The Philips echo navigator. Image: Philips
Author profile picture

“Door personeelstekorten in de zorg wordt de werkdruk onder radiologen, cardiologen, verpleegkundigen en andere zorgverleners alleen maar groter. De kosten nemen toe, mensen worden ouder en er is meer chronische zorg nodig”, aldus Bert van Meurs, directeur beeldgestuurde ingrepen en precisiediagnostiek bij Philips, tijdens een bijeenkomst op het hoofdkantoor in Amsterdam afgelopen vrijdag. “Mensgerichte innovatie is een kracht die ingezet kan worden om de zorg te ontlasten. Technologie moet daarin dienend worden.”

  • Philips wil de zorg ontlasten door mensgerichte innovatie met technologie.
  • Belangrijke stappen zijn samenwerking tussen concurrenten en het slim inzetten van data met behulp van kunstmatige intelligentie.

Concurrenten moeten samenwerken

Volgens van Meurs moet de zorg ‘fewer, bigger en better’: minder lasten voor de zorgverlener en patiënt, kwalitatief goede zorg en de mogelijkheid tot vroegtijdige diagnoses. Om dit te bereiken moet er volgens Philips een aantal dingen gebeuren. Zo moeten concurrenten die apparaten in ziekenhuizen aanbieden samenwerken: “Er is geen ziekenhuis waar alleen Philips apparaten zijn. Dit vraagt om standaardisatie en samenwerking”, aldus van Meurs. Om zorgverleners mee te krijgen met de technologie en deze optimaal te benutten, is training volgens van Meurs van belang.

Data omzetten naar relevante informatie

Philips wil daarnaast artsen helpen data om te zetten naar relevante informatie met behulp van kunstmatige intelligentie. “Voor artsen is de tsunami aan data die in het ziekenhuis gegenereerd wordt, overweldigend”, zegt van Meurs. Volgens hem kan kunstmatige intelligentie bij data helpen om voorspellingen te doen, zoals een diagnose.

Als voorbeeld introduceerde Philips een vernieuwde hartecho, waarbij de echoscopist met behulp van kunstmatige intelligentie onder meer in een oogopslag kan zien hoe groot een hartkamer is, omdat een algoritme dit meet. Voor de arts scheelt dit de helft van de tijd, en de patiënt hoeft minder lang in de behandelkamer in een juiste houding voor de echo te liggen.

Zorg op afstand

De zogenoemde ePatch – die al eerder in het nieuws verscheen omdat het Martiniziekenhuis in Groningen er een pilot mee draaide – kwam ook aan bod. Hiermee kan een hartritmestoornis worden vastgesteld. Het draadloze apparaatje, dat werkt op een sensor, plakt de patiënt zelf op het borstbeen. Deze kan tot maximaal twee weken blijven zitten. De arts kan hiermee op afstand een holteronderzoek uitvoeren en een eventuele hartritmestoornis signaleren.

Eerder kreeg de patiënt bij holteronderzoek meerdere plakkers op het lichaam met draden bevestigd, konden deze maximaal zeven dagen blijven zitten en moest de patiënt vaker terugkeren naar het ziekenhuis. Met de ePatch hoeft dat niet. De software van het nieuwe apparaatje kan de data uitlezen, waarna een holterverpleegkundige alle uitkomsten enkel hoeft te scannen en niet meer zelf hoeft te verzamelen.

Volgens Philips kunnen deze innovaties in de toekomst leiden tot het vroeg opsporen van hartafwijkingen en het verkorten van de wachtrijen in de zorg.