Makers van de toekomst op Night of the Nerds

Het is een komen en gaan van bussen, dikke rijen leerlingen en groepen studenten sloffen het Klokgebouw binnen. Eenmaal binnen verspreiden ze zich langzaam in de grote hallen. Eerst nog voorzichtig, later druk gebarend en wijzend. Het enthousiasme groeit. Duizenden bezoekers kijken hun ogen uit tijdens Night of the nerds.

(hoofdfoto: Night of the nerds)

3D-printen, vr-gaming, IoT, robitcs, programmeren en nog veel meer. Verschillende clinics waar kinderen kennis maken met bijvoorbeeld verschillende aspecten van technologie en techniek. Ook oriënteren zij zich op hun vervolgstudie –en nog verder hun droombaan. Grote spelers als Tesla, VDL, Philips, ASML, Bosch en Van der Lande zijn allemaal vertegenwoordigd op deze mega-beurs. En ook de TU/e en Fontys zijn zichtbaar aanwezig.

Het is meteen dringen geblazen bij vr-gaming stands, de leerlingen kunnen niet wachten om met een grote bril op hun hoofd, monsters te meppen in de virtuele wereld. “Het is niet dat we hier alleen zijn om nieuwe studenten binnen te hengelen”, vertelt Jack Hoefnagel van Fontys, hij is docent aan de opleiding gamedesign en technology. “Kinderen hier kennis mee laten maken is het doel, want over een aantal jaar is dit de norm.” Hij moet even bukken voor een jongen, wild zwaaiend met zijn armen neemt de jongen een monster te grazen, op het scherm schieten lichtgevende ballen als kogels uit zijn handen. Hoefnagel vervolgt zijn verhaal: “Nu proberen we van alles uit in vr, maar dat wordt steeds serieuzer en steeds echter. Deze technologie staat nog in de kinderschoenen, dat betekent dat er nog heel veel nieuwe dingen aan zitten te komen, zoals virtueel bioscoopbezoek. Je kijkt dan met mensen over heel de wereld in vr naar een film.”

Hij legt aan de aanwezige leerlingen uit hoe een game wordt getest en verbeterd. Enthousiast wijst hij op een groot beeldscherm naast de games. Hij vertelt dat er een camera gekoppeld is aan software die de gelaatstuitdrukkingen van de spelers in de gaten houdt. “Het programma kan in combinatie met de camera gezichtsuitdrukkingen en emoties lezen, dit is voor het verbeteren van games essentieel. Als we bijvoorbeeld zien dat een gamer boos wordt en vast komt te zitten in een bepaald level, dan weten we dat dat level nog moet worden aangepast.”

Maar deze software vindt steeds meer zijn weg buiten de gamewereld: “Denk bijvoorbeeld aan veiligheid, crowdcontrol en facereconition. En dat gaat in de toekomst nog veel meer worden, kijk bijvoorbeeld maar naar de living labs, die als paddenstoelen uit de grond schieten.”
De leerlingen geloven het allemaal wel, ze vinden het spelen interessanter. Tim, 4 havo op het Elde College in Schijndel: “Dit is vet! Ik denk dat we later allemaal in de virtuele wereld kunnen, je hebt geen grote bril meer nodig, het is draadloos. Weet je wat me vet lijkt? Als ik zo’n bril kan opzetten en dan bij iemand op bezoek ga om af te spreken. Dat is leuker dan whatsapp. Maar dan moet die ander natuurlijk ook in het systeem zitten.”

Naast het gamen krijgen de geintereseerde leerlingen een speed-cursus gameprogrammeren. Achter een laptop zit Timo Megens, hij zit op het Kadinsky in Nijmegen (4vwo), hij is druk bezig vierkante blokken over zijn beeldscherm te slepen. “Ik maak nu een heel simpel spelletje, het staat allemaal uitgelegd”, hij houdt een a-4’tje met instructies omhoog. “het is eigenlijk niet zo moeilijk. Maar ik vind het wel leuker dan ik dacht. Je kunt steeds zien wat je hebt gemaakt.”
Timo wil na zijn vwo industrial design gaan studeren en weet al waar hij heen wil: “Eindhoven! Ik heb net gesproken met twee studenten van die opleiding en gezien wat zij hebben gemaakt. Programmeren is leuk, maar ik vind het interessanter om iets te maken dat je echt kunt vasthouden en dat leer je daar.”