In een wekelijkse column, afwisselend geschreven door Maarten Steinbuch, Mary Fiers, Carlo van de Weijer, Lucien Engelen en Tessie Hartjes, probeert E52 uit te vinden hoe de toekomst eruit zal zien. De vijf columnisten, af en toe aangevuld met gastbloggers, zijn allemaal op hun eigen manier bezig met oplossingen voor de problemen van onze tijd. Zodat Morgen Beter wordt. Deze zondag is Mary Fiers aan de beurt. Hier alle eerdere afleveringen.
Waar zijn ze? De bomenridders van de toekomst. Mensen die in de bres springen als bomen onnodig het veld moeten ruimen. Nu klinkt bomenridder misschien wat middeleeuws voor een stad van de toekomst, maar juist in onze slimme regio zou je ze verwachten. De bomenridders van de toekomst.
Bomen kappen voor verkeersveiligheid
De regering lanceerde afgelopen week het plan om de zogenaamde N-wegen, buiten de bebouwde kom, veiliger te maken door het kappen van bomen. Ongeveer een derde van de dodelijke ongelukken op deze wegen komt voort uit een botsing met een obstakel, zoals een boom. Door bomen te verwijderen of vangrails neer te zetten kan veel leed worden voorkomen, is de achterliggende gedachte.
Hoe tragisch ook. Typisch een gevalletje van door de bomen het bos niet meer zien. Vooropgesteld dat iedereen, ik ook, voorstander is van verkeersveiligheid. Maar bij het lezen van het nieuws om 50 miljoen te steken het ‘vergevingsgezinder’ maken van onze wegen bekroop me het gevoel dat deze plannenmakers wel erg kort door de bocht gingen. Bomen kappen is toch vooral symptoombestrijding, want deze puur verkeerstechnische maatregel gaat voorbij aan het feit dat veel bermongevallen op de eerste plaats te wijten zijn aan onverantwoordelijk rijgedrag; te hard rijden en alcohol. En steeds vaker het bellen en appen in de auto. Dit wordt niet opgelost door het kappen van bomen langs de weg. En wat is de volgende maatregel? Alle sloten langs de wegen dempen?
Ecologische en landschappelijke waarde
De plannenmakers gaan voorbij aan de grote waarde van bomen voor de kwaliteit van onze leefomgeving. Bomen, rijen en lanen, zijn vaak prachtig en dragen bij aan het typisch karakter van een streek of een landschap. Ze vormen de ruggengraat van het (Brabantse) landschap. Misschien nog belangrijker is hun ecologische waarde, omdat ze voedsel-, nest- en schuilgelegenheden geven voor vogels, zoogdieren en insecten.
Bomen als longen
Wie het nieuws volgt weet dat de luchtkwaliteit wereldwijd, ook in onze regio, onder druk staat. Tijd om in actie te komen dus.
Vanwege de wereldwijde klimaatverandering is, in het Parijs-akkoord, afgesproken dat de hoeveelheid CO2 fors moet worden verminderd om verdere opwarming van de aarde te voorkomen.
Het goede nieuws is dat bomen, bij hun groei, CO2 vastleggen, waardoor de hoeveelheid CO2 in de lucht vermindert. Ook zuiveren bomen de lucht van fijnstof en ozon en geven ze zuurstof af. Zuurstof, die wij mensen nodig hebben om te leven. De oplossing is dus simpel. Meer bomen. Niet minder. En zeker niet lichtzinnig kappen.
Slimme regio?
Wat heeft dit alles te maken met onze slimme regio?
Ooit gehoord van biomimicry? Biomimicry draait om het in de natuur op zoek gaan naar inspiratie voor nieuwe uitvindingen. Het is niet echt technologie of biologie, het is de techniek van de biologie. Bij biomimicry gaat het er niet om wat we uit de natuur kunnen halen, maar juist om wat we van de natuur kunnen leren.
Biomimicry laat ons zien dat we veel van bomen kunnen leren. Niet alleen om te gebruiken voor nieuwe technologische ontwikkelingen, maar ook vanwege de intrinsieke waardering van dit soort natuurlijke processen.
In onze slimme technologische regio mag je verwachten dat de (her)waardering van natuurlijke processen een voedingsbodem krijgt.
Je verwacht ze juist hier: de bomenridders van de toekomst!
En misschien maken deze technische bomenridders van de toekomst wel indruk op de verkeerstechneuten bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.