“Technologie voor duurzame energietransitie ontwikkelt zich razendsnel, maar de implementatie ervan kost tijd”, vertelt Ruud Vleugels, commercieel directeur ENGIE Services Zuidoost. Samen met BOM Renewable Energie is ENGIE verantwoordelijk voor de levering van energie, perslucht, vacuüm of andere voorzieningen die bedrijven op de Brainport Industries Campus (BIC) nodig hebben. BIC Utility, zoals de samenwerking heet, wil dit zo groen mogelijk doen. Met een dak vol zonnepanelen, duurzame installaties en het ontbreken van een gasaansluiting lukt dit al aardig. “We kunnen wel afwachten tot een nieuwe techniek zich heeft bewezen, maar kijk eerst eens wat nu al mogelijk is.”
Niet alles is techniek
Hierin gaat het volgens Vleugels ook om het effectief gebruiken van energie. Hergebruik van restwarmte bijvoorbeeld. Vleugels: “Nu gaat warmte via de schoorsteen naar buiten. Maar je kunt die warmte via allerlei technieken en tools opvangen en weer gebruiken voor het verwarmen van andere ruimtes. Of bedrijven kunnen het gebruiken in hun productieproces.” Maar dat heeft volgens Vleugels pas zin als er weinig energie wordt verspild. “We kunnen wel verder gaan verduurzamen, maar als bedrijven niet efficiënt omgaan met energie is dat zonde. Vaak ligt de oplossing niet in nieuwe techniek.”
Bedrijven helpen
Daarom gaat BIC Utility bij ieder bedrijf op de campus langs om te kijken hoe ze zuiniger met hun energie om kunnen gaan. “Hoe werken ze? Hoe gebruiken ze hun voorzieningen en kunnen we ze helpen dit beter te doen? Pas als dat op orde is, kijken we of ze restwarmte overhouden. Dit kan dan weer gedeeld worden met andere ondernemingen op de campus”, legt Vleugels uit. Het is de bedoeling dat BIC Utility hier in het begin van 2020 mee start, dan zitten er meer bedrijven in het gebouw en is er een goed beeld van wat verschillende bedrijven verbruiken en eventueel nog nodig hebben.
Duurzame energiebronnen
Tijdens het ontwerpen van de campus is er volgens Vleugels al gedacht aan de duurzaamheid van het gebouw: “Je gebruikt de laatste technieken op het gebied van bijvoorbeeld isolatie. In dit gebouw is veel glas gebruikt, dat moet aan bepaalde eisen voldoen zodat er niet te veel warmte ontsnapt. Zo loop je de hele ‘schil’ na. Vervolgens zorg je ervoor dat er zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van duurzame energiebronnen. Elektriciteit komt van de zonnepanelen op het dak, die 2,1 MW leveren. Dat is niet genoeg als straks de campus vol zit, dus het tekort kopen we in de vorm van groene stroom in. Voor de verwarming en koeling van het pand werken we met een warmtekoude-systeem.”
Geen gas
Veel mensen hadden volgens Vleugels hun twijfels of een enorme fabriekshal wel te verwarmen zou zijn met zo’n warmtekoude-systeem: “Het resultaat maakt me trots. Want het was wel even spannend, hiermee laten we zien dat het wel degelijk kan.” Vleugels vertelt verder: “Maar dat is niet het enige. De campus is niet aangesloten op het gasnetwerk. Wij zijn een voorloper en laten zien dat we niet afhankelijk van fossiele brandstof willen zijn. Daarin is de samenwerking met de campus en de BOM erg belangrijk. Het zijn allebei partijen die vooruit durven te denken en niet afwachten maar een besluit durven te nemen en vervolgens tot actie overgaan. Het ontbreken van een gasnet is hier een mooi voorbeeld van.”