Al eeuwen werken mode-ontwerpers aan hun coupe-technieken. Maar het blijft ontwerpen in twee dimensies op papier, voor gebruik in drie dimensies. ‘Additive printing’ en 3D-modellering kunnen een revolutie teweegbrengen in deze traditionele manier van werken. Dat is heel belangrijk, legde professor Christiane Luible-Bär uit in een webinar over het EU-project Re-FREAM.
De mede-bestuurder van het Fashion and Technology Institute (FAT) aan de Kunstuniversität Linz is mentor van dat project. Re-FREAM biedt kunstenaars met veelbelovende projecten zogenoemde co-creatieruimtes in onderzoeksinstituten. Ondersteund door technici hebben ze negen maanden de tijd om hun concepten verder te ontwikkelen – en in het beste geval naar verkoopbaarheid. De technologiepartners zijn gevestigd in Linz, Berlijn en Valencia. In Linz ligt de technische focus op additive printing (3D-printing). De kunstenaars werken aan 3D-printconcepten voor de productie van mode. Zij presenteerden zich eind juni in een webinar.
Traditionele stoffen
“We hebben de neiging om modeontwerpers ouderwets te noemen. Maar we vergeten dat er duidelijke beperkingen zijn als het gaat om het bedekken van het menselijk lichaam,” zei Luible-Bär. Kledingstoffen zijn 7000 jaar geleden uitgevonden. Het feit dat we ons sindsdien daarmee hebben gekleed, is te danken aan hun werkelijk bijzondere eigenschappen. Als we kleren dragen, willen we ons er prettig bij voelen. Ze moeten onze beweging niet beperken – en als we bewegen, mogen ze niet scheuren. Textiel biedt de nodige kracht en flexibiliteit tegelijk. Omdat veel kleding op het lichaam wordt gedragen, is het ademend vermogen ook een belangrijke eigenschap van textiel, aldus de professor.
Nieuwe esthetische mogelijkheden
Het probleem met het traditionele textiel en de snijtechnieken is de tweedimensionale aanpak. “De 2D-snijtechniek is plat. Je moet je voorstellen hoe het model er op het lichaam uitziet. Als we driedimensionaal modelleren met software, kunnen we niet alleen werken aan de vorm, maar ook aan het materiaal”, legt de professor uit. Bij 3D-printing ontstaan structuren door de tijdelijke vloeibaarheid van vaste materialen, die een pixelachtige constructie vormen. Dit heeft niet alleen het potentieel om processen te vernieuwen, maar opent ook nieuwe esthetische mogelijkheden. Een aspect dat zeer belangrijk is in de mode-industrie. Een ander groot voordeel van de simulatiesoftware is, dat er in de modellering rekening kan worden gehouden met bewegingen. Zoiets is erg moeilijk met traditionele snijtechnieken,” aldus Luible-Bär.
“Als we kijken naar de lange traditie van bestaande technieken en de nieuwe technische mogelijkheden, werken de kunstenaars in Re-FREAM aan de verbinding van de twee concepten”.
Christiane Luible-Bär
3D-drukken op stoffen
Technologiepartner bij het project in Linz is – naast Haratech en Profactor ook de wereldwijde 3D printspecialist Stratasys. Zoals Naomi Kaempfer, creatief directeur van Stratasys, uitlegt, wil het project Poly Jet 3D printen toegankelijker en commerciëler maken. De technologie maakt 3D-printing in verschillende kleuren mogelijk. Foto’s van prachtige 3D-printcreaties – bijvoorbeeld van Iris van Herpen – maskeren het feit dat de materialen nog niet zo comfortabel zijn als textiel. Stratasys lanceerde in september 2019 een nieuwe technologie die het mogelijk maakt om rechtstreeks in 3D op textiel te printen. Kaempfer: “De stof wordt het skelet van het kledingstuk. Dit brengt ons dichter bij de vereiste tactiele eigenschappen van de kleding.” In de eerste ronde van Re-FREAM werken Julia Körner en Ganit Goldstein aan de verkoopbaarheid van de methode.
Lokale modeproductie
De architect en ontwerpster Julia Körner maakte het ontwerp voor de lancering van de nieuwe 3D-printtechnologie. Ze ontwikkelde een jasje dat het kleurrijke ontwerp van de Madagaskische vlinder draagt. Daarbij wordt het unieke fluweelachtige oppervlak van de vleugels geïmiteerd . Om de technologie op het niveau van industriestandaarden te brengen, moet het druksysteem nog verder worden vereenvoudigd, zo meldt Körner in een blog op de website van het project. Tot nu toe was het formaat van het drukbed een probleem. Het is te klein om het hele kledingstuk in één keer te bedrukken. Daarom moet het in verschillende delen worden gedrukt en vervolgens aan elkaar worden genaaid. Het doel is om de volledige productie op één plek te concentreren. Dan kan het kledingstuk ter plaatse op maat worden gemaakt – bijvoorbeeld in een Maker Space. De pasmetingen worden uitgevoerd door middel van een 3D-lichaamsscan.
Naadloos werken
Het team van Yokai Studios heeft een heel andere aanpak. De oprichters Michael Wieser en Viktor Weichselbaumer, ontwikkelden Loma Bond. Dat is een technologie die de naad vervangt. Maar ze denken ook aan het hele productieproces in 3D en maken ontwerp, snede en prototype in de virtuele ruimte. De productie begint met de 3D-lichaamsscan, die de basis vormt voor de 3D-modellering. De gesneden delen worden uit het virtuele lichaamsmodel geëxtraheerd en vervolgens met behulp van algoritmen in 2D omgezet voor het snijden. Het passen van het kledingstuk wordt uitgevoerd in een korte simulatie. De zo verkregen gegevens kunnen overigens ook voor marketingdoeleinden worden gebruikt.
De twee hebben de visie om het productieproces volledig te automatiseren. Net als bij het bestaande proces moet de robot het snijgereedschap oppakken, het kledingstuk snijden en vervolgens het snijgereedschap verwisselen met het hechtgereedschap en de gesneden stukken samenvoegen. Momenteel gebruiken ze nog steeds een lasersnijder voor het snijden.
Produceren in een 3D-omgeving
De benodigde simulatiesoftware komt uit de architectuur en het meubelontwerp. Wat het team onderzoekt is de interface voor de automatische productie van kleding. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een industriële robot met zes zogenoemde vrijheidsassen. Deze robot voert onder andere een aangepaste 3D-printtechniek uit en produceert de Loma-binding. Het zou eenvoudiger zijn om CNC (Computerized Numerical Control) te gebruiken, een elektronisch proces voor de besturing van gereedschapsmachines. Maar de twee gebruiken de zes vrijheidsassen om het kledingstuk in de 3D-ruimte te produceren op een soort kleermakersdummy. Ze hebben het proof-of-concept al bereikt in 2018 toen ze een shirt produceerden.
In theorie kun je bijna alle materialen verwerken. Om recyclebare kledingstukken te produceren, moeten Loma Bond en stof van hetzelfde materiaal worden gemaakt. Een biologisch afbreekbaar materiaal is nog niet beschikbaar. Er zijn echter een aantal onderzoeksprojecten.
“Het niveau van innovatie op het gebied van 3D-printing is nog niet uitgeput. Er zijn mensen die kunststoffen ontwikkelen op basis van algen of op basis van bacteriën die eiwitten maken.”
Michael Wieser
Duurzame 3D-druk
3D-printing zou de maatkleding weer terug op de markt brengen. Want, zoals Luible-Bär opmerkte, de digitale tool is niet zo arbeidsintensief en dus niet zo kostbaar als de traditionele methoden. De lokale productie heeft vele voordelen. Bovenal zouden de transportroutes worden geëlimineerd. De CO2-voetafdruk zou kleiner worden. Overproductie kan ook worden vermeden door op maat gemaakte on-demand productie. Maar de 3D-printtechnologie zelf is ook duurzaam. Het is vergelijkbaar met breien. Er wordt slechts zoveel materiaal gebruikt als nodig is. Er is geen verspilling, zoals bij het conventionele 2D-snijden van kleding.
Langere levenscyclus
Recycleerbare materialen zijn al beschikbaar. Maar te denken dat materialen voor Poly Jet 3D printen op een dag biologische vezels zoals katoen zouden kunnen bevatten is een misvatting, zegt Kaempfer. 3D-printing is complex en transformeert vast materiaal in een vloeibare structuur. Het is niet mogelijk om katoen op een vergelijkbare manier vloeibaar te maken. Bovendien gaat het bij 3D-printen altijd om kleine series en om producten op maat. Hierdoor ontstaat een sterke band tussen consument en product. Volgens Kaempfer is dit niet te vergelijken met confectie”.
Dreidimensionaal denken
De kunstenaars in het Re-FREAM-project geloven niet dat traditionele methoden worden vervangen door nieuwe technologieën. Het doel is veeleer om de traditionele methoden verder te ontwikkelen en deze samen te voegen met nieuwe methoden. Ook al zijn het twee heel verschillende manieren van denken die samenkomen. “Driedimensionaal denken is cruciaal,” zegt Luible-Bär.
Ook interessant: