Een hogere verkeersveiligheid, betere doorstroming en een groenere omgeving: dat is wat gebruikers en omwonenden van de Ring rond Eindhoven graag met behulp van slimme oplossingen geregeld zouden zien.
Als onderdeel van het stappenplan om de stad te voorzien van Slim Licht (niet alleen betere verlichting, maar tegelijk aanvullende digitale functionaliteiten rond mobiliteit en leefbaarheid), zijn de initiatiefnemers van Jouw Licht Op 040 bij de Ring aangeland. Stijn Verkuilen, Rianne Valkenburg en Elke den Ouden presenteerden donderdag in het kantoor van mede-organisator Heijmans de stand van zaken.
Het proces voor de ring heeft vier fasen, zo legt Valkenburg uit. Fase 1, vervanging van de lampen en aanleg van een nieuw lichtgrid, is al in volle gang. Fase 2, met nadruk op de inventarisatie van de wensen en behoeften van aanwonenden en andere gebruikers, is net afgerond. Het is binnenkort tijd om Fase 3, het bedenken van concrete oplossingen, een duw te geven, om uiteindelijk, in fase 4, de realisatie van de meest wenselijke (en haalbare) oplossingen ter hand te nemen.
Valkenburg benadrukt de rol van de gebruikers in het hele traject. Tijdens de inventarisatie konden uit die hoek 143 behoeften en 79 kansen worden opgetekend. Daaruit zijn vervolgens weer clusters gemaakt, die op hun beurt konden worden voorgelegd aan een controlegroep. “Het zijn tot nu toe niet de meest wereldschokkende ideeën”, zegt ze. Maar dat kan in het vervolg allemaal nog komen.
Valkenburg licht een aantal details uit de resultaten. “Als het gaat om verkeersveiligheid vallen de reacties van fietsers vooral op. We kregen vaak de opmerking dat het wel lijkt alsof de fietsers helemaal vergeten zijn op de Ring. Ze moeten gebruik maken van de ventwegen, maar daar zijn ook altijd auto’s aanwezig. Ze voelen zich daar letterlijk niet gezien en balen ook nog eens van alle uitlaatgassen. Wat ze vooral willen is een veilige fietsboulevard. Het zou goede weg moeten zijn maar zo wordt die niet gevoeld. Om die reden gaan ze nu veel liever binnendoor naar hun bestemming.” De oplossingen die werden aangedragen hebben vooral te maken met betere belijning, logischere patronen op de weg en op de gevaarlijke plekken waarschuwing voor automobilisten met bijvoorbeeld lichtgevende kattenogen.
Datzelfde zou ook de automobilisten kunnen helpen op de vele gevaarlijke gelijkvloerse kruisingen die de Ring rijk is. “Waar alle verkeersdeelnemers om vragen is een soepele overgang op de kruispunten. De Ring is soms letterlijk een belemmering om over te steken. We hoorden van mensen dat ze er narukkelijk voor kiezen om bijvoorbeeld boodschappen ‘aan mijn kant van de Ring’ te doen. Voor hun is de Ring dus een barrière. Anderen vinden het juist ‘lekker druk en levendig’.” In alle gevallen worden slimmere verkeerslichten als een oplossing gezien. Valkenburg: “Denk aan verkeerslichten die voorrang geven aan een grote groep fietsers. Of waarbij je advies krijgt om iets langzamer of sneller te gaan rijden om het groene licht te halen.”
Wat volgens de ondervraagden ook zou kunnen helpen voor de doorstroming is minder verschil in maximum snelheden. “Nu is het zo dat op sommige stukken 70 mag worden gereden en op andere stukken 50. Dat verschil wordt als onhandig gezien. Er waren trouwens ook behoorlijk wat mensen die 30 hard genoeg zouden vinden voor de hele Ring.
Dat laatste zou ook passen in de vele wensen rondom een groenere ring. Valkenburg: “Vooral omwonenden laten weten dat het gewoon vies is door al het verkeer op de ring. De lucht is smerig, het is niet fijn om aan zo’n weg te wonen, zeggen ze. Wat die mensen merken is dat er wel veel aandacht is voor de Ring als verkeersader maar niet als woonomgeving. De bewoners voelen zich op dat vlak genegeerd en vragen nadrukkelijk om een groener geheel. Zowel met bomen en planten als via projecties of andere manieren om de uitstraling te beïnvloeden.”
Nu de ideeën en behoeften van de gebruikers op een rijtje staan, is het tijd om er concrete plannen van te maken. Dat gaat de komende tijd gebeuren in diverse sessies in samenspraak met bedrijven, maar ook met studenten die actief zijn in Innovation Space.