Precies 25 jaar geleden besloot Philips de deuren van het NatLab open te gooien. Hoe succesvol dat concept ook was geweest, het electronicaconcern van toen had haarfijn door dat er nog meer succes te verwachten viel als de samenwerking niet alleen tussen eigen afdelingen maar ook met derden zou plaatsvinden. Om de 25ste verjaardag van dat beginmoment te vieren, staat de campus dit jaar in het teken van Rewind/FastForward: door terug en vooruit te kijken kan het verleden geëerd worden om er nog sterker de toekomst mee in te gaan.
Waarom moet je dit lezen?
High Tech Campus Eindhoven bestaat 25 jaar, reden om achterom en vooruit te kijken. We vroegen directeur Otto van den Boogaard om te reflecteren op heden en toekomst van de campus.
De vorig jaar aangetreden campusdirecteur Otto van den Boogaard is blij met die balans: “In een hightech omgeving als de onze hebben we van nature de neiging om alleen maar vooruit te kijken. Maar een moment als dit kan ons helpen toch ook even stil te staan en ons te realiseren waar onze wortels liggen. Het vooruitgangsdenken leidt ons allemaal hier, maar we komen wel ergens vandaan. Kijk bijvoorbeeld maar eens naar het thema ‘licht’: iedereen snapt dat het begin daarvan bij Philips ligt en het is dus niet toevallig dat tientallen van onze huidige campusbewoners daar ook vandaag mee bezig zijn. Soms als laser, soms in diepe fotonica-technologie of als belangrijk onderdeel van de lithografie, maar uiteindelijk is het toch allemaal licht. Dat zit heel diep in onze genen.”
Open innovatie
Van den Boogaard ziet die gezamenlijke wortels ook als garantie voor het blijvende unieke karakter van de campus. “Je kunt heel veel kopiëren – en ik zou ook iedereen aanraden dat als onderdeel van open innovatie vooral te doen – maar niet het deel dat al die jaren geleden hier is ontstaan en met ons is meegegroeid tot wat het nu is. De hart en ziel van deze plek bedoel ik daarmee; alles dat alleen in die krachtige onderlinge samenhang kan gedijen.” Het geeft de campus volgens de directeur ook dat typische dorpspleinkarakter dat op en rond de Strip – de gebouwenrij waar alle gemeenschappelijke voorzieningen zoals winkels en restaurants bij elkaar zitten – via min of meer georganiseerde toevallige ontmoetingen volop tot zijn recht komt.
Die Strip was er niet meteen. Sterker nog, toen het Natlab veranderde in Philips Campus was dat niet direct het startsein voor de komst van externe partijen. Dat gebeurde pas rond 2003, waarna ook de naam ‘Philips’ van de bordjes verdween en High Tech Campus Eindhoven de officiële titel werd. De oprichting van Holst Center was vervolgens, in 2005, het echte startschot voor open innovatie als leidend principe voor alles wat zich tot de campus aangetrokken voelde.
Technologie = High Tech Campus
Wie aan technologie denkt, denkt aan de High Tech Campus. 3000 Eindhovenaren kregen twee jaar geleden de vraag voorgelegd welk merk ze het eerst te binnen schiet als het gaat om technologie en design. Hun antwoord: High Tech Campus. Op plaats 2 en 3 volgden TU Eindhoven en ASML.
Philips bleef vooralsnog wel de eigenaar van het terrein. “Dat veranderde pas in 2012, bij de overname door vastgoedbedrijf Ramphastos, waarmee weer een andere periode voor de campus aanbrak”, zegt Van den Boogaard. “Er waren hier toen weliswaar al meer dan honderd bedrijven gevestigd, maar Ramphastos heeft er echt een onderneming van gemaakt. Met dezelfde doelen als in de begintijd, maar wel veel meer ondernemerschap om ze te realiseren. Aan de ene kant kwam er alle aandacht voor de best denkbare fysieke omgeving van gebouwen en voorzieningen, maar tegelijk bleef ook gevoel voor het belang van een sterke community: de mensen maken altijd het verschil.”
Vruchtbaar overleg
Vorig jaar stapte Ramphastos na 11 jaar uit de campus, maar de doelstellingen zijn bij de nieuwe eigenaren onveranderd. “Er kan nog zo’n 80 à 100.000 meter bijgebouwd worden, maar ook bestaande gebouwen blijven we doorontwikkelen. Daarbij sluiten we nauw aan bij de wensen van de huurders, bijvoorbeeld door meer cleanrooms of andere technische ruimtes te creëren. Het is ook een constante puzzel: start-ups blijven niet altijd klein en hebben dus geregeld behoefte aan meer of andere ruimtes. Dat willen we natuurlijk graag faciliteren, maar het is daardoor wel een partijtje Tetris voor gevorderden!”
Midden in dat Tetris-spelletje moet er ook ruimte zijn voor bijzondere behoeften. “We willen altijd plek hebben waar start-ups hun eerste stappen kunnen zetten. En de speciale hubs bevallen ons ook goed. Het AI Innovation Center, de 5G Hub, de Workplace Vitality Hub en het binnenkort geopende 3EALITY hub, speciaal voor web 4.0-diensten. We zullen altijd aandacht houden voor opkomende technologieën, al is het alleen maar omdat dat ook weer interessante nieuwe partijen aantrekt, waar ook de bestaande huurders voordeel bij kunnen hebben.”
Om dat allemaal in goede banen te leiden, is er regelmatig overleg met de andere campussen binnen Brainport. “Doel daarbij is om de taart voor iedereen groter te maken en dat lukt ons dankzij die samenwerking heel goed.” Het blijft trouwens niet bij overleg in de regio, benadrukt Van den Boogaard. “Er is ook een vruchtbaar overleg tussen de landelijke topcampussen, net zoals er op Europees niveau onderling contact is. Onze insteek daarbij is altijd om ook anderen te laten meegenieten van het succes van onze campus.” Dat High Tech Campus Eindhoven nu al een begrip is over de hele wereld vormt daarvoor een mooie basis. “Niet voor niets bracht Tim Cook onlangs eerst een bezoek aan ons voordat hij naar zijn geplande afspraken in Brussel ging. Dat was echt niet omdat wij hem gevraagd hadden hoor”, zegt Van den Boogaard trots.
Uitbreiding van diensten
Wat ook in de planning staat is tijdelijke woonruimte. Het moet nog allemaal passen in het bestemmingsplan, maar de campus mikt op “enkele honderden” units. “Denk aan een verblijf van iets tussen een week en zes maanden, daar hebben veel van onze bedrijven grote behoefte aan, vooral voor hun nieuwe medewerkers die uit het buitenland komen of voor tijdelijke collega’s die alleen voor een project hier zijn. Zo’n faciliteit zou, los van onze eigen behoefte, ook heel mooi passen in het grotere plaatje van de woningbehoefte in onze regio.”
Met de komst van die woningen wordt de sociale component nog belangrijker, geeft Van den Boogaard aan. “We willen die fijne omgeving dan ook graag na werktijd bieden. Denk aan restaurants waarvan de keuken langer open is, een bioscoop, lezingen, concerten wellicht. Eten, drinken en netwerken horen net zozeer bij ons concept als de ontwikkeling van een nieuwe fotonische chip. Ook dat helpt bij het ‘turning technology into business’. Trouwens, naast de avonduren denk ik dat we op zaterdagen ook wel eens vaker open zouden kunnen gaan. Nu is er al incidenteel een fiets- of hardloopwedstrijd, maar er zijn elke week wel mensen die willen cricketen of straks, als de banen er liggen, een potje padel willen spelen.”
Wat Van den Boogaard maar wil zeggen: de ‘harde grenzen’ van de campus zullen komende tijd wat gaan vervagen. “Maar altijd met mate. We zullen heel goed blijven kijken naar de veiligheid en naar de waarde van dat gevoel samen een bijzondere community te vormen. Iedereen hier op de campus weet hoe bijzonder die community is. Dat willen we graag verder stimuleren door inspirerende evenementen rond werk, sport en cultuur. Alles wat nodig is om een plek te creëren waar iedereen zich welkom en thuis voelt!”