In het project Luxemburg in Transitie krijgen tien multidisciplinaire teams de zeldzame kans om een model te ontwerpen voor een hele staat en de vier landen tellende samenwerkingsregio SaarLorlUx. Ruimtelijke planners, stedenbouwkundigen, architecten en landschapsarchitecten ontwikkelen ideeën voor de overgang naar een CO2-vrije toekomst. Ideeën die als leidraad zullen dienen voor de ruimtelijke ordening van de regeringen op de middellange en lange termijn.
Luxemburg heeft een oppervlakte van 2590 km2 en telt 638.000 inwoners. Dit is ongeveer even groot als de provincie Drente. Professor Aglaée Degros van het Instituut voor Stedenbouw aan de TU Graz in Oostenrijk maakt bewust dergelijke vergelijkingen. Voor stedebouwkundige planning is de kleine staat Luxemburg bijzonder. In dit land woont 92 procent van de inwoners woont in steden. Een ander specifiek kenmerk is dat ongeveer de helft van alle werknemers grensarbeiders zijn. Deze wonen dus niet in het land. Vandaar dat de plannen zich uitstrekken over de zogenoemde Grande Région . In deze regio vallen het zuidelijke deel van het Belgische Wallonië, de Duitse deelstaten Rheinland-Pfalz en Saarland, de Franse regio Lorraine en Luxemburg zelf. SaarLorlLux heeft een oppervlakte van ruim 65.000 m2 en telt 11,7 miljoen inwoners. Innovation Origins sprak over de ambitieuze plannen van de regio met Aglaée Degros.
Aglaée Degros: “De kleine steden in Luxemburg zijn goed aangesloten op de spoorweginfrastructuur. Dat is een goede zaak, want daardoor kan het particulier vervoer worden beperkt. De hoge onroerendgoedprijzen in kleine steden zijn echter problematisch. Burgers die de hoge huren niet kunnen betalen, moeten uitwijken naar de landen rondom Luxemburg, waar de huren vier tot vijf keer goedkoper zijn. Dit brengt ongelooflijk veel mobiliteit met zich mee. Dat weer brengt de klimaatdoelstelling om tegen 2050 CO2-neutraal te zijn, in gevaar.
Ook interessant: Hey zondaar, zo kun je klimaatneutraler leven
Daarom kijken we in het project niet alleen naar Luxemburg, maar naar de Grande Région, die de aangrenzende regio’s van België, Frankrijk en Duitsland omvat. Dit zijn gebieden waar nooit veel is geïnvesteerd. In Frankrijk bijvoorbeeld is er veel verouderde industrie. In België is er landbouw. In Duitsland vinden we evenmin een strategisch gebied. Dat is ook de reden waarom er – afgezien van automobiliteit – geen functionerende mobiliteit is. Als je denkt aan een grensoverschrijdend mobiliteitsnetwerk, is er hier zeker ruimte voor verbetering.
Dus de grenspendelaars uit België, Duitsland en Frankrijk zijn Luxemburgers die zich buiten het land hebben gevestigd?
Er zijn twee richtingen: Luxemburgers die buiten het land wonen omdat het daar goedkoper is en mensen die naar Luxemburg komen om er te werken omdat het de grootste werkgever in de regio is. Terwijl de grootste toevloed uit Frankrijk komt.
De oplossing van het probleem wordt gezien in verbeterde mobiliteit?
Ja, als we aanvaarden dat wonen in het buitenland veel goedkoper is, moeten we de mobiliteit op een duurzamere manier organiseren om tegen 2050 koolstofneutraal te zijn.
Hoe kunnen stadsontwerpers een samenleving koolstofneutraal maken?
Wij vertrouwen op pooling of the resource, om cruciale functies te kunnen delen. Een voorbeeld is autodelen. Actieve mobiliteit en parkeren nemen veel openbare ruimte in beslag. Met autodelen kun je dat verminderen en in plaats daarvan groene ruimten integreren.
Hierachter zit het concept van de 15-minutenstad, waar je gebruik maakt van nabijheid. Dat wil zeggen: alle belangrijke plaatsen voor de burgers zijn binnen 15 minuten bereikbaar. Dit betekent dat er veel minder beweging is.
Luxemburg wil CO2-neutraal worden, maar ook rekening houden met de uitdagingen van Covid-19. Hoe moet je dat voorstellen?
Elk land in deze regio heeft verschillend gereageerd op de Covid-19-crisis. Dit heeft geleid tot veel problemen bij de samenwerking. Forenzen moeten bijvoorbeeld elke dag worden getest. Daarom is er vlakbij de grens aan de Franse kant een co-working space gebouwd. In Thionville, bijvoorbeeld, zijn 70 werkplekken beschikbaar. Zo kunnen mensen in Frankrijk werken en toch hun collega’s ontmoeten. Hieruit is gebleken dat de mobiliteit met deze maatregel kan worden verminderd.
Het autoverkeer kan beter worden beheerst met hoge parkeertarieven, zoals dat bijvoorbeeld in Nederland gebeurt.
Aglaée Degros, stedenbouwkundige
Een ander probleem kwam aan het licht bij het brandstof- en winkeltoerisme. Luxemburg heeft lagere prijzen dan de buurlanden en trekt dit soort toerisme aan. Tijdens de pandemie werden de benzinestations en winkelcentra aan de grenzen nauwelijks bezocht. Hieruit bleek dat er een mobiliteitsprobleem is dat alleen door het belastingstelsel wordt veroorzaakt. Als je koolstofneutraal wilt zijn, moet je die dingen ook ter discussie stellen.
Een ongelukkige samenloop van omstandigheden was dat Luxemburg in maart 2020 het openbaar vervoer gratis toegankelijk heeft gemaakt om het autogebruik terug te dringen. Dat viel samen met de eerste lockdown en dat was niet het juiste moment. Tijdens de pandemie vermeden veel mensen het openbaar vervoer. Daarom kan deze maatregel niet worden geëvalueerd. Trouwens, studies hebben al aangetoond dat het niet werkt. Het autoverkeer kan beter worden beheerst met hoge parkeertarieven, zoals dat bijvoorbeeld in Nederland gebeurt.
Een ander doel is om lokale winkels terug te brengen in de stad. Hoe werkt dat?
(Lacht). Ja, dat is een goede vraag. In een nieuwe woonwijk aan de rand van Wiltz hebben wij geconstateerd dat de bewoners naar winkelcentra trekken wanneer er geen goede vervoersverbindingen met de stad zijn. Maar omdat winkelcentra sterk verbonden zijn met automobiliteit, zou verandering van die mobiliteit de consumptieroutine kunnen veranderen. Ik ben echter niet zo optimistisch. Ik denk namelijk dat winkelcentra niet langer zullen concurreren met winkels in het centrum, maar met online winkels. Bijgevolg zal het mobiliteitsprobleem meer verschuiven naar de logistiek. In Luxemburg kun je echter geen distributiecentrum bouwen vanwege de hoge vastgoedprijzen. Maar als het in een van de omringende landen wordt gebouwd, zal dat weer tot veel vrachtverkeerleiden.
Naast stedelijke ontwikkeling gaat het bij Luxemburg in Transitie ook om het herstel van de biodiversiteit in het natuurlijke landschap. In het verleden werden rivieren rechtgetrokken en gebetonneerd. Bovendien heeft de intensieve bosbouw – in combinatie met de klimaatverandering – geleid tot massale plagen door ongedierten. In de toekomst moeten de rivieren weer hun natuurlijke loop kunnen nemen, moet de bebouwingsdruk worden verminderd en moet de monocultuur van sparrenbossen een halt toegeroepen worden door aanplant van anderer boomsoorten zodat er weer gemengde bossen ontstaan. Op die manier kan de natuur weer biodivers worden en kan de regio Groot-Luxemburg koolstofneutraal worden.”
Ook interessant: Milieuvriendelijk en stressvrij naar de wintersport