© Avantino Pergetti / Pixabay
Author profile picture

In de onlangs afgesloten City Deal ‘Vitale Binnensteden’ gaan Utrecht, Rotterdam, Groningen, Eindhoven, Den Haag en Amsterdam (URGEDA), in goed jargon ook wel de G6 genoemd, samen met de rijksoverheid experimenteren hoe hun binnensteden toekomstbestendig te maken. Hiervoor werd recent de “Verkenning G6 binnensteden: sturen op transformatie” (Bura/Stec) gepresenteerd aan de Eindhovense binnenstadwethouder Monique Esselbrugge.

Deze ‘verkenning’ is de neerslag van een ontwerpend onderzoek waarin het begrip innovatie maar liefst 17 keer voorkomt. Men constateert dat er veelal goede visies op de stad aanwezig zijn. En dat is goed nieuws want voor welke toekomst dan ook is een stip op de horizon als eerste nodig. De vraag is vervolgens hoe die stip in de praktijk te bereiken is.

Zachte beleidsinstrumenten

Voor een transitie van binnensteden in gebruik, programmering en vorm is de inzet en regie van de overheid cruciaal. Waarbij die overheid integraal planologisch moet sturen op de inpassing in de beperkte (openbare) ruimte. Een (openbare) ruimte bovendien die flexibel in te delen moet zijn en derhalve -niet onbelangrijk- ook borgt dat binnensteden kunnen meebewegen met de toekomst. Dat alles vereist een gedetailleerde onderbouwing gekoppeld aan sturing met zachte beleidsinstrumenten, in combinatie met financiële en juridische prikkels. Samenwerking en innovatie heeft daarbij de voorkeur boven harde maatregelen, zo lezen we samenvattend.

Gebiedsgericht maatwerk

Ik ben het daar van harte mee eens. Mijn eigen visie is dat urgente maatschappelijke vraagstukken van klimaatbestendigheid, energietransitie, mobiliteitstransitie, veranderende demografie, hoe gebruiken we data, verduurzaming, verdichting, vergroening en ga zo maar door vragen om een holistische benadering waarbij je gebruikmakend van de complexiteit en gelaagdheid zaken in samenhang en in samenwerking probeert op te lossen. Niemand kan het alleen, zoveel is inmiddels wel duidelijk. En uiteindelijk wil iedereen hetzelfde. Namelijk een betere stad maken. Dat vraagt om gebiedsgericht maatwerk waarbij je behoudt en versterkt wat goed is met aandacht voor de lange termijn. Een lagenbenadering met de eigen identiteit als uitgangspunt.

Vastgoedeigenaren

Waarbij vastgoed de sleutel is, zou ik nog willen toevoegen. Dat veld moet je kennen. Die mensen moet je snappen. Voor de in binnensteden nu eenmaal onvermijdelijk sterk vastgoedgerichte transformatie aanpak zul je met die ‘vermaledijde’ 🙂 vastgoedeigenaren moeten praten. De sleutel ligt erin hen te activeren. Wetenschappelijk onderzoek kan daarbij helpen, zodat je weet wanneer je welk instrumentarium daarvoor het beste kunt inzetten. Zet dat in ieder geval hoog op de samenwerkingsagenda. U R G E D A ! zou ik zeggen.

Over deze column:

In een wekelijkse column, afwisselend geschreven door Eveline van Zeeland, Derek Jan Fikkers, Eugène Franken, Katleen Gabriels, PG Kroeger, Carina Weijma, Bernd Maier-Leppla, Willemijn Brouwer en Colinda de Beer probeert Innovation Origins te achterhalen hoe de toekomst eruit zal zien. Deze columnisten, soms aangevuld met gastbloggers, werken allemaal op hun eigen manier aan oplossingen voor de problemen van deze tijd. Morgen zal het dus goed zijn. Hier zijn alle voorgaande afleveringen.