©Istock/Peshkov
Author profile picture

Marijn en ik hebben vijf jaar lang samengewerkt in de Tweede Kamer waar ik tussen 2010 en 2021 Kamerlid was voor D66 en waar Marijn vanaf 2015 fungeerde als het digitale geweten van de fractie. Inmiddels zetten we onze strijd voor een menselijke samenleving in het digitale tijdperk voort buiten de politiek. Wel blijven politiek en beleid ook hier belangrijke invalshoeken. Net als overigens psychologie en gedrag, want digitale technologie speelt vaak -onbewust- in op ons brein. Hierover meer in komende columns!

Hoewel het jaar 2022 alweer twee weken oud is, gebruik ik deze openingscolumn deels voor een terugblik op het dynamische jaar 2021 en een vooruitzicht op het spannende jaar dat voor ons ligt.

Met het zo weerbarstige coronavirus, de herhaaldelijke lockdowns en de verscherpte maatschappelijke spanningen was 2021 uiterst turbulent. Politiek stond het bijna geheel in het teken van de langlopende kabinetsformatie: op 15 januari 2021 trad het voltallige kabinet Rutte III af vanwege de Toeslagenaffaire en op 15 december 2021 sloten VVD, D66, CDA en CU een nieuw coalitieakkoord als basis voor het kabinet Rutte IV. Afgelopen maandag stond het kersverse kabinet dan eindelijk op het bordes. In die zin start deze column op een schitterend moment.

Digitale sleutelgebeurtenissen

Voor ik mijn nieuwjaarswens voor 2022 opschrijf zet ik eerst de digitale sleutelgebeurtenissen van 2021 even voor u op een rij. Dan bent u gelijk weer bij.

Te beginnen met de hoogtepunten:

  1. De installatie van de nieuwe Tweede Kamercommissie Digitale Zaken. Hoewel de enthousiaste Kamerleden nog zoeken naar hun rol is deze politieke structuur cruciaal voor een meer volwassen debat over digitale technologie. Te lang werden discussies over algoritmes, over datalekken of over ICT-projecten onsamenhangend gevoerd. Met slechte uitkomsten als gevolg.
  2. De digitale paragraaf in het nieuwe coalitieakkoord. Eindelijk is er serieuze aandacht voor digitalisering! Zo komt er een speciale algoritmewaakhond en worden serieuze stappen gezet op het vlak van privacy, dataprotectie en cybersecurity. Of de uitvoering ook het beloofde elan en de nodige financiële middelen krijgt, moeten we nog wel afwachten.
  3. De inzet van de Europese Unie voor meer digitale soevereiniteit (‘strategic autonomy’ in de woorden van de Franse president Macron). Met wetgeving zoals de Digital Market Act en de Digital Services Act wordt de macht van Big Tech eindelijk begrensd. Bovendien worden stappen gezet om de digitale dominantie van China en de VS het hoofd te bieden. Dat wordt hoog tijd, want de afhankelijkheid op het vlak van 5G-apparatuur en cloud-diensten begint zorgwekkende vormen aan te nemen.

Onophoudelijke datazucht

Helaas waren er ook dieptepunten:

  1. De onophoudelijke datazucht van het kabinet. Ondanks de lessen van de Toeslagenaffaire is de problematische datawet WGS (Wet Gegevensverwerking Samenwerkingsverbanden) nog steeds niet van tafel. Deze maakt disproportionele uitwisseling en verwerking van databestanden mogelijk. Ook wil het kabinet meer digitale bevoegdheden geven aan veiligheidsorganisaties als de AIVD en de NCTV. Daarmee kruipt de overheid steeds dieper onder de huid van burgers en dat schuurt met onze rechtsstaat. Het zou zomaar kunnen dat Marijn hier volgende maand op terugkomt!
  2. Geen minister van Digitale Zaken. Liefst vier extra ministers komen er, waaronder een voor stikstof. Maar voor ‘Digitalisering’ kon er slechts een halve staatssecretaris vanaf. Een gemiste kans. Want grote vraagstukken als datagebruik door de overheid, de toekomst van de digitale infrastructuur en de toenemende ontwrichting door desinformatie, polarisatie of zelfs intimidatie schreeuwen om duidelijke kaders en meer regie.
  3. De onvolwassen discussie over de digitale infrastructuur. De komst van het Facebook-datacentrum legde pijnlijk bloot dat zowel de Tweede als Eerste Kamer vooral de onderbuik laten spreken als het gaat om de digitale infrastructuur. Dan bedoel ik het stelsel van zeekabels, regionale datacenters en glasvezelnetwerken, dat nodig is om massaal thuisonderwijs en online vergaderen mogelijk te maken in deze tijden van corona. Facebook kan mij gestolen worden maar als we met zijn allen meer data gebruiken, zijn meer (regionale) datacenters nodig.

Lees ook: Zoveel stroom vreten datacenters en dit kunnen we ertegen doen

Digitale duurzaamheid

Dit gezegd hebbende wil ik ons voor het komende jaar vanaf deze mooie plek iets toewensen dat zou ik willen samenvatten met de term ‘digitale duurzaamheid’. Daarmee bedoel ik doordacht, onderbouwd, samenhangend en dus toekomstbestendig beleid als basis voor een gezonde digitale transformatie en een menselijke samenleving in het digitale tijdperk.

Ik hoop van harte dat het nieuwe kabinet in het algemeen en de nieuwe staatssecretaris Digitalisering in het bijzonder hier het komende jaar werk van gaan maken. In samenwerking met burgerrechtenorganisaties, wetenschappers, bedrijven en informatieprofessionals.

Ik volg het voor u op de voet en wens u voor nu een duurzaam digitaal 2022.