Boven het geruis van twee grote machine’s komt nog net de stem van Christiaan Rood van LeydenJar uit, die wijzend uitlegt: “Onze technologie levert batterijen op met 70 procent meer capaciteit. Wij gebruiken silicium waar je tot wel 10 keer meer ionen in kunt opslaan dan in grafiet. Grafiet is nog steeds de norm in de batterij-industrie. Wij werken nu aan de opschaling van onze technologie. Eerst in consumentenelektronica en vervolgens in auto’s.”
Het Leids-Eindhovense bedrijf produceert anodefolie – de pluskant in een batterij – dat 10 keer dunner is dan de huidige materialen. Ook het productieproces – waar een laagje silicium in een vacuümkamer met plasma op koper wordt ‘gegroeid’ – gaat sneller en stoot zo’n 80 procent minder CO2 uit. “We werken nu aan een derde generatie machine om massaproductie mogelijk te maken”, legt Rood uit in de bedrijfshal onder de rook van Eindhoven Airport.
Minister van Economische Zaken en Klimaat Micky Adriaansens kwam maandag met eigen ogen zien waar alle (voorwaardelijk) toegekende miljoenen uit het Nationaal Groeifonds naartoe gaan. LeydenJar is namelijk onderdeel van een groter consortium dat nieuwe high tech apparatuur ontwikkelt rond verschillende ‘sleuteltechnologiën’. Denk hierbij aan autonome landbouwmachines, technologie voor medicijnonderzoek of betere en compactere manieren om energie op te slaan (zoals waar LeydenJar aan werkt). NXTGEN Hightech, zoals de samenwerking heet, werkt met kennisinstellingen, start-en scale-ups. In totaal zijn het zo’n 340 partners met een sterke basis in de zes domeinen, legt Tom van der Horst van TNO en NXTGEN Hightech uit aan de minister.
Nederland moet in de wereldtop blijven
“We staan de komende tijd voor enorme maatschappelijke uitdagingen. Niet alleen door klimaatverandering en de energietransitie. We moeten ook naar een duurzamere voedselketen. Verder hebben we behoefte aan snelle en veilige communicatie en moeten we de gezondheidszorg ontlasten. Op dit moment maken we in Nederland op in de high tech maakindustrie ontzettend mooie dingen, dat is van wereldniveau”, aldus Van der Horst.
Om dit zo te houden, kan een nieuwe generatie high tech apparatuur niet uitblijven. Hiervoor is naast kennis ook een flinke zak geld nodig. Voor onderzoek, bedrijfsontwikkeling en opschaling van alle aangesloten toeleveranciers in de keten. Hier is waar het Nationale Groeifonds komt kijken. Tussen de periode 2021 en 2025 trekt de overheid 20 miljard euro uit voor projecten die op langere termijn zorgen voor economische groei. In de tweede ronde trok het kabinet 5 miljard euro uit voor 28 projecten.
NXTGEN Hightech krijgt uit het fonds voorwaardelijk 450 miljoen euro in verschillende fases. Voorwaardelijk houdt in dat sommige projecten binnen de subsidie-aanvraag ‘nog wat huiswerk moeten doen’ om aan de voorwaarden van de overheid te voldoen. Volgens Van der Horst liggen er meer dan 40 uitgewerkte projectplannen klaar voor de ontwikkeling van hightech machines en apparatuur. “Dit gaat een grote bijdrage leveren aan het verdienvermogen en de werkgelegenheid van Nederland. We denken dat het uiteindelijk een extra bijdrage aan het bruto nationaal product levert van € 11 tot 16 miljard per jaar.”
Vinger op de zere plek durven leggen
Ondertussen staat minister Adriaansens aandachtig te knikken. “En hoe bepalen jullie die projecten? Hoe weet je waar potentie ligt?”, wil ze weten. Van der Horst: “Daarvoor moet je ook de vinger op de zere plek durven leggen. Niet alles is van high tech wereldniveau en er is de afgelopen twee jaar flink gesnoeid in de projecten. Door zo dicht mogelijk tegen die wereldtop aan te leunen, willen we ervoor zorgen dat de nieuwe ASML’s boven komen drijven.”
Eerder op de dag bezocht de minister een ander Nationaal Groeifonds-project dat een voorwaardelijke toekenning kreeg. Op de High Tech Campus ging ze langs bij Photon Delta, een internationaal ecosysteem van bedrijven in fotonische chiptechnologie. Dit consortium krijgt – ook voorwaardelijk – 470 miljoen dat wordt aangevuld uit het bedrijfsleven tot 1,1 miljard euro. In dit traject werken bedrijven aan nieuwe chiptechnologie die informatie via licht verstuurt. Deze fotonische chips zijn sneller en vele malen energiezuiniger dan de huidige chips. Ook werken de partners aan nieuwe productiemethoden voor dit soort technologie. Het doel is om in 2030 een leidend ecosysteem te zijn met honderden bedrijven, klanten over de hele wereld en een productiecapaciteit van meer dan 100.000 wafers per jaar.
Adriaansens is onder de indruk alle innovatie die in Eindhoven voorbij is gekomen. Volgens haar geven de projecten goed weer waar het Groeifonds voor is bedoeld. “We zijn een welvarend land. Maar willen dat over twintig jaar nog steeds zijn. Heel plat gezegd: hoe blijven we brood op de plank brengen? Ik zie vandaag technologie die we in alle apparaten die we gebruiken nodig hebben. Van je telefoon tot je auto. Overal zitten chips in, dus tel uit je winst. Maar veel van deze technologie heeft zich nog niet bewezen, dus vinden wij het als overheid belangrijk om ervoor te zorgen dat de ontwikkeling een steuntje in de rug krijgt.”
Technologie met oog voor de wereld
Maar zo benadrukt ze, het is niet de bedoeling dat de overheid alles financieert. “Er is voor 12 miljard euro aangevraagd, maar uiteindelijk is er in deze ronde voor 5 miljard beschikbaar gesteld. Het is heel gezond dat het bedrijfsleven, investeringsfondsen en banken ook hun steentje bijdragen.”
Ook is het belangrijk dat alle projecten uit het Groeifonds ‘oog voor de wereld’ hebben. “Geld verdienen is natuurlijk leuk, maar we willen wel bepaalde doelen nastreven. Zo is er een behoorlijk tekort aan technici. Kun je deze opleiden binnen deze trajecten? Dat biedt oplossingen voor de lange termijn. Ook willen we de klimaatdoelstellingen halen, dat betekent dat technologie schoner moet worden. Als ik het zo hoor, gaat Leydenjar op het gebied van batterijtechnologie hier een belangrijke bijdrage aan leveren.”
Foto: Minister Adriaansens op bezoek bij LeydenJar.