De klimaatverandering heeft het weer extremer en onvoorspelbaarder gemaakt. Het risico op natuurrampen neemt toe. Om met dat risico om te gaan, is communicatie tussen overheden, deskundigen en reddingsinstanties van groot belang. Een aspect dat in het verleden vaak werd verwaarloosd. Een bijzondere uitdaging is de risicocommunicatie met de bevolking. Zij hebben doorgaans een andere kijk op risico’s dan overheden en deskundigen. Het verbeteren van deze communicatie is een van de doelstellingen van het onderzoeksproject Risk Communication Strategies (RiKoST).
RiKoST is een project van Interreg Italië – Oostenrijk. Het gaat om dertien alpengemeenschappen in Zuid-Tirol en Karinthië. EURAC-onderzoekers Fabio Carnelli en Lydia Pedoth vertellen er over aan Innovation Origins.
Wat was de aanleiding voor het onderzoeksproject?
Lydia: “Een klein dorp in Zuid-Tirol werd getroffen door een natuurlijk gevaar, veroorzaakt door extreme weersomstandigheden. Het jaar daarop hebben we de betrokkenen geïnterviewd. De resultaten van deze studie wekten de belangstelling van het Agentschap voor civiele bescherming in Bolzano. Zo ontstond het idee om het project uit te breiden naar meerdere dorpen en steden. Het bureau combineert expertise uit de planning en constructieve bescherming tegen natuurgevaren en risicovermindering, maar wilde ons ook betrekken om enkele sociaal-wetenschappelijke methoden testen. Ze willen weten hoe de inwoners denken over natuurlijk gevaar en hoe ze de communicatie daarover met hen kunnen verbeteren.”
Welke rol spelen de inwoners in het risicobeheer van natuurlijke gevaren?
Fabio: “Ook voor risicobeheer is een sociaal-politieke benadering nodig. Het bewustzijn hiervan is nog steeds erg laag. Of het nu op Europees, nationaal of regionaal niveau is. Technische maatregelen ter bescherming tegen natuurgevaren zijn niet voldoende. Daar zijn vele redenen voor. Een belangrijke reden is de klimaatverandering. Daardoor wordt het weer extremer. Het gevolg is dat er moeilijk te voorspellen domino-effecten ontstaan. Een andere reden is de voortschrijdende verstedelijking, ook in de Alpen. In deze situatie zijn niet alleen technische beschermingsmaatregelen nodig. Bewoners moeten bewust gemaakt worden van de risico’s en hen moet getoond worden hoe ze er mee om moeten gaan.”
Lydia: “Natuurlijk moet ook rekening worden gehouden met het kostenaspect. Structurele beschermingsmaatregelen zijn niet alleen voor de eigenaar van het gebouw, maar ook voor exploitanten en huurders kostenintensief. Het is dus ook de vraag hoe de afzonderlijke maatregelen elkaar aanvullen en hoe schade kan worden voorkomen.”
Wat kunnen bewoners concreet doen om het risico op natuurlijke gevaren te verminderen?
Lydia: “Zware regenval kan leiden tot overstromingen en aardverschuivingen. Kelders en de begane grond van gebouwen worden zwaar getroffen door overstromingen. Het is daarom belangrijk om hier geen waardevolle spullen op te slaan. Een aardverschuiving kan echter veel druk veroorzaken op gebouwen. De meest gevoelige onderdelen zijn de ramen. Door de strategische keuze van de positie en de toestand van de ramen kan men ernstige schade voorkomen.”
Zijn er nog andere aspecten?
Lydia: “Ja, het is ook een kwestie van weten waar natuurgevaren kunnen voorkomen en waar ze schade kunnen veroorzaken. Bewoners moeten daar niet blijven tijdens extreme weersomstandigheden. Tijdens overstromingen moeten ze bijvoorbeeld geen gebruik maken van onderdoorgangen, omdat het waterpeil snel stijgt.”
Hoe kunnen toeristen worden betrokken bij de risicocommunicatie?
Fabio: “We hadden oorspronkelijk geen toeristen bij ons project betrokken. Maar tijdens onze voorlichtingsactiviteiten in de dorpen bleek het toerisme wel een factor te zijn. Veel toeristen zijn zich niet of onvoldoende bewust van de gevaren van de natuur in de Alpen. Tegelijkertijd zijn de Alpenregio’s sterk afhankelijk van het toerisme. Het is daarom zeer belangrijk om toeristen te betrekken bij de risicocommunicatie. Een manier om informatie te verstrekken zijn apps met geotagging. Als iemand zich in een zone bevindt waar een natuurlijk gevaar dreigt, ontvangt hij een SMS of een bericht via de app.”
Welke middelen zetten jullie in bij de risicocommunicatie?
Fabio: “We wilden het complexe risicomanagement van natuurgevaren begrijpelijker maken. Zo kwamen we tot een virtual reality (VR) bril. We hebben gebruik gemaakt van 3D-foto’s van extreme weersomstandigheden in de dorpen. Dankzij de virtuele realiteit kan de kijker de mogelijke effecten van natuurlijke gevaren zien, zoals overstromingen of lawines. Als je naar rechts draait, zie je de situatie voor de gebeurtenis, als je naar links draait, zie je de situatie na de gebeurtenis. Gebruikers kunnen kiezen tussen diverse mogelijke natuurverschijnselen en zien welke risico’s deze met zich meebrengen.”
“We hebben ook de VR-bril gebruikt om de gevarenzonekaart uit te leggen. je ziet de kaart als een 3D-satellietbeeld. De gevarenzones zijn in kleur aangegeven. Een commentaarstem geeft uitleg over het punt op de gevarenzonekaart waar de gebruiker op dat moment naar kijkt.”
Lydia: “De inhoud is vrij uitgebreid. Je krijgt specifieke informatie over elke gevarenzone. Bijvoorbeeld over wat de verschillende kleuren betekenen. In rode gevarenzones is bouwen verboden. Bestaande gebouwen moeten worden aangepast. Schade is te verwachten in het geval van extreme weersomstandigheden.
Er zijn ook VR-brillen van karton, waarin mensen hun smartphones kunnen plaatsen en dan thuis de video’s in 3D kunnen bekijken. Ze kunnen de video’s vinden via QR-codes.
We willen uitzoeken of deze technologie geschikt is voor risicocommunicatie. Samen met de projectpartners beslissen we aan het einde van het project of we erin blijven investeren. Als we dat doen, zullen we het doen met meer scenario’s en meer innovatieve video’s. Op dit moment zijn de beelden statisch, wat betekent dat je in het geval van een overstroming het water niet daadwerkelijk ziet stijgen.”
Is de VR-bril al in de praktijk gebruikt?
Fabio: “In het onderzoeksproject zijn acht gemeenten in Zuid-Tirol als proefgemeente geselecteerd. We spraken met bewoners en toeristen op weekmarkten en toeristische plekken. Daarnaast bezochten we ook scholen en gaven we leerlingen uitleg over de basisprincipes van risicomanagement voor natuurlijke gevaren. We hebben verschillende media gebruikt. Maar de VR-brillen waren zeker het populairst.”
Wat is er ontdekt over hoe de bewoners het risico van natuurlijke gevaren ervaren?
Lydia: “We hebben diverse interviews gedaan. De gegevens zijn echter nog niet volledig geëvalueerd. We vroegen bijvoorbeeld of ze het plan voor de gevarenzone kenden – en de technische beschermingsmaatregelen in hun gemeente. Ook vroegen we ze bijvoorbeeld hoe groot ze de kans achten dat hun eigen huis mogelijk gevaar loopt. En we hebben de deelnemers gevraagd om suggesties voor het verbeteren van de risicocommunicatie en de risicomaatregelen.”
Meer informatie over het project RiKoST vindt u hier en hier
Lees ook andere IO- artikelen over virtual reality via deze link