In een wekelijkse column, afwisselend geschreven door Maarten Steinbuch, Mary Fiers, Carlo van de Weijer, Lucien Engelen en Tessie Hartjes, probeert E52 uit te vinden hoe de toekomst eruit zal zien. De vijf columnisten, af en toe aangevuld met gastbloggers, zijn allemaal op hun eigen manier bezig met oplossingen voor de problemen van onze tijd. Zodat Morgen Beter wordt. Deze zondag is Mary Fiers aan de beurt. Hier alle eerdere afleveringen.
U kunt het afgelopen weken niet gemist hebben. Veel nieuws over de Oostvaardersplassen: een natuurgebied van bijna 60 km² tussen Almere en Lelystad. Het gebied is ontstaan na de drooglegging van de Flevopolders (1950-1968) en dus relatief jong.
Geen mooie natuurplaatjes in het nieuws deze keer. Maar rauw nieuws over leven, overleven en dood. Ook onderdeel van de natuur. En over actievoerders. Actievoerders die zich zorgen maken over dieren, die dood gaan door onvoldoende eten. De actievoerders hielden het niet bij ingezonden brieven, spandoeken en praatprogramma’s. Ze gingen ook over tot daadwerkelijke actie: het bijvoeren van de dieren. Tegen het deskundigen-advies in, want volgens de deskundigen verstoort bijvoeren het natuurlijk evenwicht. De natuur is nu eenmaal gebaseerd op een natuurlijke selectie. De sterkste dieren overleven.
Enkele actievoerders gingen zelfs zover dat boswachters bedreigd werden. Wat? Ja, echt waar, boswachters bedreigen! Om een einde te maken aan de bedreigingen werd besloten dat er toch bijgevoerd mocht worden. Het script zou niet misstaan voor een film. Maar wie is hier de held? Of hebben we alleen maar verliezers?
Ik weet niet hoe het u is vergaan, maar ik heb met verbazing en interesse alle berichtgeving gevolgd.
Er is van alles te zeggen over de natuur in Nederland. Nagenoeg alle natuur in Nederland is tot stand gekomen via menselijk ingrijpen. Oernatuur hebben we niet meer. Met uitzondering van de (Wadden)zee misschien? Dit geldt zeker voor de Oostvaardersplassen. Bij de plannenmakerij over dit natuurgebied is een belangrijke natuurverbinding wegbezuinigd. Hierdoor hebben de dieren een te klein leefgebied. Maar ook voor de rest van Nederland geldt dat we een klein landje zijn, waar veel functies gecombineerd worden. Wonen, werken, recreëren, voedselproductie en natuur. Het heeft allemaal een plek in ons kleine landje. Dit heeft gevolgen voor het functioneren van de natuur in Nederland. We hebben geen enorme gebieden, waar de natuur volstrekt haar eigen gang kan gaan zonder bemoeienis van de mens. Uit het oog van de mens. De mens is altijd dichtbij.
Ook in onze regio. Je loopt/fietst zo vanuit de stad de natuur in. Via De Karpen, het Philips De Jonghpark of de Genneper parken. En dat doen steeds meer mensen. En dat is toe te juichen! De mens is immers onderdeel van de natuur. Dus geen hekwerk om de natuur om de mensen buiten te houden.
Langzaam maar zeker nemen mensen ‘bezit’ van de natuur. We beschouwen het als een verlengde van onze achtertuin. Dat leidt tot verzoeken om de natuur ‘aan te harken’. Bijvoorbeeld om omgevallen bomen op te ruimen. Terwijl het laten liggen van bomen juist ontzettend goed is voor allerlei planten en diertjes en niet te vergeten de bodem. Dit proces gaat uiteraard heel geleidelijk, maar de hevige discussies over de Oostvaardersplassen roept de vraag op of wij als Westerse mens überhaupt wel in staat zijn om de natuur de natuur te laten. Of willen we alles naar onze hand zetten? Zijn we alleen in staat om met een mensen-bril op naar de natuur te kijken? Gaan we straks alle dieren zien en behandelen als onze huisdieren?
Als we niet opletten zijn we op weg naar een verhuisdiering van de Nederlandse natuur.
Zo dan nu even mijn twee lieve huiskatten Frits en Peerke en de vogels buiten bijvoeren.
Niets menselijks is mij vreemd.