Leerling van het Summa-collega bezig met een opdracht
Author profile picture

Talent aantrekken. Veel bedrijven zien het als oorlog – the war on talent. Ook in de Brainport regio doen ze er van alles aan om goed gekwalificeerd personeel uit het buitenland naar de tech sector te ‘lokken’. Afgelopen zomer startte Brainport Eindhoven een wervingscampagne om net-afgestudeerden en talent met meer ervaring naar de regio te halen.

Er is in Nederland veel behoefte aan extra (vak-)mensen, vooral kleinere techbedrijven komen moeilijk aan talent. Maar hoe zit het met de maakindustrie? Een andere economische sterkhouder in de Brainport regio. Voert deze sector ook het gevecht om talent? En hoe gaat dit in z’n werk?

Volgens Erik Veurink, directeur van de Brainport Industries Campus is het aantrekken van mensen niet moeilijk, maar zit de uitdaging in het vinden van de juiste mensen. Volgens de campusdirecteur is het daarom goed om de buitenwereld het belang van techniek te laten zien. “Hier werken we aan de fabriek van de toekomst, waar complexe producten en machines om die producten te maken, efficiënter en slimmer worden gemaakt. We zijn continu bezig met de vraag hoe we internationaal de concurrentie voor kunnen blijven. Dat lukt volgens ons alleen als we de techniek zichtbaar maken en laten zien wat er binnen deze muren gebeurt.”

Volgens Veurink is hierbij het innovatieprogramma ‘Fabriek van de toekomst’ cruciaal. Binnen dit programma werken acht verschillende fieldlabs aan een eigen thema rond digitalisering. “Hieraan doen opgeteld zeker 100 bedrijven en onderwijs -en kennisinstellingen mee. Niet alleen BIC-huurders, maar ook partijen van ver daarbuiten”, vertelt hij.

Zaadje planten

Ook het Atrium, waar bezoekers door het glas bij verschillende bedrijven naar binnen kunnen kijken, draagt hier aan bij. Van robotarmen, 3D-productieruimtes tot automatische voertuigen en VR-demo’s. Maar ook ‘gewone’ kantoorruimtes en vergader -en ontmoetingsplekken. Het is er allemaal. Hoe helpt dat dan bij het aantrekken van talent? Veurink: “Je plant als het ware een zaadje, vooral bij de jonge generatie. Ze zien hier hoe techniek werkt, hoe complex het eigenlijk is en tegen welke uitdagingen innovatie aanloopt. Het stimuleert ze om te kiezen voor een carrière in de maakindustrie.”

“Door de open structuur – die nu door de corona-uitbraak iets minder open is – zorgen we voor nieuwe ontmoetingen en ideeën. Dit kan de inspiratie zijn voor volgende innovaties. Studenten, ceo’s en werknemers lopen – op 1,5m afstand van elkaar – door elkaar heen, lunchen samen en wisselen ideeën uit. Deze kunnen ze direct testen in de aanwezige fieldlabs. Dit alles onder één dak zorgt voor een aantrekkelijk werklandschap om aan de slag te gaan en jezelf te blijven ontwikkelen”, legt Veurink uit.

Opleiden, benutten en behouden van talent

Erik Veurink, © Bram Saeys
Erik Veurink, © Bram Saeys

Volgens hem gaat het niet alleen om talent aantrekken. Het opleiden, benutten en behouden van talent is minstens zo belangrijk. Veurink was daarom ontzettend blij dat, na het Summa College en Fontys Hogescholen ook Avans een dependance inrichtte op BIC. Dit studiejaar begon de eerste lichting aan de minor improving Factory of the Future.

“Vanwege corona zijn ze begonnen met minder deelnemers dan aanvankelijk de bedoeling was. De belangstelling was echter overweldigend. Studenten gaan binnen deze minor in duo’s aan de slag en krijgen vrijheid om mee te denken. Dat is goed voor hun ontwikkeling. Naast Avans heeft ook Summa hier hun eigen specifieke opleidingen waar ieder collegejaar meer leerlingen bijkomen en heeft Fontys hier drie opleidingen ondergebracht. Al deze studenten en leerlingen ontwikkelen hier samen met bedrijven hun talent”, aldus Veurink.

“Hier zouden we nóg meer gebruik van kunnen maken. Summa leidt ook beveiligers en facilitaire studenten op. Niet dat we niet tevreden zijn met onze huidige partners. Waarom laat je niet leerlingen bijvoorbeeld meedenken over nieuwe serviceconcepten op BIC. Naast het opleiden van talent, moeten we ook nadenken over sociale inzetbaarheid. Hoe kunnen mensen met een achterstand tot de arbeidsmarkt zich nuttig voelen? Dit verkennen we momenteel met het sociaal werkvoorzieningschap. Zo benut je talent optimaal.”

Niet alleen voor de nieuwe generatie talent

“Ook hebben we korte lijntjes naar de Technische Universiteit Eindhoven. Binnen de fieldlabs van het innovatieprogramma werken verschillende promovendi en afstudeerders aan nieuwe technologie. Dit zorgt voor veel nieuwe kennis waar alle bedrijven van kunnen profiteren”, legt Veurink uit.

Dat is waarom bedrijven ook met onderwijsinstellingen als Summa of het Brainport College, samenwerken om medewerkers bij- of om te scholen. “We stomen niet alleen talent klaar, we zorgen er ook voor dat de huidige medewerkers niet stil blijven staan. Binnen het innovatieprogramma ontstaan nieuwe werkwijzes. Dat kan software zijn, een nieuwe machine of een ander proces. Daar moet niet alleen de nieuwe generatie werknemers mee om kunnen gaan. Dat geldt ook voor de huidige. Dat noemen we duurzame inzetbaarheid.”

Veurink veert op. “Weet je wat het allerbelangrijkste is?” Hij neemt een slok water en geeft antwoord op zijn eigen vraag. “Talent behouden. Mensen blijven ergens werken als ze zich er thuis voelen. Ze presteren beter en voelen zich nuttig. Dat kunnen wij wel ‘top-down’ opleggen, maar dat is iets wat moet ontstaan. Hiervoor kunnen we natuurlijk wel de basis leggen. We organiseren van alles – gluren bij de buren, familiedagen en wielertochten – gewoon, laagdrempelige bijeenkomsten die het ijs breken. Want innovatie ontstaat toch via relaties dicht op de werkvloer.”