Ondanks gestegen energiekosten en een hoge inflatie, zegt 68 procent van alle Nederlanders tussen de 18 en 42 jaar duurzamer te leven dan een jaar geleden. Dat is de conclusie van een internationaal onderzoek dat de online bank bunq deed onder ruim duizend Duitse, Franse en Nederlandse Millenials en Gen-Z’ers.
Langdurige verandering
Millenials zijn tussen de 28 en 42 jaar oud, de leeftijd van Gen-Z’ers ligt tussen de 18 en 27 jaar. Deze leeftijdscategorie leeft niet alleen duurzamer, ze zetten ook in op langdurige verandering. Zo is voor negentien procent ‘consuminderen’ het belangrijkste duurzaamheidsdoel voor 2023. Zeventien procent kiest ervoor om vaker thuis te werken en twaalf procent heeft zich voorgenomen minder te gaan reizen, schrijft bunq in een persbericht.
Marciano (28) herkent zich hierin. Hij verhuisde afgelopen jaar naar een duurzaam huis waar hij geen gas verbruikt, stapte over naar een duurzame energiemaatschappij en wisselde van baan. “Ik ben al langer bezig met bewuster en duurzamer leven. Mijn vriendin en ik zijn dit jaar ook voor het eerst op een lange treinvakantie gegaan, in plaats van met het vliegtuig.”
Hij plaatst wel een kanttekening bij het onderzoek van bunq. “Mensen tussen 28 en 42 zijn heel erg in ontwikkeling, die verdienen elk jaar meer geld. Dan kun je ook makkelijker duurzame keuzes maken.”
Sjoerd (22, student) ziet ook dat mensen om zich heen steeds meer bezig zijn met duurzamer leven. “Ik denk meer dan een jaar geleden. Maar dat komt voornamelijk omdat de energieprijzen heel hoog zijn. Studenten zijn minder bezig met zonnepanelen of warmtepompen, maar wel met dingen in het dagelijks leven. Zoals korter douchen of de verwarming een graadje lager zetten.”
Minder geld voor duurzamere variant
Wat verder opvalt, is dat ruim een kwart van de Gen’Z-ers en Millenials aangeeft nu minder ruimte te hebben om geld uit te geven aan duurzame producten en diensten dan in 2022. 66 procent nog steeds bereid om meer te betalen voor een duurzame(re) variant. Dit geldt vooral voor etenswaar (27 procent), kleding (24 procent), energie (18 procent) of financiële diensten (11 procent).
Marloes (28) woont in Amsterdam. Ruim een jaar geleden ging ze van student naar werkende. “Nu ik meer geld te besteden heb, let ik beter op welke producten ik koop. Ik kies nu vaker biologische kip, in plaats van scharrelkip. Ook probeer ik zo min mogelijk voedsel te verspillen. Dat besef is wel sterker geworden dan een jaar geleden.”
“Ik denk ook dat ik duurzamer leef, omdat duurzaamheid je min of meer steeds meer opgedrongen wordt.”
Marloes
Meer inspanning bedrijven en organisaties
Uit het onderzoek van bunq blijkt dat te weinig financiële middelen (49 procent) en kennis (24 procent) de belangrijkste redenen zijn om niet (verder) te verduurzamen. Voor Marloes is tijd het grootste struikelblok. “Als ik thuiskom na een lange dag werken, ga ik vaak voor een makkelijke maaltijd, en dat is automatisch vaak minder duurzaam.”
Driekwart van de ondervraagden vindt dat bedrijven en organisaties zich meer zouden moeten inspannen om hun klanten duurzame producten en diensten aan te kunnen bieden. Marciano merkt dat werkgevers al steeds meer inspelen op duurzaamheid. “Mijn vriendin kon kiezen tussen een leaseauto of een NS Business Card. Als ze voor het OV-abonnement ging, kreeg ze een gratis treinvakantie cadeau. Mijn werkgever gaat dat ook doen: als je kiest voor een treinvakantie, krijg je een extra vakantiedag.”
Ook voor de werkgever van Marloes is duurzaamheid al een belangrijk aandachtspunt. “Ik denk ook dat ik duurzamer leef, omdat duurzaamheid je min of meer steeds meer opgedrongen wordt. Op mijn werk hebben we bijvoorbeeld meatless Monday en de leaseauto’s zijn allemaal elektrisch. Maar leef ik nou echt duurzaam? Ik vind het een lastige vraag. In mijn ogen ben ik er wel mee bezig: ik rijd elektrisch, koop vaker tweedehands kleding, probeer geen voedsel te verspillen. Maar aan de andere kant vlieg ik nog wel en zit ik de hele dag achter een computer te werken die stroom vreet.”
Als je dit artikel leuk vindt, lees dan ook:
