Author profile picture

Johnson & Johnson, een van de grootste spelers in de farmaceutische industrie, komt naar Eindhoven. De Amerikaanse pharma-gigant neemt Innovalens, dat een nieuwe productietechnologie voor staarlenzen ontwikkelde, over. Het is hiermee de eerste vestiging van Johnson & Johnson in Eindhoven.

“Het was een moeilijke beslissing”, vertelt Leo van Doorne, oprichter van het bedrijf. “Maar we zijn trots dat zo’n grote partij als Johnson & Johnson onze gepantenteerde technologie omarmt.” Van Doorne legt uit dat het Amerikaanse bedrijf al jarenlang wereldwijd een toonaangevende producent van contactlenzen is. Staarlenzen produceerde het bedrijf nog niet. “Tot 2017, toen ze Abbott Medical Optics, een van de grootste producenten op het gebied van implantaat lenzen, voor 4,3 miljard dollar overnamen. De door ons ontwikkelde productietechnologie kan die overname een enorme boost geven. Vanuit dat oogpunt is de overname door J&J strategisch gezien een hele goede zet.”

“Binnen het bedrijf verandert er eigenlijk weinig. We zullen in Eindhoven onze productietechnologie en processen gaan afstemmen op de materialen en de lensdesigns van Johnson & Johnson. Verder blijven we doen wat we al deden”, zegt van Doorne. Van Doorne ontwikkelde samen met Rens van Dijk vanaf 2010 een nieuwe manier van produceren van lenzen die bij staar als vervanging van de ooglens worden geïmplanteerd. Volgens van Doorne produceert zijn bedrijf in sommige segmenten lenzen zo’n 80 procent goedkoper dan de concurrentie. “De traditionele wijze om deze lenzen te maken, met gespecialiseerde draaibanken, is nooit veranderd. Het is een arbeidsintensief proces. Voor de productie van 1 miljoen lenzen werken zo’n 200 mensen in cleanrooms. Met onze machines die lenzen onder gecontroleerde omstandigheden automatisch kunnen produceren, hebben we voor hetzelfde aantal lenzen vijf of zes mensen nodig”, legt van Doorne uit.

Van Doorne werd in het begin niet geloofd door andere producenten. “We hebben natuurlijk iets revolutionairs gedaan. Het is een totaal andere manier van produceren, dus grote bedrijven waren sceptisch. Ze twijfelden of we wel de juiste kwaliteit lenzen konden produceren en of de technologie geschikt zou zijn voor verschillende materialen en designs. Logisch ook, want de kwaliteitseisen zijn enorm hoog. Toch mooi dat zo’n kleine clubje uit Eindhoven dit voor elkaar weet te krijgen?”

Steeds meer bedrijven komen een kijkje nemen, ze zijn toch wel benieuwd naar de nieuwe manier van produceren en willen met eigen ogen zien hoe het met de kwaliteit gesteld is. “Grote wereldspelers hebben hun eigen lenzen vergeleken met die van ons. Pas toen ze het zagen waren ze overtuigd”, aldus van Doorne. De bedrijven die de machines van Innovalens wilden overnemen, werden de deur gewezen. Innovalens had toen al de keuze gemaakt om zelf een lens te ontwikkelen en niet te kiezen voor hetzelfde businessmodel als bijvoorbeeld ASML, dat machines en bijbehorende productietechniek verkoopt. “Een eigen lens ontwikkelen die ook gebruikt kan worden als implantaat kost veel tijd, geld en energie. Maar dat is altijd ons doel geweest. Omdat het gaat om een medisch product moet je – terecht – aan strenge eisen voldoen. In Amerika kost je dat, als je geluk hebt, zo’n zeven jaar. In China hetzelfde. En ook in Europa worden de eisen om een certificering te krijgen steeds strenger.”

Met een Engelse partner zette Innovalens in 2011 een joint venture op, dat met Engelse materialen en de productietechniek van Innovalens, halffabricaten aan medische bedrijven over heel de wereld leverde. Nu de overname rond is, stopt deze gezamenlijke onderneming met het leveren van halffabricaten. “Hiervan kan de concurrentie profiteren, dus daar stoppen we mee. De werknemers van deze gezamelijke onderneming gaan bij Innovalens aan de slag om de techniek volwassen te kunnen maken. Ook gaan we zeer nauw samenwerken met de mensen van de (voorheen) Abbott fabriek in Groningen en gaan we de komende tijd over en weer kennis tussen Eindhoven en Amerika uitwisselen.”

Hoeveel geld er met de overname gemoeid is, willen de bedrijven niet naar buiten brengen.