Hans Krikhaar is aangesteld als eerste lector Smart Manufacturing op de Fontys Hogeschool. Krikhaar wil dat zijn lectoraat een belangrijke kennishub voor slim produceren wordt. “Een plek waar studenten praktisch onderzoek vertalen naar toepasbare oplossingen voor de industrie”, vertelt Krikhaar tijdens zijn inauguratie. Hiervoor wil hij dat studenten en bedrijven eerder met elkaar in contact komen. “Studenten hebben de toekomst. Die toekomst verandert snel met allerlei nieuwe technologieën. Om al die nieuwe ontwikkelingen goed te kunnen inbouwen is het belangrijk dat studenten weten hoe fabrieken van binnen werken en wat ervoor nodig is om nieuwe technieken in te voeren.”
Studenten komen al vroeg in de opleiding bij bedrijven over de vloer, als het aan Krikhaar ligt. Eerst via stages, later door onderzoek, waar ze bedrijven helpen met specifieke vragen en net voor het afstuderen werken ze in een multidisciplinair studententeam aan een specialisatie opdracht in de industrie. “Het belangrijkste is dat studenten bezig zijn in de sector waar ze straks aan de gang willen. Hierin willen we studenten stimuleren om zelf een keuze te maken welke richting ze op willen. Als iemand de ambitie heeft om meer te focussen op hardcore machinebouw, kan dat. Hierin zijn we actief in vier domeinen waar studenten zich in kunnen specialiseren”, legt Krikhaar uit.
‘Iedereen weet dat er iets moet gebeuren, maar niemand weet wat precies.’
Welke domeinen zijn dat? Een voorbeeld: drones kun je gebruiken om pakketjes rond te brengen (Future Mobility), maar je kunt een drone ook voorzien van een AED-set, zodat het apparaat kan worden opgeroepen als iemand een hartaanval heeft (Health & Care). De andere twee domeinen waar studenten aan de slag kunnen, zijn: Smart Manufacturing en High Tech Systems. “Deze onderwerpen zijn niet alleen voor studenten interessant, ook in de industrie zijn het belangrijke thema’s. Zelf vind ik zo’n drone met AED geweldig, hier heb je heel wat artificial intelligence voor nodig om het goed te laten werken. Maar als het goed werkt, red je er levens mee. Het heeft impact. Hetzelfde geldt voor de onderzoekslijnen gericht op mechatronica & robotica of complexe sensorsystemen. Je hoort overal bedrijven roepen dat het tijd is voor Smart Industry of Industry 4.0. Iedereen weet dat er iets moet gebeuren, maar niemand weet wat precies. Ik heb de goede hoop dat de onderzoeken die studenten binnen bedrijven gaan uitvoeren, zullen bijdragen aan antwoorden.”
Volgens Krikhaar gaat de specialisatie van studenten niet alleen over samenwerken met bedrijven, maar ook over samenwerking met elkaar. “In de laatste fase van de studie is het belangrijk dat studenten een totaaloverzicht hebben ontwikkeld. Ze moeten het proces om een high tech systeem van ontwerp tot realisatie te ontwikkelen, in goede banen kunnen leiden. Als studenten hierin slagen, kunnen ze veel betekenen voor bedrijven en tonen ze hun waarde voor de industrie. Maar om dit grote plaatje te zien, moeten ze verder leren kijken dan hun eigen specialiteit. Engineers moeten begrijpen waar softwaredevelopers tegenaan lopen en andersom. In teams met studenten van verschillende opleidingen leren ze hoe dit werkt.”
‘Waarom iets vastmaken met vier bouten, als het ook met drie kan?’
De nieuwe lector verdiende zijn sporen in verschillende sectoren. Krikhaar werkte onder andere voor Philips Lighting, Philips Drachten en ASML. In bijna iedere functie kwam het automatiseren of efficiënter maken van de productie wel terug. Dat is ook waar de studenten die Krikhaar onder zijn hoede heeft, mee aan de slag gaan: het ontwikkelen van autonome karretjes die in fabrieken goederen rondbrengen, van robotarmen die gereedschap verwisselen of studenten bedenken een zelflerend systeem dat automatisch de aankoop van bepaalde onderdelen regelt. “Wat ik in al die verschillende functies heb geleerd, is om dingen simpel te houden. Als je iets vast kunt zetten met drie bouten, waarom zou je er vier gebruiken? Kijk stap voor stap naar alle onderdelen van het productieproces. Kun je misschien machines wegstrepen zonder dat de productie in de soep loopt? In veel fabrieken is het antwoord ja. Dit zorgt ervoor dat de productie sneller gaat, er minder kapot kan en er minder onderhoud nodig is. Win win.”
Om processen simpeler en efficiënter te maken moet je een goede analyse maken, benadrukt Krikhaar. “Durf te zeggen dat dingen niet goed gaan, ga op zoek naar het probleem. In Japan zijn ze hier heel erg goed in. Het meten van processen is essentieel, hierdoor weet je precies wanneer iets fout gaat en waarom.” Dat is gelijk het eerste waar studenten aan gaan werken: een meetkastje met allerlei sensoren die temperatuur, trillingen, stroomsnelheid en andere waardes meten. “Studenten gaan straks via de opleiding bij bedrijven aan de slag om inzicht te krijgen in werkprocessen, dit soort apparatuur maakt hun analyse beter”, legt Krikhaar uit.
‘Onderzoeksresultaten van studenten om onderwijs te verbeteren.’
Het lectoraat is niet alleen gericht op Fontys Engineering in Eindhoven, maar ook op Fontys Techniek en Logistiek in Venlo. Krikhaar: “Hier heb je allerlei uitdagingen, te weinig mensen, snel veranderende processen. Of juist veranderingen die weer te langzaam gaan. Ook in de agrarische sector spelen deze zaken. Mooie oplossingen zijn ook al bedacht: de HAS Hogeschool werkt samen met tomatentelers in Limburg aan tomaten die via sensoren precies aangeven wat ze nodig hebben. Zo kunnen telers veel gerichter met bestrijdingsmiddelen, mineralen en water omgaan. De snelheid waarmee nieuwe technologie ontwikkeld wordt, neemt voorlopig zeker niet af. Het vraagt van studenten dat ze out of the box denken en flexibel zijn als het gaat om nieuwe ontwikkelingen.”
Krikhaar gelooft hierom ook niet dat het onderwijs hetzelfde blijft: “De lesstof verandert niet alleen door technologische ontwikkelingen, maar ook door de kennis die studenten bij bedrijven opdoen. Het is de bedoeling dat via hun onderzoek niet alleen bedrijven beter worden, maar dat we die kennis ook gebruiken voor het verbeteren van het onderwijs. Alle expertise en onderzoeksresultaten die we binnenhalen, gaan we hier bundelen. We gebruiken dit niet alleen voor het verbeteren van ons eigen onderwijs, maar we kunnen hiermee ook trainingen of cursussen voor werknemers uit de industrie ontwikkelen. Dit wordt dé kennishub rond dit Smart Manufacturing.”