Het klinkt misschien als een open deur, maar daarmee is het niet minder waar: een circulaire transitie is alleen mogelijk als alle betrokken disciplines samenwerken. Natuurlijk komt het deels aan op technologische innovaties en vanzelfsprekend gaat het alleen lukken als het allemaal betaalbaar blijft. Maar minstens zo belangrijk is de culturele omslag: we moeten massaal ons gedrag veranderen, ons bij al onze acties afvragen wat de gevolgen zijn voor de planeet. En dat is dan ook meteen de boodschap die na de lectorale rede van Jifke Sol het meest bleef hangen: we zullen ons economisch systeem, dat nu vooral gericht is op snelle groei en gemak, ingrijpend moeten wijzigen.
In haar rede, vrijdagmiddag bij Fontys Hogescholen in Eindhoven, maakt lector Jifke Sol niet alleen de noodzaak van de transitie zelf duidelijk duidelijk, maar ook de bijdrage die het Fontys Expertisecentrum Circulaire Transitie (FECT) daarin wil bieden. “Het bestaande systeem van eindeloos snel en goedkoop produceren en consumeren is niet houdbaar. Het ‘tipping point’ is dichtbij, we komen zonder stevige transities buiten de veilige zones van leefbaarheid terecht.”
Fontys for Society
Ht Fontys Expertisecentrum Circulaire Transitie past in een lijn die Fontys momenteel over de volle breedte laat zien. Onder de titel ‘Fontys for Society‘ koppelt de instelling haar programma’s aan maatschappelijke opgaven. “Om onze maatschappelijke opdracht – bijdragen aan een duurzame, inclusieve en vitale samenleving – optimaal uit te kunnen blijven voeren, moeten we ons ontwikkelen tot een talentgericht, onderzoekend en wendbaar Fontys.”
Gelukkig ziet Sol overal om zich heen voorbeelden van initiatieven die daar doorheen willen breken en uitgaan van gesloten kringlopen, waardebehoud en daarmee de creatie van een hernieuwbare economie. Ze vat ze samen onder ‘refuse, repair, reuse, recover, reduce, recycle’. “Kortom: rethink.” Maar hoe doe je dat in een omgeving die daar niet op voorbereid is? Sol: “Er is lef nodig, leiderschap en doorzettingsvermogen. Radicale innovaties kunnen alleen ontstaan als we de systeembelemmeringen weten op te heffen. En juist daarvoor zullen we het lectoraat en Fontys als grootste kennisinstelling van het zuiden volop gaan inzetten.”
IJsberg
Om duidelijk te maken wat daarvoor nodig is, laat Sol een plaatje zien van een ijsberg met boven het water al die zichtbare barrières rond procedures, taken en functies uit ons normale leven. “Maar wie ook de onderkant van de ijsberg kan zien, komt andere krachten tegen: drijfveren, waarden, overtuigingen, gevoelens en sympathieën. Als je die onderstroom kunt herkennen en activeren, dan breng je een versnelling in de transitie.” Vanzelf zal dat niet gaan. “Het kan gaan schuren en zelfs als je van goede wil bent kom je onderweg jezelf tegen. Er is een lange adem nodig.”
Concreet wil het lectoraat ‘change professionals’ gaan opleiden die de transitie in goede banen kunnen gaan leiden. Eén van de manieren om dat voor elkaar te krijgen is via een reeks ‘living labs’ waar studenten, onderzoekers, ondernemers en overheidsvertegenwoordigers samen werken aan de oplossing van een concrete uitdaging, gebruik makend van de input van alle noodzakelijke disciplines, zoals technici, economen en sociologen. Het Brainport Smart District in Helmond is daar een voorbeeld van, maar er zijn ook labs in Meijerijstad (vermindering van voedselafval), De Peel (sociale innovatie in het mkb), Eindhoven (Smart Industry) en Tilburg (vermindering van de textielberg). Onlangs ontving het expertisecentrum een miljoen euro aan subsidie van NWO-SIA voor de living labs.
Naast de labs zijn er diverse kort- en langlopende en londerwijsprogramma’s, onderzoekstrajecten, intervisietrajecten en leiderschapstrainingen. Alles bij elkaar moet dat in 2050 hebben geleid tot een “lerend ecosysteem met 100 procent circulaire professionals”.
Ervaringen
Om het belang van circulariteit kracht bij te zetten en meteen het bewijs te leveren van de interdisciplinariteit van het thema, had de lector vijf gasten uitgenodigd die vanuit verschillende perspectieven hun licht konden laten schijnen op Sols lectorale rede. Daarnaast konden twee studenten en een jonge ondernemer hun ervaringen op het terrein van de circulaire transitie delen.
Het meeste tegengas kreeg de net benoemde lector van Eric van Schagen, directeur van Simac en voorzitter van VNO-NCW Brabant-Zeeland. Hij vroeg aandacht voor het belang van ‘mainstream en maintenance’: “Met alleen innovatie en start-ups kun je de wereld niet veranderen, richt je pijlen dus ook op het behouden en verbeteren van het bestaande.” Sterker nog, soms kan krimp daarvoor effectiever zijn dan zelfs de meest duurzame groei, zo beredeneerde hij. “Een elektrische auto die rijdt op 100% groene stroom is misschien een stap vooruit, maar géén auto is veel effectiever natuurlijk.” Ook bij bestaande ondernemers ziet Van Schagen veel bereidheid tot circulair gedrag. “Maar daarvoor is wel verdienvermogen nodig; zonder omzet geen investeringen in circulariteit.”
Gedeputeerde Annemarie Spierings kon zich wel vinden in de aandacht voor maintenance: “Dat is namelijk ook een vorm van sociale innovatie. Er zijn nog teveel mensen die het niks kan schelen om dingen weg te gooien terwijl ze nog bruikbaar zijn, of het nu om eten gaat of iets anders. Dat is een groot vraagstuk waar ik helaas nog geen antwoord op heb. Wat in elk geval van belang is, is om er met een groep koplopers voor te zorgen dat we dit wel allemaal wél belangrijk gaan vinden. Een gezamenlijke zoektocht naar circulaire oplossingen, ook met hulp van de overheid.”
Een grote ‘case’ zou daarbij wel helpen, denkt Spierings. “Bijvoorbeeld in de bouwwereld.” Daar had directeur Edwin Schellekens (Brainport Smart District) wel oren naar. “Het doorbreken van systeemdenken, waar Jifke Sol over sprak, is heel ingewikkeld. Je voelt de bevlogenheid en de idealen, maar we lopen keer op keer tegen het systeem aan: alles moet goedkoop, snel en zonder risico. Wat hier echt doorslaggevend kan zijn is als de overheid ons wat meer helpt met het wegnemen van de ‘onrendabele top’, het verschil tussen onze kosten en de betalingsbereidheid van de consument. Daarvoor is een tijdelijke overbrugging nodig.”
Ondernemerschap tonen
Elphi Nelissen (College van Bestuur Fontys Hogescholen) en Alice Korsch (Young Professionals Brabant) benadrukten vooral de eigen verantwoordelijkheid van de jongeren in de transitie. “Het hybride leren, met taken binnen het onderwijs en het bedrijfsleven kan de logische eerste stap zijn”, zei Nelissen. “Er is maar één manier om erachter te komen hoe jongeren een rol kunnen spelen in de circulaire transitie”, vulde Korsch haar aan, “en dat is door het ze zelf te vragen, zowel binnen als buiten het onderwijs. Op die manier kunnen ze zelf ondernemerschap tonen en geloof krijgen in het effect van hun handelen.”
Het leidde, aan het einde van een middag vol circulaire ambitie, tot tevredenheid bij de lector. De termen die haar daarbij het meeste zijn bijgebleven? “Het belang van leiderschap, samenwerking tussen disciplines, niet wachten maar gewoon aan de slag gaan. Toon lef, ga experimenteren en vertrouw daarbij op je interne kompas.”