Onlangs opende in de Tilburgse Spoorzone het gebouw MindLabs: een centrum voor kunstmatige intelligentie waarin verschillende onderwijsinstellingen en bedrijven hun intrek zullen nemen. De afgelopen jaren is er al hard gewerkt om alvast een goede onderlinge samenwerking op poten te zetten. Was dat gemakkelijk? Nee, zeker niet altijd. Het zesde verhaal van een serie over de universiteitsregio Tilburg.
“Ik noem Tilburg wel eens het best bewaarde geheim van Nederland.” Bestuursvoorzitter Fred van der Westelaken van Onderwijsgroep Tilburg zit in een kantoortje op de tweede verdieping van een langgerekt, wit gebouw waar het ROC Tilburg in is gevestigd. Het gebouw staat midden in het Stappegoorgebied in het zuiden van de stad, geflankeerd door het Koning Willem II College, Campus 013 en het gigantische terrein van Fontys. Jawel; Tilburg beschikt over een ware onderwijsboulevard.
Van der Westelaken vertelt bevlogen over de transformatie er in Tilburg gaande is als het om onderwijs gaat En de bestuursvoorzitter draagt hier actief aan bij. “Hier heerst een beetje de Rotterdamse mentaliteit: doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. Ik vind juist dat we best wat trotser mogen zijn op wat hier allemaal gebeurt. Ik kom oorspronkelijk uit de regio Breda, daar lopen ze allemaal met de neus in de wind, ik snap niet waarom ze dat in Tilburg niet wat meer doen”, lacht hij.
De oude textielstad van begin vorige eeuw is definitief verleden tijd. Tilburg zet inmiddels in op een andere koers waarbinnen moderne bedrijven en instellingen voor een nieuw soort economie zorgen. Eén van de initiatieven die daaraan moet bijdragen is MindLabs: een samenwerking tussen ROC Tilburg, Fontys, Tilburg University, de provincie Noord-Brabant, de gemeente Tilburg en mediagroep DPG Media. Het doel is dat de regio stappen maakt op het gebied van kunstmatige intelligentie.
Van der Westelaken is voorzitter van de vereniging MindLabs. Naast een vereniging is MindLabs binnenkort ook de naam van een gebouw in de Tilburgse Spoorzone en het ‘ecosysteem’ dat rondom de vereniging is opgetuigd. Dat ecosysteem is een bonte verzameling van start-ups, scale-ups en bedrijven die allemaal iets met kunstmatige intelligentie (gaan) doen. Voor start-ups is lid worden gratis, maar voor andere partners hangt er wel een prijskaartje aan. Scale-ups betalen vijfduizend euro per jaar; (middel)grote bedrijven vijftienduizend euro. Op de partnerlijst staan inmiddels partijen als Interpolis, zorgorganisatie Thebe, logistiek bedrijf DB Schenker en hogeschool Breda University of Applied Sciences.
Binnen het ecosysteem kunnen verschillende instellingen en bedrijven straks intensief met elkaar samenwerken. “MindLabs moet toegankelijk zijn voor grote bedrijven, maar er moet ook ruimte zijn voor de mkb-ondernemer op de hoek van de straat of voor een kleine instelling met een publieke opdracht”, vindt Van der Westelaken. “We willen graag met z’n allen de impact van het hele domein ‘kunstmatige intelligentie’ verkennen, doorgronden en toepassen.”
Gedragskant van technologie
Bij MindLabs ligt de nadruk op mensgerichte kunstmatige intelligentie. Bij het opzetten van projecten focust Tilburg niet op de technische kant van de technologie – dat vinden ze in Tilburg toch meer Eindhovens pakkie-an – maar vooral op de gedragskant. Van der Westelaken: “Het brandpunt van MindLabs is de impact die kunstmatige intelligentie heeft op het doen en laten van mensen. Daarbij willen we sectoroverstijgend te werk gaan. Dus: wat kunnen de media leren van de gezondheidszorg en andersom?”
Zo is er een project dat onderzoekt hoe nuttig augmented reality-technologie (AR) kan zijn bij lessen over onderhoud van machines, wordt er onderzocht wat de waarde van virtual reality is bij trainingen van luchtvaartpiloten en is er een project op poten gezet dat kijkt naar het inzetten van virtuele avatars voor trainingen in de gezondheidszorg. Bij alle projecten is minstens één van de bedrijfspartners van MindLabs betrokken.
Het zijn mooie voorbeelden, maar de afgelopen jaren bleek dat de samenwerking binnen MindLabs niet altijd vanzelf gaat. “Het is als het eten van een olifant. Je moet het stapje voor stapje doen”, geeft Van der Westelaken toe. “Alle partijen hebben hun eigen belang. We moeten er de komende tijd dus voor gaan zorgen dat de betrokken partijen afhankelijk van elkaar gaan worden. Dat kan bijvoorbeeld zitten in het gebruiken van hetzelfde gebouw waar je elkaar ontmoet. Ik merk dat docenten van verschillende instellingen heel makkelijk met elkaar samenwerken. De problemen zitten vaak bij de besturen en de directies. Bij mij speelt dat niet, maar ik heb natuurlijk ook gewoon het belang van het ROC Tilburg te verantwoorden. We komen nu in elk geval in een fase van minder bestuurlijke drukte.”
Samenwerking tussen onderwijsinstellingen vraagt in elk geval om een andere manier van denken, is de ervaring van Petra van Dijk, directeur bij MindLabs. “Je moet met mensen beginnen die zich wat minder van die gestolde instituten aantrekken. Die het leuk vinden om te verkennen hoe je dit nieuwe idee groot kunt maken. The coalition of the willing, noemen we dat. Binnen een bedrijf werken mensen van allerlei onderwijsniveaus ook met elkaar samen. Daar willen we binnen MindLabs ook op inzetten.”
Hele andere werelden
Het is voortdurend zoeken naar raakvlakken, maar dat is lastig als onderwijsinstellingen intrinsiek van elkaar verschillen, is ook de ervaring van Mirjam Siesling, programmamanager bij Tilburg University en lid van de universiteitsraad. “Op papier kan je natuurlijk wel opschrijven dat kennisinstellingen met elkaar moeten samenwerken, maar je merkt dat een wetenschappelijke instelling wezenlijk verschilt van Fontys en ROC Tilburg. De universiteit leidt mensen op een academische manier op, terwijl het hbo en het mbo vooral mensen opleiden om in de praktijk te gaan werken. Dat zegt helemaal niets over de kwaliteit van die onderwijsniveaus, maar het zijn wel hele andere werelden.”
Dat verschil komt niet in de minste plaats doordat de universiteit bestaansrecht ontleent aan het doen van onderzoek. Tilburg University heeft dan ook het merendeel van de huidige projecten binnen MindLabs mee opgezet. “De focus van de universiteit ligt sterk op de onderzoeksprojecten. Daar is vaak veel geld mee gemoeid omdat we met die projecten nieuwe onderzoekers willen aanstellen en salarissen moeten betalen”, weet Siesling. “Je praat dan al heel snel over tonnen of miljoenen. Dat soort onderzoeksprojecten spelen bij Fontys en bij ROC Tilburg minder. Dat is een wezenlijk verschil tussen werken
Het betekent overigens niet dat de universiteit niet probeert om de samenwerking van de grond te krijgen. Siesling: “Er zijn voortdurend gesprekken tussen de universiteit en Fontys en ROC Tilburg om te kijken of er iets uit die onderzoeken komt waar zij ook mee aan de slag kunnen. Maar het blijft aan beide kanten echt zoeken naar de samenwerking. Tijdens de coronapandemie hebben studenten van het ROC ons geholpen bij het opzetten van een online uitzending. Die deden dat super goed. Je kunt elkaar ook facilitair helpen in plaats van puur inhoudelijk.”
Ook Loet Visschers, oud-directeur van MindLabs,weet als geen ander dat het niet altijd gemakkelijk is om een samenwerking op te starten. “We moeten elkaars taal nog leren spreken”, zegt hij in een videogesprek. Visschers weet waar hij over praat, want hij is strateeg bij de gemeente Tilburg en oud-wethouder. “We moeten willen samenwerken omdat we, als we blijven doen wat we deden, allemaal een naargeestige toekomst tegemoet gaan. We kunnen elkaar inhoudelijk helpen in projecten, maar we kunnen ook samen een lobby doen, bijvoorbeeld. Maar het vraagt wel om actie. Harde actie.”
Er ligt dan ook een grote druk op Tilburg om dit project tot een succes te maken. “Er komen steeds meer nieuwe partners bij. De haven van Rotterdam en de Koninklijke Luchtmacht kloppen bij ons op de deur om te vragen of ze mee mogen doen. De vraag is: kunnen wij het waarmaken? We moeten de handigheid hebben om door te pakken, want als die bedrijven eenmaal teleurgesteld raken, dan verdwijnen ze ook weer. Voor Tilburg mag MindLabs niet mislukken”, zegt Visschers vastberaden.
Een groot project
In een rapport van adviesbureau ERAC (december 2020) concluderen onderzoekers dat MindLabs op een weegschaal staat waarvan de wijzer twee kanten kan uitslaan. Ze formuleren meerdere hindernissen die MindLabs moet overwinnen om succesvol te worden. “Het is in het geval van MindLabs mogelijk om door te groeien naar een uniek initiatief, maar het loopt ook het risico om een organisatie te worden die op termijn niet de kracht heeft omdat het moet sturen op de indirecte betrokkenheid van de partners”, aldus het rapport.
De adviseurs doen een aantal aanbevelingen om MindLabs te versterken. Zo raden ze de vereniging aan om afspraken te maken met de ICT-opleiding van Fontys, MindLabs in de regio meer te vermarkten, op korte termijn te scoren met één groot project dat veel aandacht genereert en een duidelijke rol voor de gemeente Tilburg te formuleren. Enkele van die aanbevelingen zijn inmiddels in werking gesteld: de ICT-opleiding is bij de MindLabs-formule betrokken. Ook wordt er hard gewerkt om een project in de kijker te zetten met bijvoorbeeld virtual humans in de zorg.
Daarnaast is er nog een groot risico van onduidelijkheid op korte termijn, schrijven de onderzoekers. Zij vrezen “een uitvoerige governance-discussie over MindLabs”. Het gaat dan “over de verhouding van MindLabs tot andere initiatieven.” De vraag is het initiatief een plek in de regio kan veroveren, gezien de samenwerkingen die al bestaan. De onderzoekers stellen daarom voor MindLabs te verzelfstandigen. “Het is van belang om een variant te kiezen waarbij er een organisatie ontstaat die verder gaat dan een vereniging. Een zelfstandige entiteit die zelf projecten kan ontwikkelen en eventueel kan aanhaken bij projecten die door anderen worden ontwikkeld.” Die aanbeveling wordt niet overgenomen: MindLabs blijft een vereniging.
Steeds meer concurrenten
Dat Tilburg spijkers met koppen moet gaan slaan, blijkt wel uit het landelijke plaatje. Steeds meer steden willen van kunstmatige intelligentie hun paradepaardje maken. De regio Twente zet met Universiteit Twente kunstmatige intelligentie ‘de komende jaren in de spotlight’. De regio Nijmegen streeft ‘naar de ontwikkeling van human-centered AI’. Amsterdam heeft de ambitie om zich ‘te positioneren als belangrijke AI-stad in Europa’. Tilburgs grote broer Eindhoven is eveneens van de partij: die stad moet ‘het centrum voor AI-engineering worden’. Delft, Leiden en Utrecht hebben zo hun eigen initiatieven; op Europees niveau is de oogst nog groter.
Gelukkig wacht MindLabs een eigen gebouw, waarmee de vereniging zich eindelijk duidelijk kan manifesteren. Het ruim 12.200 vierkante meter tellende pand verrijst vlak naast de internationaal bekroonde LocHal en wordt gevuld met verschillende hypermoderne ‘labs’ waarin MindLabs onderzoek kan doen. “We hebben straks onder andere een roboticalab en een VR-lab waar onze instellingen van alles kunnen uitproberen. Cognitieve wetenschappers kunnen in zo’n lab bijvoorbeeld met elektroden je breinactiviteit, je hartslag of je skin response meten. Dat is voor verschillende partijen interessant”, verwacht Van Dijk.
Hoe gaat MindLabs voorkomen dat alle partijen zich terugtrekken op hun eigen vierkante meter? Het antwoord is simpel: verleiding. “Een bedrijf als DPG Media moet verleid worden om actief mee te doen. Fontys is echt state of the art-mediavoorzieningen aan het installeren in het nieuwe gebouw. Daar likt DPG Media zijn vingers bij af”, verwacht Van der Westelaken.
Het nieuwe gebouw krijgt ook een gezamenlijke binnenruimte die nu binnenskamers al ‘het bruisend hart’ wordt genoemd. “Dat moet een plek zijn waar mensen gewoon binnen kunnen lopen met hun vragen. Zo gaan we ontmoetingen faciliteren”, zegt Van der Westelaken. “We willen ook een open podium en evenementen gaan verzorgen om dat aan te jageni”, vult Van Dijk aan.
Alle onzekerheden terzijde geschoven: het enthousiasme voor MindLabs is bij de voorzitter en de directeur onverminderd groot. “Iedereen kan gewoon binnenlopen en aanschuiven bij de sessies die we organiseren. MindLabs is geen besloten omgevin maar een plek waar kruisbestuiving gaat plaatsvinden”, zegt Van Dijk. Van der Westelaken besluit: “Ik kan je zestig beleidsnota’s laten lezen, maar niets werkt precies zoals je het van tevoren bedenkt. Een project als MindLabs moet je vooral de ruimte geven en ten volste ervaren. Dat leidt tot de nieuwsgierigheid die we nodig hebben.”
Deze serie verschijnt ook bij Brabants Dagblad en is mede tot stand gekomen met steun van het Tilburgs Mediafonds.