In 2019 stootten de EU-landen volgens Eurostat meer dan 3,7 miljard ton broeikasgassen uit. Dat is maar liefst 8,4 ton voor elke inwoner van de Europese Unie. In de onderstaande grafiek zie je hoeveel broeikasgassen de individuele lidstaten uitstoten.
Waarom staat Luxemburg bovenaan?
Wat het meest in het oog springt, is dat Luxemburg bovenaan staat. Hoe kan zo’n klein land, waar slechts 0,4 procent van de hele EU-bevolking woont, zoveel broeikasgassen uitstoten?
Het Internationaal Energieagentschap legt in zijn evaluatie van het energiebeleid voor 2020 uit hoe de bevolking en de groei van de economie een enorme invloed hebben op dit cijfer. Toch houdt het grootste deel van de uitstoot verband met het zogenoemde tanktoerisme. In het Luxemburgse nationale energie- en klimaatplan wordt benadrukt dat bijna tweederde van de klimaatemissies komt door tankende buitenlanders, waarbij vrachtwagens weer voor 60 procent verantwoordelijk zijn voor die vorm van emissies.
Lees hier meer over Luxemburg
Afhankelijk van steenkool
Ierland staat op de tweede plaats in deze rangschikking. Volgens het Ierse energie-instituut zijn landbouw, vervoer en energieproductie de drie drijvende krachten achter de uitstoot van broeikasgassen in het land.
In Tsjechië gaat het tijdperk van steenkool en bruinkool langzaam ten einde. Aangezien Praag van plan is meer gebruik te maken van kernenergie, hebben energie-intensieve industrieën daardoor een grote impact op de uitstoot van broeikasgassen. Ook Polen is afhankelijk van steenkool. In dit land staat ook nog eens de meest vervuilende elektriciteitscentrale van de Unie.
Fossiele brandstoffen zijn ook de belangrijkste reden voor de positie van Cyprus. Het land is er sterk van afhankelijk voor de opwekking van elektriciteit, aangezien de energie-industrie goed is voor een derde van de totale hoeveelheid emissies.
Doordat Estland voor zijn elektriciteitsproductie afhankelijk is van schalieolie, neemt het land de derde plaats in wat broeikasgassen betreft. In een beleidsnota van het Europees Parlement wordt opgemerkt dat het verbranden en produceren van deze fossiele brandstof zeer vervuilend is. De energie-industrie is verantwoordelijk voor 56 procent van de uitstoot van het Baltische land.
De energiesector en de maakindustrie zijn de belangrijkste motoren van de Nederlandse economie. Daarnaast draagt het vervoer bij tot een broeikasgasuitstoot van meer dan 11 ton per hoofd van de bevolking.
Zonne- en kernenergie
Gekeken naar de landen met de laagste uitstoot, val een aantal dingen op. Elektriciteit uit kerncentrales is de belangrijkste reden waarom Frankrijk – ondanks het feit dat het qua inwonertal op één na grootste land van de Unie is – een lagere uitstoot van broeikasgassen heeft dan de meeste EU-landen.
Spanje heeft massaal geïnvesteerd in hernieuwbare energie en is een van de grootste producenten ter wereld. Als gevolg daarvan stond het in 2019 wereldwijd op de eerste plaats als het ging om zonne-energiecapaciteit. In hetzelfde jaar nam Madrid de 5e plaats in op de wereldranglijst voor windenergiecapaciteit.
Zweden komt op de laatste plaats in deze rangschikking, omdat het zijn uitstoot sinds 2005 met meer dan 56 procent heeft verminderd. In 2020 werd de laatste steenkoolcentrale gesloten, terwijl Stockholm voor de energietransitie vertrouwt op kernenergie, die naar verwachting tegen 2040 geleidelijk zal worden afgeschaft. Dan moet alle energie uit hernieuwbare bronnen komen. Tegen 2030 wil het land zijn windenergiecapaciteit met 5 Gigawatt en zijn zonne-energiecapaciteit met 2 Gigawatt verhogen.
Steun ons!
Innovation Origins is een onafhankelijk nieuwsplatform, dat een onconventioneel verdienmodel heeft. Wij worden gesponsord door bedrijven die onze missie steunen: het verhaal van innovatie verspreiden. Lees hier meer.
Op Innovation Origins kan je altijd gratis artikelen lezen. Dat willen we ook zo houden. Heb je nou zo erg genoten van de artikelen dat je ons een bedankje wil geven? Gebruik dan de donatie-knop hieronder: