Ruim een uur voordat Mark Rutte Nederland toesprak om te vertellen dat de maatregelen rond het coronavirus nog zeker tot 28 april zullen gelden, kwamen ruim 100 mensen samen op Zoom. Van App-ontwikkelaars tot studenten, verpleegkundigen en andere zorgprofessionals. Allemaal zitten ze in spanning te wachten op de uitslag van de eerste online hackathon van Dutch Hacking Health. Van vrijdagochtend tot dinsdagmiddag kwamen de ‘hackers’ digitaal bij elkaar om aan hun ‘Hack Corona’ ideeën te werken.
Net zoals bij iedere hackathon begonnen de deelnemers dag met een gezamenlijke kop koffie, niet fysiek bij elkaar. Maar in een apart Zoom-kanaal. Om te vertellen hoe het met de voortgang staat, hulp te vragen bij bepaalde onderwerpen of gewoon een sterk verhaal te delen. Na de koffie gaan teams in hun eigen ‘online werkplaats’ verder. Als ze hulp nodig hebben, kunnen ze bij verschillende experts terecht die hun ‘diensten’ aanbieden in de ‘algemene ruimte’ van de hackathon. Hier droppen coaches tips over (online) samenwerken, helpen deelnemers elkaar op weg en verschijnen links naar masterclasses (die ook weer via een Zoom-kanaal gegeven worden). Eigenlijk alles wat je tijdens een echte hackathon ook tegenkomt, maar dan online.
Lees hier meer.
In sommige teams merken ze geen verschil met de echte wereld, maar anderen hebben er weer meer moeite mee. Muriël van Oers is student aan de TU Delft en werkt bij slaap start-up Somnox en legt uit dat het in het begin lastig is om erachter te komen wie waar goed in is. “Normaal tast je dat in het begin een beetje af, maar dat gaat online niet. Het is super lastig om dat aan te voelen. Nu duik je er meteen in en ga je gaat aan de slag. In het begin is dat wennen. Maar dat went heel snel, je moet wel.”
Fysiek samenwerken heeft voorkeur
Want het heeft ook voordelen, zo’n online hackathon: “Je kunt nu een kwartier van te voren een afspraak maken om eventjes iets te overleggen. Dat gaat veel sneller. Maar ik denk wel dat fysiek bij elkaar komen beter werkt, zeker als je vier dagen lang met elkaar aan een project werkt”, legt Van Oers telefonisch uit.
Dat bij elkaar komen zat er niet in en met haar team van zes tot acht man werkte ze zo’n zes uur per dag aan hun project ‘Samen op Afstand’. “Niet iedereen is even actief, in het begin hebben anderen weer wat meer gedaan. Daarom zeg ik een team van zes tot acht. We zouden er zo’n vier uur per dag in steken, maar dat werden er al snel zes”, vertelt Van Oers enthousiast.
Van Oers won samen met haar team in de categorie Best Human Centered Design. Het online printbare boekje dat het team bedacht, raakt Van Oers persoonlijk. “De afgelopen weken lag mijn opa op de IC en is vorige week overleden. Ik heb nog alles tegen hem kunnen zeggen, maar sommige familieleden niet. Dat is pijnlijk. Wij willen met dit boekje, dat je als PDF kunt invullen online, maar ook kunt printen, mensen een mooi levenseinde bieden.”
Dagboek als emotionele steun
In het boekje moeten onder andere praktische tips staan die het leven voor personen op afgesloten afdelingen en hun naasten wat draaglijker maken. “Het klinkt heel stom, maar door de stress vergaten we bij mijn opa dat we ook konden videobellen. Dat soort simpele tips bieden dan uitkomst. Maar het moet ook een soort dagboek zijn, waarin een patiënt foto’s, herinneringen of andere dingen kan delen met familie op afstand. Alles wat als emotionele support kan dienen in zo’n moeilijke tijd. We willen hiermee proberen om patiënten helpen zodat ze niet het idee hebben dat ze alleen moeten sterven.”
Een andere finalist is Christine Changoer, zij bedacht samen met haar team vertalingswebsite waar de laatste informatie rond corona wordt vertaald in verschillende talen. Het team schakelt hiervoor verschillende organisaties als ambassadeurs in. Changoer werkt normaal gesproken als consultant in de financiële of industriële sector. “Ik vind het belangrijk om me ook in andere onderwerpen te verdiepen. De sectoren waar ik normaal voor werk zijn over het algemeen vrij hard. Zorgopdrachten doe ik eigenlijk te weinig.”
Changoer heeft Surinaams-Hindoestaanse roots. Haar overgrootouders kwamen uit India en zelf werd ze geboren in Suriname. Als jong meisje woonde ze in een asielzoekerscentrum in Friesland. “Ik moet er niet aan denken dat mijn oma – die analfabeet was – dit zou moeten meemaken. Ze zou er veel te weinig van begrijpen. Dit onderwerp gaat me aan het hart, dus ik moest er wel iets mee doen. Ook nu zijn er nog steeds mensen die de Nederlandse taal niet spreken. Die mensen willen wij helpen.”
Menselijke manier van verbinden
Het is voor Changoer de eerste keer dat ze meedoet aan een hackathon en ze is verbaasd over de energie: “Het is belangrijk dat we deze coronacrisis niet alleen door een zorgbril bekijken, dit is echt een maatschappelijk probleem. Dat vind ik het mooie hier aan, iedereen wil meedenken. Hulp komt echt van de mensen en we moeten het samen doen. Ik ben maandag pas aangehaakt en vind het echt ontzettend gaaf om te zien dat ik met mensen die ik helemaal niet ken – ik weet niet eens hoe ze eruit zien – in zo’n korte tijd iets kan neerzetten.”
“Het heeft m’n ogen geopend. Nu zie je hoe snel we dingen voor elkaar kunnen krijgen met z’n allen. We beoordelen elkaar niet op ego. Het maakt niet uit wat iemand heeft gepresteerd, wat iemand verdient of bij welk bedrijf hij werkt. Het gaat om verbinden op de menselijke manier, teamwork. Er ontstaan ontzettend mooie dingen wanneer we bezig zijn voor elkaar. Ik hoop dat we dat kunnen vasthouden na de crisis.”
Changoer en haar team werden uit de vijf finalisten niet gekozen als winnaar. Naast Best Human Centered Design koos de jury ook uit Best Data Driven, die werd gewonnen door Wavey Bubble. Het team van CO-nect ging aan de haal met Best Innovation. Ook was er een publieksprijs voor Lekker in je velletje. De drie winnende teams doen mee aan de landelijke finale aan het einde van dit jaar. Teams die hun idee verder willen ontwikkelen kunnen hiervoor terecht bij de organisatie.