Kanker blijft een van de voornaamste doodsoorzaken in Nederland. Gelukkig boeken onderzoekers veel vooruitgang als het gaat om werkzame therapieën. Bauke Albada en zijn collega’s werken bij Wageningen University & Research (WUR) aan een baanbrekende techniek die antistoffen, stoffen die kankercellen aanvallen, beter naar een tumor navigeert. “Zo besparen we gezond weefsel en vermijden we ongewenste bijwerkingen.”
Waarom je dit moet weten:
Onderzoek naar innovatieve antilichaamtechnologieën is essentieel voor het verminderen van bijwerkingen en het verbeteren van de effectiviteit van kankertherapieën.
In de laboratoria van WUR heerst een gedreven sfeer. Bauke Albada, universitair hoofddocent bio-organische chemie, en zijn team zijn druk in de weer met het ontwikkelen van een innovatieve techniek in de strijd tegen kanker. Ze hebben een beurs ontvangen vanuit het programma Open Technologie van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). In een samenwerking tussen WUR, Radboudumc en een consortium van bedrijven, wordt gekeken naar natuurlijke en gemodificeerde antilichamen. Deze spelen een cruciale rol in de afweerreactie van het lichaam tegen kanker omdat ze kunnen binden aan kankercellen of aan stoffen die door kankercellen worden uitgescheiden.
Op de juiste plek in het lichaam
Het is essentieel om deze antilichamen op het juiste moment en op de juiste plaats in het lichaam te krijgen. Echter, bij reguliere kankertherapieën gebaseerd op antilichamen is dat niet altijd het geval. Met de beurs kunnen de onderzoekers deze therapieën nu verbeteren. Albada: “Het hoofddoel van het onderzoek is om te voorkomen dat antilichamen onderweg aan gezond weefsel blijven ‘plakken’ en beter naar de kankercellen kunnen navigeren. Zo sparen we gezond weefsel en vermijden we ongewenste bijwerkingen. Omdat we de werkzaamheid van de therapie verbeteren, kan de dosis bovendien worden aangepast.”
In meer detail: WUR en Radboudumc kijken naar zogenaamde stealth-antilichamen, oftewel, antilichamen die zijn aangepast en selectief kunnen worden geactiveerd in de tumor micro-omgeving. WUR maakt de gewenste constructen, in Nijmegen worden ze getest om te zien of ze de gewenste activiteit laten zien. Het is een complex onderzoek. Toch weet Albada het beeldend uit te leggen. “Je zou kunnen zeggen dat we een soort ‘parapluutjes’ ontwikkelen om op de antistoffen te zetten. De antistoffen gaan als een soort spionnen door het lichaam heen. Pas als ze aankomen op de plek waar ze moeten zijn, gooien ze hun paraplu af. Vervolgens schakelen ze de kankercellen uit.”
Momenteel onderzoeken Albada en zijn collega’s verschillende manieren om de antistoffen op de juiste plek in het lichaam te krijgen. “In het lab kunnen we wel vijftig verschillende manieren testen. We werken bijvoorbeeld met gifstoffen, maar ook met componenten die het immuunsysteem activeren. Daarbij wordt het lichaam zelf aan het werk gezet.” Ook onderzoekt het team welke ontkoppelingsmechanismen het beste werken. Eenmaal op de plek aangekomen moeten de antilichamen namelijk loskomen van hun paraplu. Albada: “Kunnen we gewoon het stokje doorknippen, of is dat niet wenselijk? Op dat soort vragen moeten we een antwoord zien te vinden.”
Unieke benadering
Het onderzoek is vernieuwend. Hoewel de ‘paraplu-techniek’ al eerder is onderzocht, was er veel ruimte voor verbetering. “Onze voorgangers gingen voor een biologische benadering. Wij werken juist met synthetische biomoleculen, wat ervoor zorgt dat het proces optimaal verloopt. Met onze methode kunnen we binnen een maand weer een nieuwe variant maken en testen. Zo kunnen we efficiënt doorwerken, mochten we tegen problemen aanlopen bij een van onze varianten. En ik verwacht zeker dat die problemen er zullen komen. Dat is tenslotte onderdeel van onderzoek doen.”
Naar de praktijk brengen
Uiteindelijk wil Albada vijf effectieve kandidaat-therapieën identificeren. “Vervolgens moeten we ze zien in te bouwen op een antistof die we niet genetisch hebben gemodificeerd.” Een deel van de studies wordt uitgevoerd bij biotechnologiebedrijven Synaffix, Genmab, en EnzyTag, waar WUR-onderzoekers al eerder mee samenwerkten. “Het is een waardevolle samenwerking waarmee we ook onze nieuwe bevindingen kunnen implementeren in de praktijk, wat overigens ook een belangrijke voorwaarde is voor het verkrijgen van de beurs.”
Hoewel het nog te vroeg is om het met zekerheid te stellen, is Albada optimistisch over een mogelijke doorbraak. “Ik voorzie zeker nieuwe mogelijkheden. Idealiter komen we uit bij een nieuwe methode die voor veel farmaceuten interessant is.” Mocht dat het geval zijn, dan kan het onderzoek leiden tot betere behandelopties voor veel patiënten.