Professor Hans-Werner Sinn stelt deze week in The Guardian dat elektrisch rijden uiteindelijk alleen maar leidt tot een hogere uitstoot van CO2. Hij begint met de terechte stelling dat de emissienorm van 59 g CO2/kilometer in 2030 alleen maar gehaald kan worden als er auto’s zijn met een maximaal verbruik van 2,2 liter diesel per 100 kilometer. Met de huidige stand van de techniek van verbrandingsmotoren is dat vrijwel onmogelijk.
Ondeugdelijk onderzoek – CAM weerspreekt Sinn
Maar dan gaat het de andere kant op. Hij betoogt dat de doorsnee emissie van personenauto’s gedaald is van 161 g/km in 2006, naar 120 g/km op dit moment. Dat is gewoon fout. Het Center of Automotive Management (CAM) heeft namelijk net vastgesteld dat de emissies niet zijn gedaald. Ze liggen vanwege de populariteit van SUV’s en terreinauto’s nog altijd rond 157,5 g/km. Zodoende is er in de afgelopen jaren nauwelijks sprake van verbetering geweest. Geheel juist concludeert Sinn dat zelfs de beste ingenieurs niet in staat zijn om de nieuwe EU-normen met de huidige verbrandingstechnologie te kunnen behalen. Dat is simpelweg een kwestie van natuurkunde.
Dan begint de aversie tegen elektrisch rijden
Al enkele maanden geleden publiceerde Sinn een onderzoek over elektromobiliteit. Daarin komt hij door verkeerde aannames en foute conclusies tot de slotsom dat een diesel schoner is dan een elektrische auto. In het artikel in The Guardian doet hij er nog een schepje bovenop. Hij noemt de voorliefde van de EU voor elektromobiliteit ronduit fout. Want door de stijging van het aantal auto’s op stroom -waardoor de norm van 59 g/km bereikt kan worden- stijgt volgens hem juist de uitstoot van CO2. De boete van 6000 euro per benzine- of dieselauto bij het overschrijden van deze norm, is volgens hem waanzinnig.
Elektrische auto’s stoten ook CO2 uit
Sinn heeft daarmee in principe gelijk. Ook elektrische auto’s stoten CO2 uit. Dat gebeurt alleen niet door de uitlaat, maar indirect. Namelijk door de productie van accu’s en het gebruik van ‘vuile’ stroom. Daaraan twijfelt ook vrijwel geen mens in de elektromobiliteitsgemeenschap. Waar wel aan wordt getwijfeld, zijn de getallen die met elkaar worden vergeleken. Auke Hoekstra, docent aan de TU Eindhoven, veegde al eerder met een onderzoek van Sinn de vloer aan. Hij weersprak ook met duidelijke argumenten en wetenschappelijke bewijzen een onderzoek van de Duitse automobielvereniging ADAC. Dat weerhield Sinn er niet van zijn eigen foutieve onderzoeksresultaten aan te halen en zelfs te citeren uit het ADAC-onderzoek, dat gewoon niet fouter zijn kon. Zo blijft hij beweren dat een Golf Diesel veel minder CO2 uitstoot dan diens elektrische broertje.
William Todts
De Guardian zou de Guardian niet zijn geweest, als er geen weerwoord in het artikel zou zijn opgenomen. William Todts is directeur van de NGO Transport & Environment. Hij kon de uitlatingen van Sinn niet zomaar aan zich voorbij laten gaan. Todt ergert zich aan het feit dat Sinn een fikse belasting op verbrandingsmotoren verkiest boven een elektrificering van het verkeer. Sinn vindt dat namelijk effectiever dan de automobielfabrikanten te dwingen elektro-auto’s te bouwen.
Steeds worden weer foutieve parameters gebruikt
Net als Auke Hoekstra kaart Todts het gebruik van foutieve gegevens aan. Het gaat volgens hem steeds om dezelfde „plot“. Er wordt een kleine verbrandingsmotor vergeleken met een krachtige elektrische motor. Dan gebruikt de onderzoeker bij de verbrandingsmotor de verbruiksgegevens (WLTP. Worldwide harmonized Light vehicles Test) zoals die in de brochure staan. Waarden die in de werkelijkheid vermoedelijk nooit gehaald worden. Vervolgens wordt de productie van stroom zo vervuilend als maar mogelijk is, in de berekening meegenomen. Met een groot aandeel van vervuilende kolencentrales. Daarnaast gebruikt de onderzoeker inmiddels allang achterhaalde gegevens over de productie levensduur van accu’s en batterijen. Natuurlijk zonder rekening te houden met recycling en hergebruik.
De feiten geven een ander beeld
Todts houdt zich verder niet met details bezig. Hij gaat direct tot de aanval over. “Elk jaar verbruiken alleen al in de EU auto’s en vrachtwagens 275 miljoen ton benzine en diesel. Zo’n 70 procent van de in die brandstof opgeslagen energie verdwijnt als warmte en wordt dus niet gebruikt. Die energie is gewoon verspild. De olie is verbruikt. En waar niets is, kan ook niets worden hergebruikt. Dan gaat Todts verder. ”Willen we globale opwarming stoppen, dan moeten we ophouden met het gebruik van verbrandingsmotoren. Het wordt tijd voor elektrische bussen, auto’s en vrachtwagens. Verkeer zonder uitlaatgassen. En natuurlijk hebben we schone energie nodig om deze elektrische voertuigen te kunnen gebruiken en batterijen te produceren.”
Todts: „We hebben het zelf in de hand“
Volkomen terecht merkt Todt op dat we het zelf in de hand hebben. De dagen van kolencentrales zijn geteld. Zowel in Duitsland, Polen en zelfs in het Amerika van Trump. Rond 2030, zo schat hij, zal de helft van de Europese stroomproductie worden opgewekt met hernieuwbare energie . Hij beschouwt de opkomst van de elektrische auto en “groene” energie als een van de grootste succesverhalen van de laatste jaren. Hij weet ook precies aan wie dat te danken is. Namelijk aan de onvermoeibare mensen uit Europa, Californië en China, die bergen hebben verzet om een betere toekomst mogelijk te maken.
Hij besluit zijn weerwoord met een citaat van de Nobelprijs-jury: „Lithium-ionen batterijen hebben ons leven veranderd vanaf het moment dat ze in 1991 op de markt kwamen. Ze hebben de basis gelegd voor een snoerloze samenleving zonder fossiele brandstoffen tot groot voordeel voor de mensheid.”
Daar valt niets meer aan toe te voegen.
Met dank aan Bernd Maier-Leppla, hoofdredacteur von e-engine.de waar dit artikel op 27 november werd gepubliceerd. Innovation Origins heeft een samenwerkingsverband met dit portaal, waarop geregeld artikelen worden gepubliceerd over elektro-mobiliteit.