Foto Pixabay
Author profile picture

Ben je dood? Ben je een vrouw? Ben je bekend van radio of televisie? Het zijn kenmerkende vragen voor ‘Wie ben ik?’ een spel dat in essentie gestoeld is op het proces van classificatie; het indelen van informatie in bepaalde klassen. Het doel van het spel is een klasse te creëren die zo klein is dat er uiteindelijk alleen nog maar plek is voor één persoon. De reden dat het spel over het algemeen leuk gevonden wordt, is dat de structuur van vragen en relevante vervolgvragen voor mensen eigenlijk te complex is. Kortom, we beleven plezier aan ons eigen onvermogen.

Voor computers is deze manier van redeneren makkelijker. De structuur van vragen – en relevante vervolgvragen – kan relatief eenvoudig worden omgezet in een classificerend algoritme. De antwoorden op de gestelde vragen leiden dan tot een klasse van objecten die bepaalde eigenschappen met elkaar gemeen hebben.

Grondwet

Het recht op privacy wordt In Nederland zo belangrijk geacht dat het is opgenomen in de Grondwet. Zo gelden er regels voor gegevens die leiden tot de identificatie van een natuurlijk persoon. ‘Identificatie’ in deze context, doelt op een koppeling met identiteitsgegevens zoals naam, adres, geboortedatum en burgerservicenummer. Identificatie is dus wezenlijk anders dan classificatie. Waar het proces van identificatie tot één (natuurlijk) persoon leidt, leidt het proces van classificatie tot een klasse die weliswaar klein kan zijn, maar in beginsel niet leidt tot een met name genoemd persoon.

Maar in de praktijk is deze grens vaag. In ruil voor comfort of vertier blijken de meesten van ons bereid gegevens af te staan die leiden naar onze identiteit. Berichtenapplicaties bieden we actueel inzicht in ons sociale netwerk. Hardware fabrikanten sturen we biometrische gegevens voor de ontsluiting van onze apparatuur. Agenda’s, mailberichten en documenten laten we beheren door serviceproviders, en privéfoto’s plaatsen we in een computernetwerk. Bovendien blijkt deze data in toenemende mate waardevolle handelswaar waardoor bedrijven verschillende soorten data samen kunnen voegen. En in dat proces wordt onze werkelijke identiteit zichtbaar.

Gevoelloze vingers

Al in 2006 gaf AOL (America Online) de zoekwoorden vrij van een deel van haar gebruikers. Om de privacy te waarborgen hadden alle gebruikers een uniek nummer gekregen. Zo zocht gebruiker 4417749 onder meer op ‘Gevoelloze vingers’, ‘Alleenstaande mannen 60’ en ‘een hond die overal op plast’. Het bleek relatief eenvoudig om, alleen al op basis van de zoekwoorden van deze gebruiker, een klasse te creëren die zo klein was dat er maar één persoon in paste; Mevrouw Thelma Arnold uit Lilburn, Georgia.

Classificatie leidt tot klassen, en identificatie leidt tot één natuurlijk persoon. Maar de combinatie van verschillende soorten gegevens kan nog een niveau dieper leiden, naar werkelijke identiteit. Werkelijke identiteit heeft te maken met het diepste wezen van een mens. Met het sociale en culturele netwerk waarin een persoon zich bevindt, met diepliggende angsten en verlangens. De werkelijke identiteit van mevrouw Arnold is meer verbonden met haar zoekwoorden dan met haar naam.

Over deze column:

In een wekelijkse column, afwisselend geschreven door Maarten Steinbuch, Mary Fiers, Peter de Kock, Eveline van Zeeland, Lucien Engelen, Tessie Hartjes, Jan Wouters, Katleen Gabriels en Auke Hoekstra, probeert Innovation Origins uit te vinden hoe de toekomst eruit zal zien. Deze columnisten, af en toe aangevuld met gastbloggers, zijn allemaal op hun eigen manier bezig met oplossingen voor de problemen van onze tijd. Zodat Morgen Beter wordt. Hier alle eerdere afleveringen.