RoboValley, de onafhankelijke stichting die samenwerkt met de TU Delft en uitvinders helpt bij de ontwikkeling van robotica start-ups, groeit zo hard dat de in totaal twintig medewerkers moeten verbouwen om extra ruimte voor nieuwe start-ups te creëren. Hoewel RoboValley al vier jaar bestaat, is nog maar weinig bekend over het ontstaan van deze promotor van innovatieve roboticabedrijfjes. Daarom gingen we in gesprek met een van de adviseurs van RoboValley, Hidde- Jan Lemstra. Hij begeleidt start-ups bij het vinden van investeerders en helpt bij het formuleren van de bedrijfsstrategie. Vandaag deel 1 van een tweeluik over de kraamkamer van de robotica.
Hoe is RoboValley onstaan?
„Ons doel is om hier zoveel mogelijk robotica zichtbaar en toegankelijk te maken. Daarin hadden we al een flinke voorsprong [op andere universiteiten in Europa, red.]. Ooit was het idee: als je iets over robotica wilde weten of je wilde iets uitproberen, dan kwam je gewoon bij ons. Hoogleraar Robert Babuska [van de faculteit 3mE aan de TU Delft, red.] was degene die al die telefoontjes kreeg. Maar hij is wetenschapper en wil onderzoek doen. Start-ups vallen niet onder zijn aandachtsgebied, net als implementaties van robotica in het midden- en kleinbedrijf. Uiteindelijk kijken wetenschappers vooral naar fundamentele toepassingen van robotica.”
Waar moet je dan aan denken?
„RoboHouse is het field lab van RoboValley waar je robottoepassingen kunt uitproberen. We werken samen met kennispartners. Dat kunnen leveranciers van software of hardware zijn, maar ook consultancybedrijven die naar een bepaalde robotimplementatie willen kijken. Die kennispartners brengen wij samen met een klant. Bijvoorbeeld: wij hebben een klant die in RoboHouse wil testen hoe hij een robot in zijn bakkerij kan toepassen. Dat kunnen wij dan voor hem laten regelen.”
Het gaat dus vooral om vragen van ondernemers die willen weten welke taken van het bedrijfsproces ze automatisch kunnen laten uitvoeren?
„Ja. Of: wat zijn nou werkzaamheden die sneller kunnen, die gevaarlijk of onprettig zijn voor mensen en die je liever door een robot zou laten doen? In het field lab van RoboHouse kun je daar kleinschalige experimenten mee doen om erachter te komen hoe je robots kunt implementeren.”
Worden er ook nieuwe kleine robotjes voor die experimenten gebouwd?
„Ja. Wat ze in RoboHouse doen is heel praktisch, heel toegepast. De experimenten zijn gericht op het midden- en kleinbedrijf én grote partners, zoals de supermarktketen Ahold Delhaize bijvoorbeeld. Dan gaat het over nieuwe toepassingen van robotica in de winkels en distrubutiecentra van Albert Heijn. Experimenten daarmee in RoboHouse kunnen voor het bedrijfsleven heel interessant zijn. ”
Start-ups
Maar RoboHouse werkt zeker niet alleen voor multinationals. Lemstra: „We hebben nu ook wat we start-ups noemen: ideetjes van mensen waarvan ze een bedrijf willen maken. Het gaat vaak om mensen die met een bepaalde oplossing van een probleem bezig zijn, zoals IMSystems. Die hebben een hele concrete uitvinding gedaan: hoe halen we de tandwielen uit de transmissie? IMSystems is bezig om alles met rollers te doen. Want die maken robotarmen veel accurater en sneller. Achter start-ups zit een goede technologie, maar dat betekent niet dat je dan ook meteen een goed bedrijf hebt. Als je alleen de technologie hebt, dan heb je nog niks. Je hebt ook iemand nodig die jouw technologie wil kopen. En die moet je ook weten te vinden. Die wil dan ook vaak net iets anders dan wat jij had bedacht. Als je iets in een lab ontwikkelt, zoals IMsystems, komt voort uit onderzoek dat is gedaan op basis van allerlei aannames. Maar als je vervolgens gaat praten met een autofabrikant, die jouw robot gear box wil gebruiken, zoals bij IMSystems, dan wil hij die misschien veel groter, kleiner sneller of goedkoper hebben. Zo kan er van alles zijn wat een klant anders wil. Die hele transitiefase, om van een ideetje naar een winstgevend bedrijf te komen, dát is de tweede tak van sport van RoboValley. Dat noemen we dan acceleration. Hoe kunnen we zo snel mogelijk ideeën naar schaalbare technologie brengen. Of, dat zie je ook vaak, er zo snel mogelijk afscheid van nemen. Dat je concludeert: dit idee werkt niet.”
Kan technologie nog sneuvelen als er al interesse is uit de industrie en er vraag is naar de toepassing?
„Ja. Er kunnen talloze redenen zijn. Wat we heel vaak zien is dat mensen prachtige technologie bedenken, maar dat ze zich nooit hebben afgevraagd of iemand daar wel voor wil betalen.”
Omdat die nieuwe technologie zo duur is?
„Dat hoeft niet eens. Het kan ook zo zijn dat je een probleem oplost dat niemand had. Dat heb je wel eens met technische foefjes. Dat je denkt: ‘ik heb nou iets briljants ontwikkeld!’ Neem bijvoorbeeld de inzet van drones voor inspectie in de openbare ruimte. Die inspectie wordt al jarenlang gedaan vanuit camera’s die aan lantaarnpalen hangen. Dus dan hoef je geen drones in te zetten. Met drones wordt het proces alleen maar complexer. Dus er zijn allerlei redenen waarom uitvindingen mis kunnen gaan. Maar dit is dus de tweede tak van sport van RoboValley. Je kunt er als gebruiker van robots naar toe en experimenteren met toepassingen voor je bedrijf, én je kunt hier naartoe als robotspecialist om een start-up met je technologie te beginnen.
En dan heb je ook nog een categorie mensen die meer over robots wil weten. Voor hen zijn er masterclasses. Denk aan mensen uit de hogere regionen van het bedrijfsleven zoals een cfo die in een halve dag te weten wil komen wat de stand van zaken van robots is: ‘Waar moet ik in mijn bedrijf rekening mee houden? Wat gaat het allemaal kosten als robots de productieprocessen overnemen?’ Want robots zijn natuurlijk niet gratis. Bij die masterclasses gaat het dus echt om Kennisoverdracht, onze derde pijler. Onder robotica valt ook kunstmatige intelligentie. Dat is uiteindelijk ook gericht op het versnellen van het proces. Voor de servicesindustrie zoals accountancy is dat superinteressant.”
Wanneer is RoboValley opgericht?
„In 2015. Oorspronkelijk was RoboValley maar een heel klein clubje. Maar je zag al snel dat die drie pijlers begonnen te ontstaan en dat we heel snel groeiden. Ik ben er in 2016 bijgekomen, specifiek om die start-ups te helpen met de bedrijfskundige vragen die ze hebben. Zo begeleid ik ze bijvoorbeeld bij het zoeken naar financiering. We werken hier nu met een team van twintig mensen, verdeeld over verschillende locaties van de TU Delft. We hebben onze collega’s van RoboHouse die zich met de praktische implementatie van robotica bezighouden. En ik begeleid de startende ondernemers.”
Kan je uitleggen hoe jullie IMSystems hebben geholpen?
„IMSystems heeft een technologie die bij de TU Delft is ontwikkeld. Jack Schorsch de ceo en oprichter, heeft het concept om de tandwielen uit de transmissie te halen bedacht. Toen is hij een team gaan bouwen. Met een subsidietje hier en een leninkje hebben ze het eerste prototype gebouwd. Maar zoals vaak zie je, dat als een bedrijf hardware maakt, er heel veel geld bij moet. Als je software ontwikkelt, heb je veel mensen nodig. Dat kost natuurlijk ook een hoop geld. Maar als je dingen maakt waar een stekker aan zit, moet er vaak extra veel kapitaal in omdat je prototypes moet gaan bouwen. Je moet extern van alles laten ontwikkelen. IMSystems heeft hun eerste financieringsrondes met onze hulp georganiseerd. Wij legden de verbindingen met de investeerders. Je hebt dan te maken met verschillende fases van investeringen. Als er een paar ton bij moet, zoek je een angel investeerder. Maar IMSystems zit nu in de fase dat er miljoenen bij moeten. Dat is iets waarin RoboValley een rol kan spelen. Ze moeten hun technologie uittesten. Een ander punt is dat ze heel veel moeten gaan voorfinancieren. Stel dat ABB bijvoorbeeld voor een miljoen aan gear boxesvan IMSystems bestelt, dan moet IMSystems productie daarvan wel voorschieten. Dat kan zomaar 500.000 euro kosten. Waar haal je dat vandaan? De bank gaat daar geen geld voor uitlenen.”
Ook niet als ze weten dat ABB het koopt?
„Nee. Want zeker weet je het nooit. Er zitten altijd break clauses in die ordercontracten. Er kan van alles gebeuren. Bij RoboValley proberen we zoveel mogelijk bedrijven met geld te verbinden. Daar organiseren we events voor. Daarvoor hebben we een netwerk, dat is één op één doorzetten. Als er dan een financieringsronde tot stand komt, dan brengen wij onze kennis en kunde over: ‘hoe zet je nou zo’n ronde op? Wat zijn de voorwaarden waar je rekening mee moet houden? Wat is de vorm die je kiest? Ga je aandelen uitgeven, of sluit je een lening af?’ Uit dat hele proces van financieringsrondes hebben wij bij RoboValley ontdekt dat er eigenlijk te weinig geld is voor robotica start-ups. Want als je kijkt naar investeringsfondsen, dan blijkt dat die zich doorgaans richten op lage risico’s en hoge pay out. Dan kom je terecht bij bedrijven in latere fases van ontwikkeling die al flink omzet draaien en aantoonbare winstmarges hebben.”
Lees hier deel 2: RobotUnion: geld zoeken voor de kraamkamer van de robotica