In de zestien jaar dat oprichter Casper Bruens voor Brightlands Venture Partners actief is, heeft hij de wereld om zich heen enorm zien veranderen. En dat betekende vanzelf dat de activiteiten van de fondsen met die ontwikkelingen moesten meebewegen. Opgericht door mensen uit het corporate VC-team van DSM en van LIOF Participaties heeft Brightlands Venture Partners zich door de jaren ontwikkeld tot een onafhankelijke risicokapitaalfondsmanager in Zuid-Nederland met een focus op slimme materialen, life sciences en agrifood. De aan de organisatie verbonden fondsen ondersteunen innovatieve bedrijven die passen in het ecosysteem van de Brightlands-campussen – soms ook als ze daar nog niet gevestigd zijn.
Brightlands Venture Partners beheert momenteel drie fondsen met een omvang van € 75 miljoen. Limburg Ventures is opgericht in 2004 en beheert € 15 miljoen. Chemelot Ventures, een fonds van € 40 miljoen, startte tien jaar later. Het Brightlands Agrifood Fund is de meest recente loot aan de boom; het omvat € 20 miljoen en bestaat sinds 2017. Binnenkort komt daar nog een vierde fonds bij dat gezondheid en circulariteit als centrale lijn heeft – dat laatste logisch gezien de nadruk die de Chemelot Circular Hub heeft gekregen. |
We spreken Bruens samen met zijn collega Marcel Kloosterman, die zich twee jaar na de start bij Bruens voegde en nu samen met hem eindverantwoordelijk is. Het begin van Brightlands Venture Partners was vooral voorzichtig, herinnert Bruens zich. “We hebben de tijd genomen om het veld te verkennen en samen met LIOF te onderzoeken hoe we een betekenisvolle invulling zouden kunnen krijgen. We zagen natuurlijk wel een behoefte aan nieuw bloed en start-ups, maar of wij die start-ups zouden kunnen vinden en binden was nog maar de vraag.”
Het duurde niet lang voordat Bruens en Kloosterman die vraag positief konden beantwoorden. Inmiddels zijn er alleen al met het eerste fonds ruim twintig investeringen gedaan. Sustainability en Health zijn daarbij terugkerende thema’s; de regeneratieve geneeskunde – inmiddels een van de paradepaardjes van de campus in Maastricht – kreeg al vroeg veel aandacht. “Pharmacell, een producent van humane cellen, was bijvoorbeeld een van onze boegbeelden. Toen dat bedrijf in 2017 werd overgenomen door Lonza, was dat voor ons wel een bewijs van onze juiste keuzes. Dat Lonza inmiddels met zo’n vijfhonderd mensen op de Brightlands Chemelot Campus in Geleen zit, maakt het alleen nog maar mooier. Kun je je voorstellen hoe belangrijk dat is voor de lokale werkgelegenheid!”
Samen doorgroeien
Van het een kwam het ander en daardoor konden Brightlands Venture Partners en de Brightlands campussen samen doorgroeien. Mede dankzij een bedrijf als Lonza, gekoppeld aan het ecosysteem dat daaromheen is gebouwd, kan Chemelot doorgroeien en de wereld laten zien waartoe het in staat is. “Want het mag dan soms lijken of we al lang bezig zijn, we staan echt pas aan het begin. Er gaan hier nog heel mooie dingen gebeuren!”
Hoewel de vier fondsen inhoudelijk verschillend zijn, drijven ze op dezelfde filosofie. “Nabijheid is volgens ons essentieel”, zegt Bruens. “Onze portefeuillebedrijven maken een grotere kans op succes en hebben een kortere time to market door hun interactie met het Brightlands-ecosysteem. We hebben dan ook een heel sterke focus op het managen van risico’s en vergroten van waarde met ons netwerk voor onze portefeuillebedrijven.” Maar wat betekent dat concreet? “We kijken vanzelfsprekend naar financiële impact, maar ook altijd naar een inhoudelijke en een regionale component: we moeten een bedrijf hier wel iets te bieden hebben, anders vertrekken ze op termijn toch weer. En omgekeerd ook. Die match is echt heel belangrijk.”
Als het gaat om de financiële voorwaarden, dan opereren de Brightlands fondsen hetzelfde als andere venture capitalists. “Maar de termijnen waarmee we werken, de exit-horizon kan wel variëren. Het gaat om start-ups en in onze sectoren heb je het al gauw over een horizon van zo’n zeven jaar. En we zoeken altijd co-investeerders; het is echt uitzonderlijk als we ergens alleen instappen.” Dat heeft niet alleen met geld en risicospreiding te maken, zegt Bruens. “Een medefinancier brengt vaak ook relevante kennis en netwerk mee en het toetreden is direct ook een deel van de validatie van zo’n bedrijf. Als een andere investeerder vanuit een ander perspectief er ook positief naar kijkt, geeft dat ons meer vertrouwen voor het vervolg.”
Succesverhalen
Succesverhalen van Brightlands Venture Partners zijn er inmiddels te over. Naast Lonza wijzen Kloosterman en Bruens op bekende namen als ‘nationaal icoon’ Ioniqa, QC Polymers, dat zich op een gegeven moment vanwege een fabriek van 400 meter trots “de grootste start-up van Europa” noemde, Isobionics, dat is overgenomen door BASF en Enzypep dat in handen kwam van een groot Duits farmabedrijf.
Met de ontwikkeling van Chemelot Circular Hub – samen met het instituut RegMed XB voor regeneratieve geneeskunde en de Einsteintelescoop de initiatieven waarvoor de provincie Limburg zich extra wil inzetten – passen ze perfect in de ambities van Brightlands. “We hebben de afgelopen jaren veel ervaring opgedaan met efficiënter gebruik van grondstoffen, maar we weten inmiddels dat dat niet meer genoeg is. Biobased is al een stap verder, maar eigenlijk moet zoveel mogelijk van wat we doen echt circulair zijn. Ook biobased materialen moeten recyclebaar zijn, anders lever je nog steeds maar half werk. De impact van onze portfoliobedrijven gaan we ook meten en erover rapporteren. Daarmee hopen we ook te laten zien dat we onze startups meer divers kunnen maken, om te beginnen met meer vrouwen in de teams. Kortom, de ‘magneet’ die we hier nu aan het bouwen zijn wordt steeds krachtiger. Het ene succes trekt het andere aan. Mede dankzij het nieuwe fonds en de power van de Circular Hub gaat de wereld hier de komende tijd nog heel veel van merken. ”
Doorgroeien
Terugkijkend op het avontuur tot nu toe, concluderen Bruens en Kloosterman dat het allemaal heel snel is gegaan. “Weet je nog, in het begin, toen het pakweg zes weken duurde voordat we een telefoonaansluiting hadden geregeld voor een van onze start-ups, we kunnen het ons nu niet meer voorstellen. Dat was ook in de tijd dat je als researcher van DSM voor gek werd verklaard als je ontslag nam om je eigen start-up te beginnen. Die mentaliteit is nu compleet anders. Er is ontzettend veel bereikt, maar toch zijn we er nog lang niet. We zijn al een belangrijke hub in Europa. Het is tijd om naar wereldniveau door te groeien.”