“Draagvlak in de 21 betrokken gemeenten is beperkt”
In de twee jaar dat Metropoolregio Eindhoven nu bestaat, is er zeker het een en ander bereikt, maar omdat het draagvlak in de 21 betrokken gemeenten veel te beperkt is, functioneert deze (vrijwillige) netwerksamenwerking vooralsnog ondermaats. “De verhouding tussen inzet en resultaat is negatief. Relatief veel inspanningen en daarmee gemoeide kosten hebben tot nu toe tot weinig tot geen inhoudelijke resultaten geleid. Het is nog te vroeg om vast te kunnen stellen of genoemde resultaten hebben bijgedragen aan de economische ontwikkeling van de regio.”
Dat blijkt uit een evaluatie van de eerste twee jaar Metropoolregio Eindhoven door bureau Berenschot. De bevindingen werden woensdag gepresenteerd aan het dagelijks bestuur van de instelling. Het rapport van Berenschot ziet zeker positieve kanten aan de samenwerking tussen de 21 gemeenten, maar de teneur van het rapport is niet erg positief. Voornaamste kritiekpunt van de onderzoekers richt zich op het gebrek aan draagvlak: veruit de meeste colleges en een derde van de raadsleden zijn ontevreden. “Drie colleges zijn zelfs zo ontevreden dat zij uit de Metropoolregio willen stappen. Zij zien geen meerwaarde in het samenwerkingsverband in de huidige vorm. Belangrijkste reden is het gebrek aan resultaat mede in verhouding tot de inspanningen.”
Meer draagvlak is er onder de externe partners zoals provincie, waterschappen en Rijk. “Wel zijn zij kritisch over het besluitvormingsproces. Wij zien mogelijkheden om nog meer partners aan te haken. De Metropoolregio wordt door externe partners als provincie, waterschappen en rijk als collectiviteit gezien om mee in gesprek te gaan.”
“Als er niet snel iets verandert, zal de samenwerking in de Metropoolregio afbrokkelen.”Bureau Berenschot,
Het dagelijks bestuur onder leiding van John Jorritsma heeft woensdag 21 juni de conclusies van Berenschot in ontvangst genomen. De Eindhovense burgemeester houdt ondanks de kritiek de moed er in. “Het evaluatierapport ligt er nu, en het is niet mals, maar wij laten ons niet uit het veld slaan.” Jorritsma stelt daarom het algemeen bestuur van de Metropoolregio (met daarin vertegenwoordigers van alle 21 gemeenten) voor de samenwerking te vernieuwen. “We gaan ons heruitvinden. We gaan onze samenwerking verdiepen, via de twee sporen die Berenschot adviseert: het uitvoeren van een aantal quick-wins en een herijking van de samenwerking.”
De quick-wins zitten onder meer in het stroomlijnen van de overleggen en het focussen op thema’s economie, mobiliteit en ruimte. “Daarnaast gaan we onze samenwerking grondig herzien: we willen commitment van de 21 gemeenten op onze strategische hoofdopgaven. En we gaan een werkbare structuur bedenken, die verantwoordelijkheid legt bij én de 21 gemeenten én het bestuur van de Metropoolregio Eindhoven. Met een duidelijk mandaat, die de slagkracht zal vergroten.”
Of dat allemaal nog op tijd gaat lukken, is de grote vraag. De meeste betrokkenen zien nog wel kansen om iets van de Metropoolregio te maken. Maar: “Onduidelijkheid over rollen, taken en bevoegdheden leidt ertoe dat organen en gremia van de Metropoolregio afzonderlijk en als systeem onvoldoende functioneren. Mede daardoor is de samenwerking in de Metropoolregio los zand. Als er niet snel iets verandert, zal de samenwerking in de Metropoolregio afbrokkelen.”