In een wekelijkse column, afwisselend geschreven door Maarten Steinbuch, Carlo van de Weijer, Daan Kersten, Lucien Engelen en Tessie Hartjes, probeert E52 uit te vinden hoe de toekomst eruit zal zien. De vijf columnisten zijn allemaal op hun eigen manier bezig met technologieën die oplossingen voor de problemen van onze tijd kunnen leveren. Deze zondag is verwelkomen we gastschrijver Ton van Mol van Holst Centre.
Hier alle afleveringen van [MORGEN BETER]
Door Ton van Mol
“Het antwoord ligt erin om mensen zo lang mogelijk uit het ziekenhuis te houden.”Ton van Mol, Holst Centre
De wereld vergrijst. Er waren in het jaar 2000 al 600 miljoen mensen ouder dan 60 jaar, en voorspellingen geven aan dat dat er in 2050 meer dan 2 miljard zullen zijn. Naarmate we ouder worden, krijgen we meestal meer gezondheidsproblemen. Langdurige ziektes zoals Parkinson en Alzheimer nemen nu al toe en dat zal alleen maar erger worden. Veel ziektes kunnen worden behandeld, maar tegen een prijs. Veel landen besteden in de gezondheidszorg al zo’n 20% van het BNP.
Dus hoe kunnen we mensen langer meer levenskwaliteit geven, maar de kosten van de gezondheidszorg toch onder controle houden? Het antwoord ligt erin om ze zo lang mogelijk uit het ziekenhuis te houden. Door mensen toegang te geven tot hoogwaardige, directe zorg in hun eigen huizen, kunnen ze zo normaal mogelijk leven.
Waar naar toe met wearables?
Deze ambitie leidt tot een trend naar draagbare controleapparatuur, een trend waarin Holst Centre al jaren voorop loopt. Door ontwikkelingen zoals onze Health patch (foto) hebben we aangetoond dat het mogelijk is primaire vitale symptomen op te sporen – inclusief lichaamstemperatuur, hartslag, ademhalingssnelheid, bloeddruk en zuurstofgehalte in het bloed – met klinische kwaliteit in een echte leefomgeving. Dit alles dankzij comfortabele, onopvallende wearables.
Nu is het dus zaak om met de klinische en industriële partners het terrein verder te verkennen. We weten dat het mogelijk is om alle vijf vitale signalen tegelijkertijd te volgen, maar is dat de meest kosteneffectieve manier om mensen en hun zorgverleners te helpen? En als we ons concentreren op slechts een paar vitale signalen, welke zouden dat dan moeten zijn? Tegelijkertijd: heeft de markt wel behoefte aan zo’n draagbaar monitoring platform? Of moeten we ons toch richten op op maat gemaakte oplossingen voor specifieke ziekten?
Dit zijn allemaal nog openstaande vragen. En we zouden graag van betrokken partijen horen hoe wearables het beste ingezet kunnen worden.
Continue preventie
Holst Centre heeft altijd geholpen om de focus van de gezondheidszorg te verleggen van ziektebeheer naar gezondheidsbeheer. En als het gaat om gezondheid, denk ik dat iedereen het erover eens is dat preventie beter is dan genezen.
Een manier om ziektes te voorkomen is mensen regelmatig hun zogenaamde biomarkers te laten volgen. Dit zijn moleculen die een vroegtijdige waarschuwing kunnen geven voor mogelijke problemen voordat de symptomen echt voelbaar worden. Bijvoorbeeld, bloedglucosegehalten kunnen het risico op diabetes aantonen, cortisol geeft stress aan en bilirubine een gevaar voor geelzucht bij pasgeboren baby’s.
En hoe eerder je handelt, des te kleiner de behandeling die nodig is en hoe beter het resultaat.
Er zijn echter duizenden moleculen die potentieel interessante biomarkers zijn. op welke ziekten en welke biomarkers zou de industrie zich moeten richten? En hoe controleren we ze op een niet-invasieve manier? We kunnen niet verwachten dat miljarden mensen elke dag bloedonderzoeken ondergaan.
Samen het juiste pad kiezen
Om met de tweede vraag te beginnen: in het bijzonder kijken we naar wat we kunnen meten met behulp van zweet, adem of een combinatie van beide. Subdermale bewaking via micronaaldjes die zo klein zijn dat je ze niet eens voelt is een andere mogelijkheid. Net zoals het gebruik van microfluidica om bloed te analyseren. Het gebruik van transdermaal licht – zoals bij de pulsoximeter – is ook door sommigen al geopperd. Maar ik vermoed dat de concentraties van biomerkers te laag zijn om dit effectief te maken.
De eerste vraag – welke moleculen zijn het meest interessant – kan geen enkele organisatie op eigen kracht beantwoorden. Dus praten we met onze collega’s van TNO en imec, en ook met klinische partners en ziekenhuizen om de juiste ziekten en biomarkers te kunnen identificeren. Er is veel belangstelling aan alle kanten om de juiste antwoorden op die vraag te vinden.
Naast wat technisch en medisch mogelijk is, zijn er ook grote vragen over de vraag of de industrie en de markt klaar zijn voor continue monitoring van de biomarkers. Zijn bedrijven op zoek naar dit soort oplossingen? Zijn verzekeraars en zorgverleners bereid om te betalen, gezien de mogelijke besparingen op langere termijn?
We zijn al in gesprek met diverse spelers in de zorgketen om gemeenschappelijke roadmaps en tijdlijnen te definiëren. Maar we willen deze discussies graag uitbreiden, zodat we de meningen en behoeften van meer mensen en organisaties kunnen horen.
Hebt u zelf ook ideeën over monitoring van de gezondheidszorg nu of in de toekomst, dan kunt u contact opnemen met ons via [email protected].