Over Decarbonizing Europe
Waar gaat het coronaherstelfonds over?
Wie doen er allemaal mee?
Alle lidstaten van de Europese Unie. Alle lidstaten? Nee, Nederland heeft nog geen plannen ingediend. Hoewel eind januari bekend werd dat er achter de schermen in Nederland hard is gewerkt om de Europese miljarden binnen te slepen.
Waar moeten de lidstaten het geld aan uitgeven?
Minstens 37 procent moet worden gebruikt voor vergroening en 20 procent voor digitalisering. Daarnaast zijn er nog andere speerpunten:
– Smart, sustainable and inclusive growth
– Social and territorial cohesion
– Public health, economic social and institutional resilience
– Policy for future generations
Wat gebeurt er nog meer?
Verder heeft de EC nog enkele zogenoemde flagship areas benoemd:
Power up
Renovate
Recharge and Refuel
Connect
Modernise
Scale-up
Reskill and upskill
Wat gaat Innovation Origins doen?
De komende maanden besteden we aandacht aan de uitvoering van de plannen. We beschrijven wat elk land doet om de CO2-uitstoot terug te dringen en we maken reportages van innovatieve projecten. Aan de hand van infographics kun je de inspanningen van de lidstaten met elkaar vergelijken.
Een crisis als de coronapandemie vraagt om stevige maatregelen. De EU heeft 723,8 miljard vrijgemaakt om met het coronaherstelfonds (Recovery and Resilience Facility; RRF) de Europese economie uit de door corona veroorzaakte recessie te trekken. Om aanspraak te maken op een deel van die grote zak geld, dienen lidstaten een plan in bij de Europese Commissie. In de serie Decarbonizing Europe leggen we die plannen onder een vergrootglas. Deze week: Oostenrijk.
Oostenrijk krijgt 3,5 miljard euro uit het coronaherstelfonds. Het land heeft de begroting verhoogd om uiteindelijk 4,5 miljard te kunnen investeren. Het land gaat ook veel verder dan het minimumaandeel die de Europese Commissie voor de twee focusthema’s voorschrijft: 59 procent van het bedrag gaat naar de groene transformatie en 53 procent naar de digitale transitie. De maatregelen moeten worden uitgevoerd door middel van 27 hervormingen en 32 investeringen.
Om een duurzame vermindering van broeikasgassen te bereiken – in de zin van de EU-klimaatdoelstellingen – investeert Oostenrijk grote sommen in nieuwe infrastructuur. Bijna de helft van het investeringsbedrag gaat naar drie sectoren: milieuvriendelijke mobiliteit, uitbreiding van breedband en digitalisering en vergroening van bedrijven.
Breedbandoffensief
Het hoogste investeringsbedrag, bijna 900 miljoen euro, is bestemd voor digitalisering en komt ten goede aan het breedbandoffensief. Hier heeft de Corona-crisis aangetoond dat een concurrerende economie en sociale participatie niet mogelijk zijn zonder effectieve digitale connectiviteit. De landelijke voorziening van gigabit-toegangsnetwerken is dan ook bedoeld om het concurrentievermogen van de nationale economie en een inclusieve samenleving te waarborgen.
Een voorbeeld van sociale uitsluiting zijn kinderen uit gezinnen met een laag inkomen die geen lessen konden volgen tijdens de fase van afstandsonderwijs. Daarom moet er ook de onderwijssector worden gedigitaliseerd (177,1 miljoen euro). De verstrekking van digitale apparatuur moet eerlijke en voor iedereen gelijke toegang tot onderwijs mogelijk maken.
Mobiliteitsplan 2030
De huidige regering voerde vorig jaar al het zogenaamde KlimaTicket in. Hiermee kunnen burgers voor 1095 euro per jaar gebruik maken van alle vervoermiddelen in heel Oostenrijk. Dat systeem wil het land nu verder uitbouwen, inclusief het KlimaTicket. Daarvoor is bijna 850 miljoen euro gereserveerd. Daarmee komt het mobiliteitsoffensief op de tweede plaats in het Oostenrijkse herstelplan. De Oostenrijkse minister van Milieu, Leonore Gewessler, verklaarde aan Innovation Origins dat de regering op deze manier de ommekeer op het gebied van mobiliteit wil bewerkstelligen en dat tegen 2040 klimaatneutraliteit moet worden bereikt. De maatregelen bestrijken alle gebieden: te beginnen met actieve mobiliteit per fiets en te voet – via openbaar vervoer en individueel vervoer – tot spoor-, lucht- en goederenvervoer.
Ook interessant: Leeftijd, inkomen en woonplaats bepalen je CO2-emissie
Een centrale hefboom voor meer klimaatbescherming is het goederenvervoer. Een verschuiving van het goederenvervoer naar het spoor kan leiden tot een vermindering van de uitstoot van broeikasgassen, lawaai en fijnstof. Om groene brandstoffen, zoals e-brandstoffen of waterstof, beschikbaar te maken voor het zware transport, investeert de regering in onderzoek. Hetzelfde geldt voor de luchtvaart. Maar “tegen 2035 moeten alle in Oostenrijk nieuw geregistreerde vrachtwagens emissievrij zijn, en tegen 2040 moeten alle Oostenrijkse vliegtuigen emissievrij zijn”, aldus de minister van Milieu.
Betere spoorwegen
Het zwaartepunt van de spooruitbreiding ligt zowel bij de ontsluiting van afgelegen regio’s als een uitbreiding van het aanbod in het Europese netwerk van nachttreinen. Beide maatregelen moeten reizen per spoor aantrekkelijker maken voor toeristen. In het individuele vervoer is het de bedoeling tegen 2030 alleen nog emissievrije auto’s toe te laten. Tegelijk moet het gebruik van het openbaar vervoer aantrekkelijker worden gemaakt – ook voor pendelaars. Gewessler: “We zijn al met veel zaken begonnen, bijvoorbeeld het KlimaTicket met meer dan 140.000 kaarthouders en het spoorweguitbreidingspakket ter waarde van meer dan 18 miljard euro.
Energie-armoede
Oostenrijk wil zo veel mogelijk burgers bereiken met zijn coronaplan. Een geschikte maatregel is het renovatieoffensief, waarin 210 miljoen euro wordt geïnvesteerd om energiearmoede tegen te gaan. Ondanks bestaande subsidies zijn veel energiebesparende maatregelen niet betaalbaar voor huishoudens met een laag inkomen. Aangezien renovatieprojecten van ontwikkelaars van sociale woningen en leveranciers van energiediensten ook worden gesubsidieerd, profiteren veel burgers bovendien van lagere energiekosten.
Vergroening van bedrijven
Op de derde plaats staat de digitalisering en vergroening van bedrijven, die het concurrentievermogen van Oostenrijkse bedrijven moeten veiligstellen. Het investeringsbedrag beloopt meer dan 600 miljoen euro. Voorts moet het openbaar bestuur worden gedigitaliseerd (160 miljoen euro) en moet het zogenoemde once-only-principle van de EU worden toegepast. Het voordeel hiervan is dat ondernemingen bepaalde standaardinformatie slechts eenmaal aan de autoriteiten en overheidsdiensten hoeven door te geven.
NextGeneration EU
De coronacrisis is een van de grootste uitdagingen van onze tijd. Met NextGenerationEU – met 806,9 miljard euro het grootste herstelplan ooit – wil de Europese Unie de lidstaten helpen om sterker uit de crisis tevoorschijn te komen. Het coronaherstelfonds vormt de kern van dit plan (723,8 miljard euro).
Dit fonds heeft twee doelen: ten eerste de Europese economie uit de recessie trekken die door de coronapandemie is veroorzaakt. Tegelijkertijd is het bedoeld om een impuls te geven aan belangrijke investeringen voor de toekomst en aan maatregelen om verandering door te voeren.
Alle 27 lidstaten hebben een plan ingediend. Of al het geld ook daadwerkelijk wordt uitgekeerd, is afhankelijk van een uiteindelijke beoordeling van de projecten. Zo moeten bijvoorbeeld de landen ten minste 37 procent van hun begroting besteden aan klimaatmaatregelen en 20 procent aan digitalisering.
Ook wil Oostenrijk het handelsrecht verder liberaliseren. Een van de maatregelen is de invoering van een nieuwe rechtspersoonlijkheid, voorlopig Austrian Limited genoemd. Verder komen er meer mogelijkheden om groeigerichte startende ondernemingen op duurzame wijze te ondersteunen.
Biodiversiteit en plastic-economie
Maar liefst 350 miljoen euro gaan naar projecten op het gebied van biodiversiteit en circulaire economie. De bevordering van circulaire systemen heeft voornamelijk betrekking op plastic verpakkingen. In Oostenrijk wordt jaarlijks ongeveer 0,92 ton kunststofafval geproduceerd. 77 procent daarvan zit in het restafval en slechts 28 procent wordt gerecycled. Daarnaast wil de regering ook het langdurig gebruik van elektrische apparaten ondersteunen, door middel van een reparatiebonus voor consumenten. Dit systeem is al getest in Wenen en zal in 2022 in het hele land worden ingevoerd.
Technische banen voor vrouwen
Oostenrijk reserveert 227 miljoen euro voor herscholing en bijscholing. Oostenrijk hecht veel belang aan gekwalificeerde, geschoolde werknemers en wil vaardigheden en competenties van mensen met een laag kwalificatieniveau – en vrouwen – verbeteren. Beide groepen zijn de laatste tijd sterk getroffen door werkloosheid als gevolg van de pandemie. Eén aandachtspunt is programma’s voor arbeidsmarktbeleid om vrouwen te helpen over te stappen naar niet-traditionele, technische banen.
Dit is een doel dat ook in het onderzoek wordt nagestreefd. Hier moeten vrouwen worden gemotiveerd om vakken als wiskunde, informatica, natuurwetenschappen of technologie te kiezen. Voor diploma’s in technische vakken moet het aandeel van vrouwen met vijf procentpunten worden verhoogd. Ook moet de zogenoemde loonkloof worden aangepakt, evenals de ongelijkheid op het gebied van de pensioenen tussen mannen en vrouwen.
In Oostenrijk is de inkomenssituatie van vrouwen in het afgelopen decennium nauwelijks verbeterd. In 2020 verdienden zij bijna een vijfde (18,9 procent) minder bruto per uur dan mannen in de particuliere sector, zo blijkt uit gegevens van het Oostenrijkse bureau voor de statistiek. In 2010 bedroeg de loonkloof tussen mannen en vrouwen nog 24 procent. Daarmee staat Oostenrijk ver achter op de EU-ranglijst. Alleen in Letland en Estland was de loonkloof tussen mannen en vrouwen in 2020 groter.
Stimulering van onderzoek
Op het gebied van wetenschappelijk onderzoek, techniek en innovatie zet Oostenrijk vooral in op de ontwikkeling van quantumwetenschappen. Het land beschikt over sterke onderzoeksteams in deze sector en wil zijn positie als vestigingsplaats voor bedrijven op dit gebied graag versterken. Bovendien komt er een centrum voor precisiegeneeskunde. Investeringsbedrag: 212 miljoen euro. Het land investeert verder flink in gezondheidszorg, gemeenschapsvorming, kinderzorg en kunst en cultuur.
In de gezondheidssector wil de staat investeren in eerstelijnszorgcentra (125 miljoen euro). Dit moet leiden tot een hogere kwaliteit van de huisartsenzorg. De teamstructuur bevordert ook gezinsvriendelijke arbeidsomstandigheden, vooral voor vrouwelijke artsen. Verdere ontwikkeling van preventieve zorg en uitbreiding van wijkverpleging zijn andere actieterreinen. Dit laatste is bedoeld om burgers te ontlasten van de zorg voor familieleden, die vooral vrouwen treft.
Ook interessant: App helpt Oostenrijkers hun duurzame doelen te bereiken
Steun ons!
Innovation Origins is een onafhankelijk nieuwsplatform, dat een onconventioneel verdienmodel heeft. Wij worden gesponsord door bedrijven die onze missie steunen: het verhaal van innovatie verspreiden. Lees hier meer.
Op Innovation Origins kan je altijd gratis artikelen lezen. Dat willen we ook zo houden. Heb je nou zo erg genoten van de artikelen dat je ons een bedankje wil geven? Gebruik dan de donatie-knop hieronder: