Nieuwe software, ontwikkeld aan KU Leuven, kan op basis van hersengolven nagaan of iemand goed spraak verstaat. De onderzoekers hebben de technologie voor het eerst succesvol kunnen toepassen bij jonge, slechthorende kinderen, zegt de universiteit in een persbericht.
- Gehoortechnologie analyseert hersenactiviteit tijdens het luisteren naar spraak.
- In de meest recente studie werd de technologie toegepast bij jonge kinderen.
Aangeboren gehoorverlies komt voor bij één tot twee per duizend pasgeborenen. Velen daarvan hebben behoefte aan een gehoorapparaat aan ten minste één van beide oren.
Een hoorapparaat versterkt wel het geluidssignaal, maar het is moeilijk vast te stellen of de persoon in kwestie de spraak ook goed ontvangt en dus kan verstaan. Vanaf de leeftijd van vijf of zes jaar kan je kinderen testen door hen een gestandaardiseerde set van woorden te laten nazeggen, maar voor de vroegere levensjaren, die cruciaal zijn in de spraak- en taalontwikkeling, bestaat er geen betrouwbare meetmethode.
Aan KU Leuven heeft een onderzoeksgroep onder leiding van professor Tom Francart, nieuwe software ontwikkeld om dit probleem te verhelpen. “Onze software analyseert de hersenactiviteit tijdens het luisteren naar natuurlijke spraak”, zegt postdoctoraal onderzoeker Ben Somers. “Zo kunnen we als het ware de twee ‘geluidsbestanden’ met elkaar vergelijken: langs de ene kant het geluidsbestand van de spraak die wordt aangeboden en langs de andere kant een bestand op basis van de hersengolven. Als die twee op elkaar gelijken, dan heeft de persoon de spraak goed verstaan.”
Goede voorspeller
In hun meest recente studie pasten de onderzoekers deze techniek voor het eerst toe op jonge slechthorende kinderen met hoortoestellen. “De studie bevestigt onze eerdere resultaten dat de techniek een goede, objectieve voorspeller is van spraakverstaanbaarheid”, geeft audioloog Tilde Van Hirtum aan. “Daarnaast kunnen we met deze methode nagaan hoeveel luistervoordeel het hoorapparaat oplevert. Dat is ook belangrijk naar de ouders toe, want we merken dat zij vaak nog de gehoorproblemen van hun kind en de meerwaarde van het hoortoestel onderschatten.”
De KU Leuven-onderzoekers ontwikkelden een kindvriendelijke methode om de metingen uit te voeren. In het ene experiment gebruikten ze een luisterverhaal, in het andere een animatiefilm. Beide blijken geschikt om de spraakverstaanbaarheid op een objectieve manier te meten. “We kunnen het spraakmateriaal aanpassen naargelang de leeftijd en interesses van het kind. Dat zorgt voor een fijnere ervaring en komt bovendien de meting ten goede”, zegt Van Hirtum. “De test vraagt geen actieve deelname, wat het mogelijk maakt om ook erg jonge kinderen of personen met bepaalde gedrags- of motorische problemen te testen.”
Naar de markt brengen
De onderzoekers maken volop werk van de klinische validatie van de technologie. In een uitgebreide klinische studie zullen audiologen uit verschillende Vlaamse revalidatiecentra en het UZ Leuven de software verder testen. “Samen met het Tech Transfer Office van KU Leuven bekijken we alle mogelijkheden om deze innovatieve gehoortechnologie op afzienbare tijd naar de samenleving te brengen”, besluit Ben Somers.