Nederland als kartrekker van de duurzaamheidstransitie? Hoe onwaarschijnlijk dat nu ook misschien mag lijken, het is wel degelijk een reële optie. Dat zeggen vier onderzoekers van de TU Eindhoven naar aanleiding van de klimaattop in Glasgow. Het viertal gaat 16 november in gesprek over de uitkomsten van de klimaattop en wat deze betekenen voor Nederland en de Brainport-regio. In dit artikel blikken ze alvast vooruit op het symposium.
Kartrekker en koploper. In de strijd tegen klimaatverandering zijn deze rollen Nederland op het lijf geschreven, zegt Heleen de Coninck. De Coninck is naast hoogleraar klimaatbeleid aan de TU/e ook medeauteur van diverse invloedrijke IPCC-klimaatrapporten, die als wetenschappelijke basis fungeerden in Glasgow.
Volgens haar is het volkomen logisch dat Nederland de voortrekkersrol op zich neemt, aangezien ons land een van de rijkste landen ter wereld is, met veel technische kennis, sterke instituties en een goed opgeleide bevolking.
“Bovendien heeft Nederland een relatief hoge broeikasuitstoot per hoofd van de bevolking, en een zekere kwetsbaarheid voor klimaatverandering. We zouden echt het goede voorbeeld moeten geven, niet alleen in emissiereductie en eerlijke systeemtransities binnen onze eigen grenzen, maar ook door arme landen gul te steunen met financiering voor mitigatie en adaptatie.”
Een eerlijke verdeling van de kosten en baten van klimaatverandering is volgens De Coninck een belangrijk aspect. “De financiering door rijke landen van mitigatie en adaptatie in armere landen is daarom een thema. Aan de ene kant is het een soort compensatie voor eerder onrecht. Rijke landen hebben immers al veel langer een hoge broeikasgasuitstoot en veroorzaken daarmee de klimaatproblemen die nu al optreden.”
Ook interessant: Hoe belangrijk is de stem van jongeren in het klimaatdebat?
Goede voorbeeld
Aan de andere kant is financiering vanuit het perspectief van rijke landen ook een middel om arme landen te bewegen om actie nemen op het klimaat, zegt de IPCC-auteur. Dus bijvoorbeeld minder te ontbossen, duurzame transportsystemen op te zetten in uitdijende steden of aan hernieuwbare energie te doen in plaats van kolencentrales te bouwen. “Dat is ook in het belang van de rijke landen.”
Rijke landen waaronder Nederland zouden het goede voorbeeld geven als ze al in 2040 CO2-neutraal worden, dus tien jaar eerder dan het doel uit de Europese Green Deal, verduidelijkt De Coninck. Dan kan de wereld namelijk onder de kritische grens van anderhalve graad opwarming blijven. “Want hopelijk gaat China dan ook tien jaar eerder. En India, dat armer is dan China, wil dan mogelijk in 2060. Alles bij elkaar komen we dan misschien uit op een scenario waarbij de anderhalve graad nog haalbaar is.”
Sleutelrol
Andere wetenschappers aan de TU Eindhoven steunen het relaas van De Coninck. Ook zij zien een sleutelrol voor Nederland weggelegd. “Al is het nog een interessante puzzel om de sectoren en technologieën aan te wijzen waar we op in moeten zetten, ook in het licht van internationale competitie”, aldus Floor Alkemade, hoogleraar Economie en Beleid van Technologische Innovatie.
De koploperspositie is haalbaar, licht Auke Hoekstra, onderzoeker elektrische mobiliteit aan de TU/e, toe. “We doen veel onderzoek naar elektrische auto’s, zonnecellen en energienetten, en ik heb sterk het gevoel dat beleidsmakers en de gemiddelde burger onderschatten wat er mogelijk is.”
“Uit de modellen van ons onderzoeksprogramma NEON blijkt bijvoorbeeld dat als we kiezen voor honderd procent zon en wind, en we slim omspringen met de overschotten en tekorten op ons elektriciteitsnet, we op een gegeven moment goedkoper uit zijn dan bij ons huidige fossiele net. Er liggen kansen, al moeten we natuurlijk zien welke we in Nederland gaan benutten.”
Juiste voorwaarden
Om kansen te benutten, moeten we als land de juiste voorwaarden creëren, betoogt Anna Wieczorek, universitair hoofddocent bij de faculteit Industrial Engineering & Innovation Sciences. Denk aan het instellen van de juiste regels die duurzame innovatie bevorderen of het wegnemen van administratieve belemmeringen zodat de transitie voor burgers makkelijker te maken is. Wieczorek: “We moeten in Nederland een discussie op gang brengen over hoe we ons toekomstige energiesysteem willen inrichten en welke rol burgers daarin moeten spelen. Deze discussie moet met de burgers worden gevoerd.”
Voor de TU/e is zelf ook een belangrijke rol in dit proces weggelegd, zo beaamt het viertal. Alkemade: “Onze universiteit bezit veel kennis over sleuteltechnologieën op energie en mobiliteitsgebied, maar ook over de uitdagingen voor maatschappelijke inpassing van deze technologieën op grote schaal.”
Belangrijke paraplu
Hoekstra stipt aan dat duurzaamheid een belangrijke paraplu is die veel onderzoeksgebieden met elkaar verbindt. Hoekstra: “Op de TU/e doen we onderzoek naar veel verschillende stukjes van de duurzaamheidspuzzel die allemaal met elkaar verbonden zijn, zoals batterijen, energienetten, energy en elektrische auto’s.”
“Onze kracht is dat we deze stukjes bij elkaar kunnen brengen, in een ecosysteem met ondernemende hightechbedrijven die onderzoek en ideeën ook daadwerkelijk handen en voeten kunnen geven. Ook wij hebben dus een soort van morele verplichting om voorop te lopen en bij te dragen aan de ontwikkeling van een klimaatneutraal Nederland.”
De overgang naar een duurzame wereld is een proces waarin ieder van ons een rol te spelen heeft, benadrukt Wieczorek. Ze is onlangs aangesteld als de eerste Sustainability Ambassador van de TU/e. In die hoedanigheid gaat ze de universiteit helpen haar goede bedoelingen op het vlak van duurzaamheid waar te maken.
Wieczorek: “Ik coördineer alle activiteiten die kunnen leiden tot een betere integratie van duurzaamheid in ons onderzoek, onderwijs, bedrijfsvoering en bestuur. Want universiteiten kunnen een cruciale rol spelen als change agents door onderwijs te geven en relevant onderzoek te doen.”
Stroomversnelling
Nederland en de TU Eindhoven die een voortrekkersrol pakken in de duurzaamheidstransitie. Het is met een reden dat het viertal hierop wil inzetten. De tijd om de transitie te maken dringt immers. Vandaar ook dat COP26 wordt aangegrepen als het moment om duurzaamheidsidealen- en doelen in een stroomversnelling te brengen.
De Coninck: “Volgens het laatste IPCC-rapport (augustus 2021) is de aarde inmiddels 1,1 graad opgewarmd. Het is een feit dat deze opwarming komt door uitstoot van broeikasgassen door menselijke activiteiten. Het is van groot belang dat we onder de 1,5 graad opwarming uit het klimaatakkoord van Parijs blijven, want daarmee vermijden we effecten zoals het volledig afsterven van koraalriffen, de kans op grotere zeespiegelstijgingen en extreem weer.”
“Volgens het IPCC-rapport uit augustus blijkt dat het waarschijnlijker is dat we boven deze kritische grens uitkomen dan eronder blijven, zelfs bij ambitieuze emissiereductie-plannen. Dus de nationale plannen per land moeten ambitieuzer, alleen dan kunnen we slagen.”
Het digitale symposium vindt 16 november om 18.00 uur plaats. Wil je hier bijzijn? Aanmelden kan via deze link.
Geselecteerd voor jou!
Innovation Origins is het Europese platform voor innovatienieuws. Naast de vele berichten van onze eigen redactie in 15 Europese landen, selecteren wij voor jou de belangrijkste persberichten van betrouwbare bronnen. Zo blijf je op de hoogte van alles wat er gebeurt in de wereld van innovatie. Ben jij of ken jij een organisatie die niet in onze lijst met geselecteerde bronnen mag ontbreken? Meld je dan bij onze redactie.