Pixabay
Author profile picture

De Nederlandse landbouw staat voor een radicale omwenteling. De mestcrisis vormt het nieuwste hoofdpijndossier van Den Haag. Demissionair minister Adema werkt aan een uitkoopregeling van drie miljard euro voor boeren. Tegelijkertijd worstelen boeren met een mestoverschot van 10,5 miljard liter, terwijl de Europese Commissie het mestbeleid herziet. Deze ontwikkelingen dreigen de inkomens van melkveehouders te drukken en de natuur verder te belasten.

Waarom dit belangrijk is:

We belichten drie duurzame alternatieven voor mest, van kunstmestvervangers tot innovatieve technologieën, die een essentiële rol kunnen spelen bij het bevorderen van een milieuvriendelijke landbouw in Nederland. Deze oplossingen zijn niet alleen cruciaal voor het aanpakken van de mestproblematiek, maar ook voor het bevorderen van duurzaamheid en het verminderen van de impact van de landbouw op het milieu.

Brussel bepaalde vorig jaar dat de uitzonderingspositie die Nederlandse boeren hebben in het Europese mestbeleid, ten einde komt. In Nederland mogen boeren extra mest uitrijden, omdat het gras hier relatief gezond is en dus veel voedingsstoffen opneemt. Maar, de kwaliteit van het oppervlaktewater komt in het geding, dus heeft de Europese Commissie besloten dat Nederlandse boeren vanaf 2026 aan dezelfde regels moeten voldoen als de rest van Europa.

Wij zetten drie duurzame alternatieven voor mest die moeten zorgen voor een milieuvriendelijke landbouw, op een rij.

1. Renure als duurzaam alternatief

Allereerst is er Renure, een kunstmestvervanger uit dierlijke mest. Dit product is momenteel in afwachting van goedkeuring door de Europese Commissie. Renure staat voor ‘REcovered Nitrogen from manURE’ en bevat stikstofhoudende meststoffen gewonnen uit dierlijke mest. Het heeft dezelfde werking als kunstmest, maar met een lager risico op nitraatuitspoeling, wat het een milieuvriendelijker alternatief maakt.

LTO Nederland, de belangenvereniging voor boeren en tuinders, zet zich al sinds 2008 in voor de toelating van dergelijke kunstmestvervangers. De organisatie benadrukt het belang van de randvoorwaarden en de uitwerking van de voorstellen van de Europese Commissie, om te bepalen of Renure daadwerkelijk kan bijdragen aan een duurzamere landbouw.

2. Elektriciteit als voedingsbron

Een ander innovatief concept is het ‘voeden’ van planten met elektriciteit. Onderzoekers werken aan een elektrochemisch proces dat stikstof uit de lucht omzet in ammoniak, een essentiële bouwsteen voor plantengroei. Dit proces gebruikt elektrische stroom, idealiter afkomstig van hernieuwbare bronnen, en zou een duurzaam alternatief kunnen bieden voor de huidige productie van ammoniak, die verantwoordelijk is voor een significant deel van de wereldwijde CO₂-uitstoot.

Deze methode heeft het potentieel om de Haber-Bosch productie van ammoniak, die veel fossiele brandstoffen vereist, te vervangen. Het zou boeren in staat kunnen stellen om lokaal en op een duurzamere wijze ammoniak te produceren, wat weer een positieve invloed zou kunnen hebben op het mestoverschot.

3. Zelf kunstmest maken met plasmatechnologie

Wereldwijd is twee procent van de CO₂-uitstoot toe te schrijven aan de productie van ammoniak. De productie gebeurt voornamelijk aan de hand van het zogenoemde Haber-Boschproces, dat aan het begin van de twintigste eeuw ontwikkeld werd. Daarbij wordt een mengsel van stikstofgas en waterstofgas door middel van hoge temperatuur en druk omgezet in ammoniak. Het gebruik van aardgas, als bron voor waterstofgas, zorgt voor de grote CO₂-uitstoot. Wetenschappers van KU Leuven en UAntwerpen hebben nu een eerste doorbraak gerealiseerd in de zoektocht naar een duurzaam alternatief voor ammoniaksynthese.

Professor Annemie Bogaerts (UAntwerpen): “Een eerste drempel om ammoniak te produceren, is het splitsen van het stikstofmolecule N2. Dat is een erg stabiel molecuul. In plaats van de hoge temperaturen en druk van Haber-Bosch gebruiken wij een plasmareactor. Onze technologie zal het Haber-Boschproces niet meteen vervangen, maar kan op korte termijn wel een bijzonder waardevolle aanvulling bieden.”

In tegenstelling tot de huidige ammoniakproductie die gebeurt in een beperkt aantal gigantische reactoren, kan de plasmatechnologie lokaal worden ingezet met kleine installaties op verschillende plekken. Denk aan boeren in afgelegen gebieden. Zij kunnen met deze technologie, aangedreven door zonne- of windenergie, hun eigen meststoffen produceren.