De eerste robot voor microchirurgie ter wereld is geboren op de Brightlands Maastricht Health Campus. “Ik denk wel dat we hier heel trots op kunnen zijn”, zegt plastisch chirurg Tom van Mulken.
Voor zijn coschappen ging Tom van Mulken (Geleen, 1977) naar Zuid-Afrika. Om onderzoek te doen naar ‘penetrerende letsels van de buik’, zoals dat zo mooi heet. De praktijk bleek weerbarstig: op de parkeerplaats van het ziekenhuis in Soweto stond een container die dienst deed als mini-operatiekamer waar mensen met steek- en schotwonden zich in het weekend konden laten behandelen. Van Mulken: “Elk weekend stonden er lange rijen, ik heb daar als co-assistent mensen staan hechten die met kapmessen waren bewerkt. Ook in het universitair ziekenhuis in Johannesburg zag je zulke taferelen. Hier komt dat één keer in de paar maanden voor. Zuid-Afrika is een prachtig land, maar in Johannesburg kun je ‘s avonds niet over straat en stop je niet voor een rood verkeerslicht.”
Over BRIGHT PEOPLE
Om de wereld van morgen een stukje mooier, schoner en beter te maken zijn BRIGHT PEOPLE onmisbaar. In deze serie interviewen we iedere maand een boegbeeld van de Brightlands Campussen. Deze rasechte innovators vertellen over hun missie en de manier waarop zij die willen bereiken.
Lees hier de andere afleveringen van deze serie.
Van Mulken (getrouwd, drie kinderen) bleef dus in Nederland, maar rolde mede door zijn ervaring in Zuid-Afrika wel in de plastische chirurgie. Na zijn opleiding volgde nog een fellowship van een jaar in Sydney waar hij zich specialiseerde in hand- en polschirurgie.
Bovendien landde hij in een warm bad in het MUMC+. “Er is hier een fijne sfeer, ego’s zijn niet van belang, het is allemaal wat frivoler dan op andere afdelingen terwijl er heel ambitieus wordt gewerkt.”
Herstel van vorm en functie
Hij zegt zich er thuis te voelen, geniet van de verfijnde operaties op de vierkante millimeter. “Dat priegelen vind ik mooi en dan met name in die reconstructieve hoek. Bij brandwonden of letsels weet je nooit precies wat het probleem gaat zijn. Je moet dus creatief en probleemoplossend denken. En je ziet meteen resultaat. Wij zorgen voor herstel van vorm en functie. Die geven we terug nadat patiënten die zijn kwijt geraakt. Daar krijg ik voldoening van. Natuurlijk hebben wij ook onze beperkingen, de perfecte oplossing bestaat vaak niet. We kunnen bij een borstreconstructie nooit de borst of iemand met brandwonden het aangezicht teruggeven maar we gaan de uitdaging aan. En in de handchirurgie kun je mensen echt weer functie van de hand teruggeven.”
Ik dacht aanvankelijk, net als iedereen, dat plastische chirurgie gaat over borstvergrotingen en lippen opspuiten. Maar toen ik begreep dat deze chirurgen vooral reconstructies doen, dacht ik: dit is gaaf.
Tom van Mulken
Microchirurgie
Gepriegel, problemen oplossen, innovatief denken, het is aan Tom van Mulken allemaal besteed. Geen wonder dat hij bij de les was toen het idee voorbij kwam om een robot te ontwikkelen die kon helpen bij die microchirurgische operaties. “Nou ja, ik was nog in opleiding en ik had niet zoveel op met onderzoek omdat dit vaak vooral gedaan werd om je CV op te poetsen. Ik had veel rondgereisd voor mijn opleiding: Finland, Engeland, Suriname, Zuid-Afrika. Mijn opleider professor Van der Huls was betrokken bij de eerste operatierobot die hier in 2007 in het ziekenhuis kwam, Da Vinci Robot geheten. Vooral bedoeld voor kijkoperaties in de buik. De eerste keer werd die ook gebruikt voor het aansluiten van bloedvaten voor een borstreconstructie. Maar voor het fijne werk, de microchirurgie, was deze robot veel te grof, veel te krachtig.”
De komst van de Da Vinci robot in het ziekenhuis triggerde de vraag bij verschillende afdelingen wat de toegevoegde waarde van robots is. Ook bij plastische chirurgie. Door toeval kwamen we in contact met de Technische Universiteit Eindhoven. Waarom maken we geen robot voor microchirurgie, vroegen ze. “Ik zat hier als assistent en dacht: dit is zinvol en dit is gaaf. Dit zou ons echt vooruit kunnen helpen.”
Willy Wortels in de kelder
Samen met Raimundo Cau een student van de TU Eindhoven ging hij aan de slag. Ze keken mee bij operaties, sparden met betrokkenen en elkaar, sloten zich ‘als Willy Wortels’ op in de kelder van de TU en ontwikkelden een robot die de TU-student uiteindelijk ook bouwde.
De testfase volgde. Eerst op nepbloedvaten, daarna op levend weefsel. Ze kregen goedkeuring maar het onderzoeksbudget raakte op. MUMC+ en TU besloten er een spin-off bedrijf van te maken – Microsure – zodat er geld opgehaald kon worden. Beide ontwikkelaars werden chief technical officer en chief medical officer. Aangevuld met een parttime CEO. Inmiddels werken er 22 mensen. Van Mulken stapte uit om te voorkomen dat de belangen botsten. Lang verhaal kort: “Ik ben dokter.” Hij is nog klinisch adviseur met een aandelenpakketje.
“Ik heb veel geleerd van de business kant. Als arts heb ik nooit de ambitie gehad om een eigen bedrijf te beginnen. Nu realiseer ik me dat juist heel veel innovatie uit die hoek komt; je hebt elkaar nodig. Wij zijn zo ver gekomen omdat we de wereld van de technologie daar in die kelder van de TU samenbrachten met die van de zorg. Zo ontstaan ideeën. Ik sta veel meer open voor nieuwe apparaten die op de markt komen.”
Minder last van slechte nachtrust
Voor de goede orde: de robot opereert niet zelf. Eigenlijk is het een instrument dat de chirurg bedient en de hand van de chirurg stabieler en preciezer maakt. De vaten die hij aaneen moet hechten bij een reconstructie zijn gemiddeld 1 a 2 mm doorsnee. Dat is echt priegelwerk. Bij dit soort operaties kijkt de chirurg door een microscoop die het beeld van die vaten tien à twintig keer vergroot. Zo wordt de hand van de chirurg een beperkende factor.
Van Mulken: “Dus wat doet de robot? Die haalt de trilling uit de hand van de chirurg. De ene mens heeft minder last ban trillingen dan de ander, maar een slechte nachtrust of stress kunnen daar al snel van invloed zijn. Bovendien doet de robot schaalverkleiningen. Ik kan met een vrij grote beweging van mijn eigen hand een super precieze kleine beweging maken met de robot. Zo kan ik heel nauwkeurig zijn en minder schade berokkenen aan de bloedvaten. Dat is eigenlijk het enige wat hij doet. Doordat we het heel simpel hebben gehouden, zijn we zo ver gekomen, denk ik.”
Terugplaatsen van geamputeerde vingers
Van Mulken verwacht dat de microscopen nog beter worden en op termijn zelfs door 3D-camera’s worden vervangen. Neemt niet weg dat met deze robot nog steeds alleen studies worden gedaan, al heeft ie inmiddels ook een CE-keurmerk. De eerste studie betreft de lymfechirurgie: vrouwen met borstkanker worden vaak behandeld met operaties of bestraling van de oksel waardoor het vocht uit de arm niet meer goed kan stromen. De arm wordt dan dik en zwaar en dit heet lymfoedeem. Een oplossing is het maken van een bypass van de lymfebanen in het adersysteem. Dat gebeurt met de robot want deze vaten zijn kleiner dan een halve millimeter. Ook wordt de robot ingezet bij de reconstructie bij openbeenbreuken, of tumoren, of andere trauma’s waarbij eigen weefsel verplaatst moet worden en de bloedvaten opnieuw aangesloten moeten worden. Daarnaast helpt de robot bij verwondingen van zenuwen in de hand, glasverwondingen of cirkelzagen.
Technologische vooruitgang
Pas de derde generatie van de MUSA-robot, nu in ontwikkeling, kan zonder beperking in productie genomen worden en zal behalve eenvoudiger in gebruik en compatibel met alle mogelijke instrumenten en camera’s nog preciezer zijn. “Vroeger ging de geneeskunde vooruit doordat iemand een nieuwe operatie ontwikkelde. En ik geloof nog steeds dat dat heel goed is. Maar ik denk dat de meeste vooruitgang de afgelopen jaren geboekt is door technologie te incorporeren in de geneeskunde.”
“We hebben laatst een onderbeenreconstructie gedaan met onze micro-robot en een 3D-camera. We zaten comfortabel op afstand met een 3D-bril op met de robot te opereren. Dat wordt de toekomst. Daarbij zal het licht ook een belangrijke rol gaan spelen. Met UV-licht kun je bijvoorbeeld de zenuwen of lymfevaten beter zien. Tegenwoordig zit dat licht dat ook al in microscopen. En dat kun je dus ook toepassen in camera’s. Waarbij je dan alleen het lymfevat ziet in een wond. Je hoeft niet meer te zoeken waar dat ding in godsnaam is. Je zet er even een ander filter op en je ziet de vaten lopen.”
AI gaat ons vooruit helpen
Om nog te zwijgen over artificial intelligence (AI). “Die gaat ons leren om de blinde vlek te zien. Aan de hand van de data van tienduizend operaties zal die AI bijvoorbeeld kunnen aangeven dat je teveel kracht zet op een plek. Die zal helpen om bepaalde beslissingen te nemen tijdens een operatie, voorspellingen doen op basis van al die operaties die je hebt gedaan. Ook zal AI helpen in de opleiding. Nu word je opgeleid omdat er iemand met je meekijkt. En zegt van dat doe je zo. Het mooie van een robot is dat je elke kracht of elke beweging die je maakt kunt kwantificeren. En kun je dus gebruiken in trainingsmodellen. AI kan meteen corrigeren indien nodig. Dus dat maakt de training veel effectiever.”
Neemt de AI het allemaal over? “Nee, het blijft zo dat je ervaren moet zijn, dat je de patiënt moet zien, dat je een operatie moet kunnen inschatten. Dus het is niet zo dat iemand die net komt kijken die hele operatie zelf kan doen.” Maak je minder fouten door die technologie? “Ja, Ik denk dat de kwaliteit van de huidige operaties stabieler en beter wordt. Dat het minder uitmaakt of je een goede nacht of een slechte nacht hebt gehad.”
Het robotproject startte in 2007. Het duurt lang voordat alle procedures zijn doorlopen. Tom van Mulken: “Ik had destijds niet verwacht dat we zover zouden komen en dat het zo lang zou duren. Zoiets kost veel tijd. Niet alleen in uren per week, je begeleidt zo’n project terwijl je aan het werk bent. Het is ook echt een teamprestatie geweest. Zo zie je dat win-win gewoon werkt.”