Met de komst van Siemens Industry Software kan Brainport Industries Campus opnieuw een belangrijke speler uit het internationale high tech ecosysteem verwelkomen. Siemens wil met de keuze voor BIC dichter bij andere innovatieve startups en bedrijven zitten. Ook ziet Siemens voordelen in de koppeling aan het onderwijs: Summa College wordt op de campus de directe buurman. Lees hier meer over de overeenkomst. Als toelichting op de plannen vandaag een dubbel-interview met Bas Kuper, managing director Benelux bij Siemens Industry Software, en Niels Dusee, verantwoordelijk voor vastgoed bij Brainport Industries Campus.
Lees hier meer over Brainport Industries Campus
Het van oorsprong Duitse bedrijf krijgt op de BIC werkplekken voor 150 medewerkers en daarnaast trainings- en ontmoetingsruimten. Tevens wordt het onderdeel van het groeiende interne ecosysteem van Brainport Industries Campus. Dat betekent dat Siemens gebruik kan maken van de gedeelde paviljoens, het logistieke systeem en de gezamenlijke events. De verhuizing is gepland voor dit najaar.
Brainport Industries Campus wil daarbij de partij zijn die zorgt voor de situaties waarbinnen innovatie kan ontstaan. “Bijvoorbeeld in onze fieldlabs”, zegt Dusee. “Dat is natuurlijk op zichzelf geen nieuw fenomeen, maar wat wij hebben gedaan, mede dankzij de steun van de provincie, is er een plek voor bouwen, zodat die innovatie kan samenkomen met de maakmarkt. We zien daarvan nu al de positieve gevolgen voor alle deelnemers. Dat was nooit gelukt als je zo’n organisatie geen eigen plek had kunnen geven.”
Siemens als top-10 software producent wereldwijd
Kuper benadrukt dat innovatie en digitalisering voor Siemens meer zijn dan een zakelijk concept. “Dit is waar we in geloven en waar we goed in zijn. Daar kan onze omgeving van meeprofiteren.” Hij geeft aan dat de keuze goed past binnen de strategie die Siemens momenteel ontwikkelt voor de langere termijn. “De softwarekant is bij ons nooit zo op de voorgrond getreden. Eigenlijk raar, want wij zijn een top-10 software-producent wereldwijd maar te weinig organisaties associëren ons daarmee. Daar moeten we dus veel meer mee naar buiten treden. Juist hier zit de potentie voor de komende jaren.”
Dat heeft volgens Kuper alles te maken met de toenemende wens om de fysieke en digitale wereld met elkaar te verbinden. ”Bedrijven binnen de maakindustrie zetten digitalisering gelukkig steeds vaker op de agenda, maar de end-to-end-benadering, waarbij alle facetten van het proces onder de loep worden genomen, is nog zeldzaam. Wij willen juist inzetten op oplossingen die van het volledige productieproces, van de ideeënfase tot aan product performance, een digitale representatie bieden. Dit noemen we de holistic digital twin. Maar de impact en mogelijkheden hiervan zijn het meest duidelijk wanneer toegepast in een concrete, reële setting. En juist de mogelijkheid die BIC biedt om dit te realiseren maakt het zo interessant.”
Dusee beaamt dat maar al te graag: “Wij faciliteren dat door de manier manier waarop wij BIC neerzetten. Wij zitten zelf natuurlijk niet in de business van high tech innovatie, maar wij zorgen wel voor het vastgoed en het ecosysteem dat daarvoor nodig is. Goed voorbeeld daarvan is de opening van de Dutch Technology Week: ons is specifiek gevraagd of dat op BIC kon. De reden is dat wij een Atrium hebben waar we 750 gasten op een goede manier in kunnen herbergen. Wij pakken dan die faciliterende rol in het samenbrengen van mensen op de campus.”
Solar Team Eindhoven
Dusee wijst op nog een opvallende nieuwe speler in de BIC-omgeving: Solar Team Eindhoven. “Ze zitten nu hier en kijken dan een keer bij Summa binnen en dan zien ze hey, die apparaten hebben wij niet, dat zou heel nuttig zijn voor ons. En Summa biedt vervolgens aan om een onderdeel dat ze in oplage 1 nodig hebben ter plekke te produceren, zodat ze niet elders hoeven te gaan kijken. Zo helpen onze bewoners elkaar, en ze vinden het nog leuk ook. Dat precies is de kracht van BIC.”
Kuper kijkt enorm uit naar de aanstaande verhuizing, maar zo ver is het nog niet, zegt Dusee. “Het gebouw lijkt af als je er van de buitenkant naar kijkt, maar de hele verbouwing voor Siemens moet nog beginnen. De deuren, de gevels, de ramen, de verdiepingsvloeren, de liftschachten, de trappenhuizen: alles moet nog komen. Je zou kunnen zeggen dat we met het dak en de buitenmuren een soort paraplu hebben aangebracht zodat we droog kunnen bouwen.”
Dat weerhoudt Kuper er niet van om vast vooruit te kijken: “Kantooromgevingen veranderen, mensen werken ook vaker van huis uit, we hebben dus flexiblele omgevingen nodig. Soms zul je maar enkele tientallen mensen moeten herbergen, maar als je dan een keer een ruimte voor meer dan 100 mensen nodig hebt, dan is het fijn dat je niet hoeft uit te wijken. Dat je geen andere locaties hoeft te gaan zoeken. En een klant die bij Siemens wordt uitgenodigd voor bijvoorbeeld een seminar verwacht ook dat hij bij Siemens terechtkomt en niet in een onpersoonlijke ruimte in een hotel of conferentiecentrum. Je wilt een totaalervaring bieden, continuïteit in wat je uitdraagt, dat kan hier.”