About Umincorp Polymers BV
- Founders: Jaap van de Hoek en Jelle Sernee
- Founded in: januari 2022
- Employees: 30+
- Money raised: -
- Ultimate goal: zoveel mogelijk huishoudelijk plastic afval recyclen en circulair maken
De toenemende hoeveelheid plastic die geproduceerd wordt, is een groot probleem voor onze planeet. Volgens de Plastic Soup Foundation belandt ongeveer drie procent van al het jaarlijks geproduceerde plastic, in de natuur. En dat is nogal wat. Waar er in 1950 twee miljoen ton plastic per jaar geproduceerd werd, was dat in 2019 al 368 miljoen ton. Naar verwachting is dat aantal in 2025 zelfs bijna verdubbeld naar 600 miljoen ton.
Recyclebedrijf Umincorp probeert dat groeiende aantal al meer dan tien jaar terug te dringen. Afgelopen januari ontstond een dochterbedrijf in Rotterdam om de missie te versterken: Umincorp Polymers. Met een vernieuwende techniek won het bedrijf een innovatieprijs voor zijn gerecyclede fruitbakjes. Daar hielden ze Albert Heijn als eerste klant aan over. Zowel de jury als het publiek van de Stichting Afvalfonds Verpakkingen Awards 2022 vonden de werkwijze van Umincorp Polymers het meest veelbelovend binnen de verpakkingsindustrie. In deze aflevering van Start-up of the day vertelt operationeel directeur Arjen Wittekoek over de nieuwe werkwijze.
Hoe gaan jullie te werk binnen beide bedrijven?
“Van afvalsorteringsbedrijven ontvangen wij plastic huisafval. Eenmaal bij ons aangekomen gaan we het plastic eerst verkleinen tot snippers van ongeveer 1,5 bij 1,5 centimeter. We reinigen het helemaal: met koude temperaturen, met warme temperaturen en met speciale processen zodat bijvoorbeeld lijmresten worden verwijderd. Het overblijfsel gooien we in onze machine en vervolgens worden de verschillende materialen plastic uit elkaar getrokken en onderverdeeld in vier soorten, ongeacht de verschillende kleuren. Dit doen we omdat één plastic product uit verschillende soorten plastic kan bestaan. Zo is de shampoofles vaak van een ander materiaal gemaakt dan de dop van de fles. Op deze manier kunnen we 85 procent van het plastic recyclen.”
Wat doen jullie anders ten opzichte van moederbedrijf Umincorp?
“In de basis doen we nu nog grotendeels hetzelfde als Umincorp, maar we zijn ons aan het klaarmaken voor een vervolgstap binnen het recyclingsproces. Bij Umincorp wordt het plastic huisafval vermalen tot grove snippers en daar stopt het dan. De snippers worden geleverd aan verpakkingsproducenten en zij maken er vervolgens nieuwe producten van. Wij gaan nog een stapje verder: we hebben een proces ontwikkeld om van de snippers een grondstof te maken die bijna net zo goed is als een ongebruikt stuk plastic. Hiermee nemen we een deel van het werk van de verpakkingsproducenten op ons.”
“Tijdens dit proces richten we ons op het hergebruik van PET-plastic. Je hebt die naam vast wel eens op een frisdrankfles zien staan, want veel flessen zijn daarvan gemaakt. Het is een van de meest gebruikte verpakkingsmaterialen binnen de voedingsindustrie. PET-drankflessen worden al jaren gerecycled, maar voor de rest van het PET-plastic is dit nog helemaal nieuw. Daar zagen wij dus een gat in de markt. We werken nu met zo’n 30 medewerkers. Volgende maand, wanneer we de productie wat gaan opschalen, zullen dat er tussen de 40 en 50 zijn.”
Welk probleem proberen jullie op te lossen?
“Wij willen de wereld een beetje beter maken door klimaatverandering tegen te gaan. De CO2-uitstoot is wel 75 procent lager bij gerecycled plastic dan bij plastic dat verbrand wordt. Plastic dat niet gerecycled wordt, wordt verbrand of belandt in de natuur. Van het plastic dat wereldwijd wordt geproduceerd, wordt maar ongeveer 5 procent gerecycled. Er is voor ons dus nog veel terrein te winnen. We zien onszelf als de Tesla van de verpakkingsindustrie: waar zij duurzaam rijden versnellen, zijn wij de versneller van de circulaire economie.”
Wat zijn jullie uitdagingen?
“Omdat onze werkwijze zo nieuw is, kan het lastig zijn om ervaren personeel te vinden. We moeten de mensen in feite helemaal zelf trainen. Ook is het sorteringsproces nog best lastig. Als er geen goede voorsortering is gedaan, verstoort dat het proces. We vinden wel eens T-shirts, schoenen of voetballen tussen het plastic.
“We zijn heel blij en trots dat we Albert Heijn als eerste klant voor ons hebben gewonnen, maar het heeft wel twee jaar geduurd voordat ze overtuigd waren van onze werkwijze. Sommige grote bedrijven zijn bang voor imagoschade door met ons in zee te gaan: ze willen niet gezien worden als een bedrijf dat ‘vies’ of ‘tweedehands’ verpakkingsmateriaal verkoopt. Als je heel goed kijkt, zie je namelijk een licht kleurverschil in het gerecyclede plastic. Dat is geen viezigheid, maar Albert Heijn vroeg zich af of klanten dat zouden denken.”
Hoe raakte Albert Heijn toch overtuigd?
“We hebben de plastic fruitbakjes voor ze gemaakt als testproduct. Deze hebben ze in de winkels gezet zonder dit te communiceren naar klanten om te kijken hoe er gereageerd werd op de verandering. Er kwamen helemaal geen klachten en het bleek klanten niet eens op te vallen. Dat is niet gek, want het kleurverschil is zo klein dat alleen wij dat zien. 40 procent van de bakjes bestaat uit gerecycled plastic: dat is een grote vooruitgang, van 0 naar 40 procent. We hopen dit percentage in de toekomst te verhogen, maar op dit moment is dat nog lastig.”
Wat maakt het lastig om dat percentage te verhogen?
“Er komt mogelijk een nieuwe wet die onze doelen in de weg kan zitten. Daarin speelt voedselveiligheid een grote rol. Kort gezegd zou de wet kunnen bepalen dat gerecycled plastic nooit meer gebruikt mag worden voor voedselproducten. Wij vinden dat onzin: we hebben ontzettend veel testen gedaan en de materialen zijn echt schoon. Er wordt vergeten dat plastic gemaakt is van aardolie: alsof dat zo’n prettig spul is. Met die 40 procent voldoen we aan die mogelijke wetswijziging. Het fruit ligt in de bakjes tegen het nieuwe plastic aan: de overige 60 procent dus. Zo komt het niet in aanraking met het gerecyclede deel.”
Wat betekent jullie ontwikkeling voor de toekomst van de verpakkingsindustrie?
“Wij zijn het eerste recyclebedrijf in de Benelux dat zo’n hoog percentage PET-plastic kan herproduceren. Albert Heijn wil dan ook dat we meer verpakkingsproducten dan alleen de fruitbakjes voor ze gaan maken. We kunnen op dit moment nog niet aan die vraag voldoen omdat de fabriek er nog niet is. We hopen medio volgend jaar de fabriek te openen en in grote mate te produceren. We willen ons voornamelijk op de voedingsmiddelensector richten, maar zijn ook in gesprek met cosmeticaproducenten en een grote retailer van plastic bewaarbakken. We hebben vertrouwen in de toekomst.”