De wereld verandert. En ons Brabants landschap verandert mee. En dat zal altijd wel zo blijven. Niets nieuws onder de zon zou je zeggen. Toch ervaren veel mensen deze tijd anders dan voorheen, omdat we gelijktijdig te maken hebben met veel en ingrijpende veranderingen. Ingrijpend in levens van mensen én ingrijpend voor het landschap. Dit vraagt om fundamentele andere keuzes. Maar ook om een ontspannen aanpak. Het toekomstig Brabants landschap hoeft niet in een dag perfect (om)gebouwd te worden. Daarom pleit ik voor de introductie van het begrip tussentijds landschap.
De veranderingen zijn legio. Om te beginnen op het boerenland. Dat zal menig inwoner van de stad ontgaan, maar ik deel de opvatting van onze Rijksbouwmeester Floris Alkemade dat “de afgelopen decennia het boerenland sneller en radicaler veranderd is dan de stad”.
De toenemende schaalvergroting, kennis en kunstmest hebben de Nederlandse boeren tot wereldleiders gemaakt als het gaat om efficiënte voedselproductie. Maar dit succes kent ook een keerzijde. Het aantal boeren neemt af in een meedogenloos selectieproces. Met veel verliezers. Het aantal lege stallen en schuren in Brabant groeit snel. In 2030 staat één op de drie à vier boerderijen leeg. Volgens de cijfers van de provincie Noord-Brabant loopt de totale leegstand in Noord-Brabant naar verwachting op naar 6,2 miljoen vierkante meter in 2030.
“Niet alleen het aantal boeren, ook de biodiversiteit neemt af.”
Deze ontwikkeling leidt tot een desolaat en anoniem buitengebied. Wie is en voelt zich nog eigenaar van het buitengebied? Steeds vaker kampt het buitengebied met criminaliteit vanwege het fors aantal leegstaande gebouwen en de gunstige en anonieme ligging van boerderijen. Denk aan hennepplantages en XTC-labs.
Niet alleen het aantal boeren, ook de biodiversiteit neemt af. Biodiversiteit is een parapluterm voor alle verschillende soorten die we op aarde hebben. Variatie is belangrijk voor het evenwicht in de natuur. De sterke afname van onder andere (weide)vogels en insecten in Nederland is zorgelijk. Volgens het Planbureau voor de Leefomgeving wordt het verlies aan biodiversiteit in Nederland grotendeels veroorzaakt door landbouw en verstedelijking, zowel door areaalverlies als door milieudruk en versnippering.
“Vermoeiend alle stellige meningen over wat er niet mag veranderen. En dan hebben we ook nog heel veel meningen over wat er allemaal wel moet veranderen. Niet bij onszelf, maar bij anderen uiteraard. Maar wel per direct alsjeblieft.”
Ook ons klimaat verandert. We krijgen vaker te maken met weerextremen. We moeten onszelf en ons landschap voorbereiden op periodes van grote waterovervloed en langere periodes van droogte. Het landschap als buffer.
En we willen omschakelen naar meer duurzame energie. Vanwege de noodzaak om minder CO2 uit te stoten en minder afhankelijk te zijn van olie uit het buitenland. Terwijl in Den Haag en op sociale media mensen elkaar nog in de haren vliegen over nut en noodzaak van duurzame energie zijn veel mensen, al dan niet samen, druk bezig met duurzame energieproductie.
Al deze ontwikkelingen, positief en negatief, hebben invloed op het toekomstig Brabants landschap. Hoe? Dat weten we nog niet precies. Maar dat het gaat veranderen weten we zeker. En veranderen doen wij mensen niet graag. Dus horen we veel mensen met stevige meningen over wat er niet mag veranderen. De discussies op sociale media zijn niet mals. Aan meningen en standpunten geen gebrek. Geen zonnepanelen op landbouwgrond. Sowieso geen windmolens op het land. Geen zonnepanelen en windmolens in (toekomstige) natuurgebieden. Geen nieuwe woningen in het buitengebied. Vermoeiend alle stellige meningen over wat er niet mag veranderen. En dan hebben we ook nog heel veel meningen over wat er allemaal wel moet veranderen. Niet bij onszelf, maar bij anderen uiteraard. Maar wel per direct alsjeblieft.
Ik heb dringend behoefte aan minder meningen en meer nieuwsgierige mensen. Mensen die oprecht benieuwd zijn naar het nieuwe Brabants landschap. Mensen met verbeeldingskracht. Mensen die groot denken, maar vooral klein doen. Mensen die, samen met anderen, concreet op een locatie bouwen aan goede voorbeelden van dat nieuwe Brabants landschap. Mensen die eigenaarschap en initiatief tonen.
“Ik heb dringend behoefte aan minder meningen en meer nieuwsgierige mensen. Mensen die oprecht benieuwd zijn naar het nieuwe Brabants landschap.”
Maar ik pleit bovenal voor de introductie van het begrip tussentijds landschap. Het landschap op weg naar een nieuwe inrichting. Het landschap dat nog niet af is. In het tussentijds landschap hoeft niet alles, tegelijk en per direct, omgebouwd te worden. In het tussentijds landschap nemen we tijd om uit te proberen, te leren, en ja ongetwijfeld ook fouten te maken, maar wel ambitie te houden. Het nieuwe Brabants landschap hoeft niet in één dag omgebouwd te worden.
Terugkijkend naar het verleden blijkt dat er al eeuwenlang sprake is van een tussentijds landschap. De enige constante is de verandering.
Over deze column:
In een wekelijkse column, afwisselend geschreven door Eveline van Zeeland, Maarten Steinbuch, Mary Fiers, Carlo van de Weijer, Lucien Engelen, Tessie Hartjes en Auke Hoekstra, probeert Innovation Origins uit te vinden hoe de toekomst eruit zal zien. De zeven columnisten, af en toe aangevuld met gastbloggers, zijn allemaal op hun eigen manier bezig met oplossingen voor de problemen van onze tijd. Zodat Morgen Beter wordt. Hier alle eerdere afleveringen.