Nederland staat voor een economische uitdaging. De arbeidsproductiviteit stagneert en de regionale verschillen zijn groot. Groot-Amsterdam en Brainport Eindhoven tonen dat verschuiving naar hoogproductieve sectoren loont. Een beleid dat inspeelt op de unieke krachten van elke regio kan de nationale economie een boost van 6% geven. Een structurele regionale aanpak is cruciaal voor het toekomstige verdienvermogen van Nederland. Dat schrijven de economen van RaboResearch in hun vandaag verschenen studie naar regionale verschillen in productiviteitsgroei.
Waarom is dit belangrijk?
Amsterdam en Brainport laten zien wat er nodig is om als land economische groei te bereiken. De sleutel zit in de aandacht voor hoogproductieve sectoren.
De arbeidsproductiviteit laat zien hoe efficiënt arbeid is bij het leveren van diensten of producten, vertelt regionaal econoom Floris Jan Sander. “De groei daarvan neemt al decennia af. Tussen 2010 en 2022 ging het om slechts 0,5 procent per jaar, terwijl de groei in de periode 1990-2000 nog 1,5 procent per jaar was. Deze dalende trend is zorgwekkend, vooral omdat de beroepsbevolking in Nederland afneemt door vergrijzing en omdat arbeidsproductiviteitsgroei essentieel is voor de internationale concurrentiepositie van Nederland.”
Amsterdam en Brainport uitzonderlijke groeiregio’s
In de studie nemen de economen de productiviteit van veertig Nederlandse regio’s onder de loep. Sander: “We zien in praktisch alle regio’s de werkgelegenheid verschuiven van hoog- naar laagproductieve sectoren. Dit remt de arbeidsproductiviteitsgroei. Behalve in Groot-Amsterdam en Brainport Eindhoven, daar verschuift de werkgelegenheid van laag- naar hoogproductieve sectoren. Het is een belangrijke verklaring waarom de arbeidsproductiviteit in die regio’s harder groeit.”
De opmerkelijke voorbeelden van Groot-Amsterdam en Brainport Eindhoven tonen aan wat mogelijk is: een verschuiving van werkgelegenheid van laagproductieve naar hoogproductieve sectoren, wat resulteert in een stimulans voor zowel de productiviteitsgroei als de werkgelegenheid in deze regio’s. Dit is een belangrijke les voor andere regio’s die achterblijven en streeft naar economische verbetering. “Als de regio’s waar de arbeidsproductiviteit onder het Nederlands gemiddelde ligt hun achterstand voor de helft inlopen, dan groeit de Nederlandse economie volgens de onderzoekers met 6 procent. Dat onderstreept het belang van de gebiedsspecifieke aanpak. Er is nog veel onbenut potentieel. Door in de regio’s die nu nog wat achterblijven te focussen op de uitdagingen en kansen, kunnen ook die regio’s veel bijdragen.”
Regionale verschillen in arbeidsproductiviteit
Het belang van arbeidsproductiviteit kan niet worden onderschat; het is een sleutelfactor voor het verdienvermogen van Nederland. Het bepaalt hoe efficiënt een economie omgaat met de inzet van arbeid en kapitaal. De verschillen tussen regio’s worden voornamelijk verklaard door regionale omstandigheden die bedrijven productief maken, zoals de beschikbaarheid van hoogopgeleid personeel, de aanwezigheid van kennisinstituten en de infrastructuur. Deze factoren staan bekend als de ‘acht raderen van economische groei’, die essentieel zijn voor het stimuleren van regionale economische ontwikkeling.
Onlangs heeft het kabinet een plan op poten gezet om (eenmalig) fors te investeren in Brainport Eindhoven, een van de economische groeimotoren van Nederland. “In onze studie komt deze regio als een bijzondere groeiregio naar voren. We laten echter ook zien dat er behoefte is aan structureel regionaal-economisch beleid.”
De noodzaak van gericht economisch beleid
Dit alles vraagt volgens de onderzoekers om een bijstelling waarbij beleidsmakers zich niet alleen richten op de nationale economie als geheel, maar ook op het potentieel van individuele regio’s. De nadruk zou moeten liggen op het stimuleren van hoogproductieve sectoren en het aantrekken en behouden van talent, om zo de productiviteit en economische welvaart te verhogen.
De staat van de Nederlandse arbeidsmarkt speelt ook een rol in de economische toekomst van het land. De arbeidsmarkt blijft krap en de bijdrage van arbeidsinzet aan de economische groei is tot en met 2025 naar verwachting aanzienlijk, met gemiddeld 0,9% per jaar, zo blijkt uit eerder Rabo-Research onderzoek. Dit biedt kansen voor economische groei op de korte termijn, maar na 2025 zal de groeibijdrage van arbeid naar verwachting licht negatief worden. Dit betekent dat verbetering van de arbeidsproductiviteit noodzakelijk zal zijn voor toekomstige economische groei.
Beleidsmaatregelen die het arbeidsaanbod vergroten, zoals het verlagen van belasting op arbeid en het vereenvoudigen van het belastingstelsel, kunnen helpen om de arbeidsmarkt te stimuleren. Het aantrekken van kennismigranten en het stimuleren van een hogere arbeidsparticipatie zijn andere initiatieven die de Nederlandse arbeidsmarkt kunnen versterken, aldus Rabobank.
Flexibiliteit en de toekomst van werk
De toekomst van de arbeidsmarkt is onzeker en wordt gevormd door diverse factoren zoals automatisering, digitalisering en flexibilisering van werk. PwC schetst in haar rapport ‘Reshaping work‘ vier scenario’s voor de Nederlandse arbeidsmarkt in 2025. Deze scenario’s variëren van een toename van flexibele arbeid tot stabiliteit van het huidige aandeel. De keuzes die werkgevers maken met betrekking tot flexwerk en de snelheid van de ‘skillstransitie’ zullen een belangrijke rol spelen in de vormgeving van deze toekomst.
Een snelle skillstransitie, waarbij de beroepsbevolking nieuwe digitale vaardigheden leert, kan een positieve invloed hebben op de arbeidsproductiviteit en de economie als geheel. Het verbeteren van vaardigheden van werknemers, inclusief die van flexwerkers en zelfstandigen, zal leiden tot een betere concurrentiepositie en een hoger uurloon. Dit onderstreept volgens PwC het belang van investeringen in opleiding en ontwikkeling van de arbeidskrachten.