen zelf en het economische belang van het niet onbenut laten van vrouwelijk talent is ook bewezen dat meer diversiteit organisaties te goede komt.

Ik ben gefascineerd door vrouwen die werkzaam zijn in zo’n van oudsher door mannen gedomineerde werkomgeving: hoe hebben ze dat gedaan, hoe hebben ze zich er staande weten te houden? Zo heb ik eerder voor Opzij een reeks portretten gemaakt van vrouwelijke wetenschappers in het kader van het Westerdijkjaar naar aanleiding van de benoeming van de allereerste vrouwelijke hoogleraar honderd jaar ervoor. Ook heb ik de afgelopen twee jaar voor Intermediair vrouwen geïnterviewd werkzaam in beroepen die voorheen alleen mannen waren weggelegd: van voetbalinternational, boswachter, helicopterpilote bij de Luchtmacht en kapitein op de binnenvaart tot en met cardioloog, politiechef, ambassadeur en Eerste Kamerlid. Hoewel er zeker de laatste jaren in veel beroepsgroepen een kentering begint plaats te vinden en zijn voor de jongere generatie dingen al veel meer vanzelfsprekend dan voor de generatie ervoor, neem ik mijn petje af voor de moed en doorzettingsvermogen van al deze vrouwen.

Ondernemerschap: ook zo’n professie die nog steeds veelal met mannen wordt geassocieerd. Terwijl vrouwen geen betere maar ook zeker geen slechtere ondernemers zijn dan mannen, zo blijkt uit zowel onderzoek als de praktijk. Toch wordt het gros aan durfkapitaal nog steeds geïnvesteerd in start-ups gerund door mannen. Hoe komt dit? Welke onderliggende mechanismes spelen daarbij een rol? En vooral: wat moet er gebeuren om daar verandering in te brengen, om de gender investeringsgap te dichten? Tenslotte: wat zijn de ervaringen van de vrouwelijke ondernemers zelf?

Voor Innovation Origins maakte ik een rondgang langs verschillende initiatieven om durfkapitaal te koppelen aan vrouwelijk ondernemerstalent. Tevens sprak ik de oprichters van een handjevol vrouwelijke start-ups met een mooi en divers aanbod aan producten en services: van energieleverende gevelpanelen en een zoekmachine voor duurzame kledingmerken tot en met een platform voor het vinden van de juiste artiest en eentje dat kennis en netwerken aanbiedt aan andere vrouwelijke ondernemers.Een boeiende ervaring die vraagt om een vervolg!

[/et_pb_toggle][/et_pb_column][/et_pb_row][/et_pb_section]

Consumenten maken steeds vaker een bewuste keuze voor verantwoorde kleding. Fair trade, of gemaakt met aandacht voor het milieu. Ook Marcella Wijngaarden (26), Melissa Wijngaarden (24) en Noor Veenhoven (26), destijds student Natuur & Sterrenkunde en Economie & Bedrijfskunde aan de UvA, wilden op enig moment alleen nog maar zulke verantwoorde kleding in hun klerenkast hebben hangen. Maar in de praktijk bleek het nog een hele klus om zulke kleren te vinden en te achterhalen welke kledingmerken nu echt op een duurzame manier worden geproduceerd. Ziedaar de geboorte van Project Cece: een online verzamelplatform voor eerlijke en duurzame mode. Project Cece – de twee C’s staan voor Conscious Clothing – koppelt het volledige aanbod van duurzame webwinkels, van klein tot groot, aan elkaar.

Opgericht in 2016 en aanvankelijk gefinancierd uit eigen middelen, heeft de start-up na lovende recensies in de media een snelle vlucht genomen. Na Duitsland is onlangs ook een website gelanceerd voor Groot- Brittannië. Dat kon dankzij groeikapitaal van studentenfonds ASIF.

,,We zijn nu bezig met een nieuwe investeringsronde, bedoeld voor verdere groei binnen Europa,” laat CTO Marcella Wijngaarden over de telefoon weten vanuit de Verenigde Staten. Behalve CTO van Project Cece en als zodanig verantwoordelijk voor de technologie en ontwikkeling van het bedrijf, is Wijngaarden namelijk promovenda aan de faculteit Mathematical Sciences aan de Universiteit van Southampton. En verblijft ze momenteel in New York voor haar promotieonderzoek naar zwaartekrachtsgolven en neutronensterren.

Hoe zijn jullie op het idee gekomen om een online verzamelplatvorm voor duurzame kleding te beginnen?

,,Wij wilden op een gegeven moment alleen nog verantwoorde kleding dragen, maar het vinden van zulke duurzame kleding bleek nog een hele krachttoer. Was ik bijvoorbeeld op zoek naar een zwarte broek, dan was ik uren bezig om langs allerlei websites te surfen. Om uiteindelijk toch weer uit te komen bij de H&M of Zalando. Waar alles makkelijk te vinden is, keurig geordend dankzij allerlei filters. Ik dacht: dat moet voor duurzame kleding toch ook veel simpeler kunnen?

Ik was toen in het kader van mijn bachelor-opleiding bezig met een minor programmeren. Één van de dingen wij leerden was werken met webscrapers. Dat zijn codes waarmee je verschillende websites kunt afscrollen, om vervolgens de data die je daar vanaf haalt weer te kunnen gebruiken. Het idee voor Project Cece is dus voornamelijk ontstaan uit luiheid. Wij wilden het voor mensen makkelijk maken om duurzame mode te kopen. Daarom hebben we een zoekmachine gebouwd waarmee je in één opslag kan overzien wat er aan duurzame en eerlijke kleding te koop is en op welke manier het duurzaam is. Wij hebben tools ontwikkeld waarmee je het aanbod van allerlei kleine webshops kunt inladen, waardoor je nu alles kunt vinden op één platform. Het zoeken naar eerlijke en duurzame kleding voor de consument is zo gemakkelijker én inzichtelijker.

Voor welke probleem bieden jullie een oplossing?

,,Duurzame mode is voor consumenten moeilijker te vinden dan fast fashion. Een misverstand is dat duurdere merken ook wel duurzaam zullen zijn. Duur staat namelijk niet gelijk aan duurzaam! Andersom weet je dat, wanneer je een T-shirt van een paar euro koopt, dat dat nooit duurzaam geproduceerd kan zijn. Er is ondertussen een heel arsenaal aan eerlijke, ofwel duurzame kleding. Maar het aanbod is lastiger te vinden, omdat de informatie verspreid is over veel kleine webshops. Op onze website maken wij inzichtelijk op welke manier een merk duurzaam is en of het keurmerken heeft, zoals de Global Organic Textile Standard en Fair Trade International.

Duurzaamheid is echter ook een containerbegrip geworden dat voor iedereen voor iets anders staat. Wij hebben daarom op onze site ook filters ingebouwd waarmee je als bezoeker kunt selecteren op verschillende duurzaamheidsaspecten:

  1. eerlijke handel,
  2. milieuvriendelijk,
  3. veganistisch,
  4. lokaal geproduceerd en
  5. steunt de lokale bevolking.

Is er bij de productie van die kleding bijvoorbeeld geen kinderarbeid aan te pas gekomen, krijgen de fabrieksarbeiders in die lage loonlanden wel eerlijk betaald? Hoe zit het met de CO2-uitstoot van het bedrijf, wat voor grondstoffen gebruiken zij? Is het product lokaal gemaakt, in dit geval binnen Europa? Steeds meer consumenten willen tegenwoordig alleen nog veganistische producten kopen. Schoenen bijvoorbeeld die niet gemaakt zijn van leer. Maar we kijken ook naar wat een bedrijf doet binnen de omgeving waar het staat. Ondersteunen ze bijvoorbeeld ook de familie van hun arbeiders, bieden zij scholing aan, investeren zij in lokale projecten? Al deze dingen kun je op onze website in één oogopslag vinden.”

Op welke manier onderscheidt jullie product zich van de concurrentie?

,,Echte concurrentie hebben wij niet, aangezien wij zo’n beetje de enige zijn die deze service biedt voor duurzame kleding. Er zijn weliswaar andere kleding-zoekmachines, zoals FashionChick en Kleding.nl. Die richten zich echter voornamelijk op ‘fast fashion’ . Bovendien werken andere zoekmachines vaak samen affiliate netwerken: dure bedrijven die als tussenpartij functioneren tussen de webwinkel en de verzamelwebsite. Deze bedrijven zorgen voor de product data-feeds en dat er commissie verdiend wordt op aankopen die via het verzamelplatform verlopen. Het is alleen vrij duur om je bij zo’n partij aan te sluiten. Omdat wij dit allemaal zelf doen, kunnen alle bestaande webwinkels met duurzame merken zich aansluiten zonder hoge kosten; ook de kleinere. Daarin zijn wij uniek.

Welke momenten waren het moeilijkst?

,,Het klinkt als een luxe probleem, maar eigenlijk kwam het succes voor ons achteraf misschien iets te snel. De run op de site na een lovende recensie in de Volkskrant overviel ons nogal. We konden al die bezoekers aanvankelijk niet kwijt. Het was een kwestie van gaandeweg leren. De infrastructuur hebben wij ondertussen gefikst. Daarnaast moesten wij opeens aan de slag met marketing en promotie van het bedrijf. Je hebt een website gelanceerd, maar hoe zorg je dat mensen weten van je website? We hebben op dat vlak enorm veel moeten leren. Maar daar zijn Noor en Melissa ondertussen ook heel voortvarend mee bezig.”

Heb je wel eens het gevoel gehad dat je anders werd benaderd omdat je een vrouw bent?

,,Omdat Noor en ik Natuur- en Sterrenkunde studeerden en mijn zus Melissa Economie, waren we het wel gewend om als vrouw zwaar in de minderheid te zijn. We hebben wel bijvoorbeeld een keer een gesprek gehad met een potentiële investeerder in één van onze projecten waarin dat gebeurde. Hoewel Melissa, Noor en ik die man allerlei vragen stelden, bleef hij zich maar richten tegen ons mannelijk teamlid dat ook bij het gesprek aanwezig was. Ook maakte hij allerlei vrouwonvriendelijke grappen. Al denk ik dat hij zich daar niet eens bewust van was.

Die samenwerking is uiteindelijk op niets uitgedraaid. Maar het was ook niet iemand met wie wij in zee hadden gewild. Wat ik ook vaak meemaak: mails waarin ik voor een man word aangezien. Daarin word ik telkens aangesproken met ‘Beste Marcel’, ondanks dat ik mijn mails onderteken met mijn volle naam: Marcella. Alsof het er niet bij ze in wil dat je ook als vrouw verstand van techniek kunt hebben.

Wat is jullie grootste prestatie?

Wij waren alle drie outsiders in de kledingindustrie en tech, maar hebben toch maar een succesvol groeiend bedrijf in die branche opgezet! Ik ben sowieso trots op de lancering van de website. Dat vond ik echt doodeng. Een project is namelijk nooit helemaal af. Er kunnen altijd dingen beter. Het was superfijn dat ik Melissa en Noor om me heen had die zeiden: we gaan het gewoon doen! Dat is namelijk ook de valkuil van  veel studentenstart-ups: dat ze veel te perfectionistisch zijn. Het is belangrijk dat iemand anders tegen je kan zeggen: het is prima zoals het is.

Wat zijn de plannen voor komend jaar?

Wij zijn dus bezig met een deal voor een ton, waarmee we onze groei op de Europese markt willen financieren. We hebben Duitsland en Groot-Brittannië inmiddels gecoverd, maar zien nog volop groeimogelijkheden. Daarnaast willen wij onze Fair Fashion Giftcard die wij het afgelopen jaar hebben gelanceerd, verder laten groeien. Dat is een cadeaubon voor duurzame mode, die wij ook graag aan bedrijven willen koppelen. Zodat ze die bijvoorbeeld kunnen inzetten als relatiegeschenk.

Wat willen jullie de komende 5 jaar bereiken?

Wij willen ons blijven ontwikkelen. Wij willen uit de niche waarin wij nu nog zitten. Met als uiteindelijk doel om hét duurzame alternatief voor Zalando te worden.”