Author profile picture

De gemeente Eindhoven is bezig met het opzetten van een sensorenregister van alle sensoren in de stad. Het eerste deel van de pilot is in volle gang en dit najaar wordt deze uitgebreid. Het belangrijkste doel van de gemeente is om de dataverzameling meer transparant en bovendien interactiever te maken.

Als je door de stad loopt, fiets of rijdt, wordt jouw gedrag hoe dan ook gemeten door verschillende sensoren. Zo hangen er in Eindhoven sensoren die verkeersstromen meten, maar ook vind je er bijvoorbeeld camera’s, mensentellers en agressiemeters. De ene sensor heeft een maatschappelijk gedreven reden, terwijl de andere meer commerciële doelen heeft. De exacte locatie van deze sensoren is vaak niet bekend. Laat staan dat je als burger weet wie deze data in handen krijgt en wat ermee gebeurt. De gemeente Eindhoven werkt samen met het Kadaster om hier verandering in te brengen.

Het sensorenregister is dus voor iedereen die in de stad woont of werkt. Via het register kun je opzoeken wat voor sensoren er in de stad hangen, wat deze meten en wie de eigenaar van de sensor en daarmee de data is. De data zelf is niet zichtbaar in het register. “Dit heeft ermee te maken dat de gemeente niet de eigenaar van alle sensoren is’, legt Olha Bondarenko, Strategisch adviseur van de gemeente Eindhoven, uit. “De eigenaren van de sensoren kunnen hun sensor aanmelden bij het register. Vaak vind je in het register ook de contactgegevens van de eigenaar zodat burgers makkelijk data op kunnen vragen.”

Privacy

De gemeente wil door middel van het register de metingen van data in openbare ruimten zo veel mogelijk transparant maken. “Door het register kunnen mensen makkelijk en snel contact opnemen met degene die de sensoren beheert en de data verzamelt”, legt Bondarenko uit. “Helaas hebben wij als lokale overheid op dit moment nog onvoldoende zeggenschap in wat er met data gebeurt.” De nieuwe privacy wet, AVG, stelt strikte eisen aan de partijen die persoonsgegevens verzamelen en verwerken. De controle op de uitvoering van deze wet ligt bij de landelijke Autoriteit Persoonsgegevens. “Niettemin vinden wij dat mensen zelf controle moeten hebben over hun data en werken wij aan initiatieven zoals het sensorenregister om dit daadwerkelijk mogelijk te maken.”

Aan de andere kant is er ook de privacy van de partijen die sensoren beheren. Hun contactgegevens kun je namelijk zo in het register vinden. Dit is volgens de gemeente om maximale transparantie te garanderen. “Omdat het sensorenregister nu alleen over het Stratumseind gaat, zijn er nog niet zo veel partijen bij betrokken. Er loopt nu een intern onderzoek om te kijken hoe dit privacy-proof gemaakt kan worden als we het naar de hele stad of regio willen uitbreiden.”

In gebruik

Er zijn volgens de gemeente verschillende ondernemers en organisaties die gebruik kunnen maken van het sensorenregister, bijvoorbeeld winkeliers en scholen. Het Summa college is zelf ook begonnen om uit te zoeken wat big data in het onderwijs kan betekenen en zit op dit moment nog in de verkennende fase. Persvoorlichter Doortje Cornelissen geeft dan ook aan dat zij zeker iets willen doen met de data uit het sensorenregister als dat hen kan helpen.

Interactiviteit

Het Stratumseind was de startlocatie van de pilot van het register, maar de gemeente wil de pilot in de toekomst graag uitbreiden over de hele stad. “De eerste stap was kijken hoe we de sensoren in kaart konden brengen en wat daarvoor nodig was”, legt Bondarenko uit. “Zo ontstond de goede samenwerking met het Kadaster.” Nu wil de gemeente de sensoren beter zichtbaar en vooral interactiever maken, het is nog niet duidelijk in welke vorm dit precies zal gebeuren. “We willen eventueel samen met designers en designstudenten kijken hoe we mensen er bewust van kunnen maken dat er sensoren hangen. Daarnaast zoeken we naar mogelijkheden om het publiek ook echt op een interactieve manier om te laten gaan met de sensoren”, zegt Bondarenko. Daarvoor is de gemeente dus druk in gesprek met designers. “We geven op deze manier de data die over de mensen verzameld wordt ook weer terug aan de inwoners.”