Author profile picture

Microrobots die door bloedvaten zwemmen, organen op een chip en diagnostiek met kunstmatige intelligentie zijn slechts enkele voorbeelden van hoe moderne technologie en gezondheidszorg steeds meer met elkaar verweven raken. In de zoektocht naar betere zorgoplossingen bundelen de Universiteit Twente en het Radboud Universitair Medisch Centrum (Radboudmc) hun krachten om kennis, talent en innovatie te ontwikkelen. In het samenwerkingsverband Healthcare Nexus bevorderen de partijen de samenwerking tussen medtech en gezondheid.

Waarom dit belangrijk is

Er zijn meer technologieën nodig nu de gezondheidszorg voor dringende uitdagingen staat, zoals een personeelstekort en een vergrijzende bevolking. Samenwerkingsverbanden tussen universiteiten kunnen innovatie op dit gebied inderdaad stimuleren.

Nieuwe oplossingen voor urgente problemen

Het Radboudumc heeft als academische zorginstelling dagelijks te maken met de groeiende uitdagingen in de zorg. “Het is inmiddels een bekend verhaal: de zorgvraag groeit, de arbeidsmarkt krimpt, terwijl de diagnostiek en behandelmogelijkheden toenemen”, vertelt Bertine Lahuis, bestuursvoorzitter van het Radboudumc. “Het gevolg: steeds hogere kosten, milieuschade en personeelstekorten. In Healthtech Nexus gaan we werken aan nieuwe ideeën en oplossingen om deze trends te keren.”

“Veel van de uitdagingen in de zorg bevinden zich op het raakvlak van zorg en moderne technologie”, aldus Vinod Subramaniam, bestuursvoorzitter van de Universiteit Twente. “Zorg is natuurlijk mensenwerk en zal dat ook altijd blijven. Maar op steeds meer terreinen bereiken we het punt dat technologie het werk van zorgprofessionals eenvoudiger, sneller en beter kan maken. Daar ontstaan nu kansen om deze grote vraagstukken te lijf te gaan.”

Verdieping samenwerking

Universiteit Twente en het Radboudumc werken al langer samen. Studenten Biomedische Technologie en Technische Geneeskunde aan de Universiteit Twente krijgen bijvoorbeeld al 20 jaar lang les van docenten van Radboudumc in medische basisvakken. Ook op onderzoeksgebied lopen er gezamenlijke projecten. Zo kunnen onderzoekers aan beide instellingen jaarlijks subsidie aanvragen bij het gezamenlijke TURBO-programma voor technisch-medisch onderzoek.

De nieuwe samenwerking gaat echter een stuk dieper. De partners willen het voor studenten, docenten en onderzoekers veel makkelijker maken om onderling kennis uit te wisselen en samen te werken. Een van de ambities is om ‘joint degrees’ te ontwikkelen; gecombineerde opleidingen met zowel een technische als medische component. Daarnaast gaan Radboudumc en Universiteit Twente actief nieuw gezamenlijk onderzoek en innovatie stimuleren.

Complementaire faciliteiten

De partners zijn ook van plan om hun faciliteiten voor onderzoek en ontwikkeling beter aan elkaar te verbinden. De preklinische faciliteiten en simulatie-aanpak van de Universiteit Twente sluiten bijvoorbeeld goed aan op de klinische faciliteiten en expertise van het Radboudumc. Dankzij onder andere de hybride OK’s (MITeC) van het Radboudumc en de simulatielabs van de Universiteit Twente ontstaat er een leer- en ontwikkelomgeving voor het hele zorginnovatietraject, van wetenschappelijk idee tot praktijkimplementatie. 

“Binnen deze omgeving combineren we onze ervaring met onder meer AI, robotica, motion control en micro- en nanotechnologie om nieuwe toepassingen te ontwikkelen voor medische beeldvorming, interventie-oncologie en andere zorgdomeinen waar techniek het verschil kan maken”, aldus Vinod Subramaniam.

Knooppunt in een netwerk

Healthtech Nexus is geen exclusieve overeenkomst; het Radboudumc en Universiteit Twente blijven nadrukkelijk de samenwerking zoeken met andere bedrijven en organisaties, in de regio en daarbuiten. Bertine Lahuis: “De naam is ook bewust gekozen. Een nexus is een knooppunt in een netwerk. Dat willen we graag zijn: een centrum van kennis en expertise in een breed netwerk van partijen in en om de zorg. Om de zorg van morgen patiëntgericht, duurzaam, betaalbaar én toegankelijk te houden, is samenwerking cruciaal.”