Hoe Adriano Trevisan het coronavirus heeft opgelopen zal wel altijd onbekend blijven. De 77-jarige inwoner van Vo’Euganeo in Veneto (Noordoost-Italië) verdeelde zijn tijd tussen zijn huis en de kaartclub. Hij was nog nooit in China geweest. Trevisan stierf op 21 februari in het ziekenhuis aan COVID-19. Hij was het eerste coronaslachtoffer van Italië.
Twee dagen later legde de Italiaanse overheid quarantaine op voor Vo’Euganeo, kortweg Vo’, en tien andere gemeenten in de regio Lombardije. De lockdown zou twee weken duren. “Dit was een uitgelezen mogelijkheid om de verspreiding van het virus SARS-COV-2 (Covid-19) in detail te onderzoeken en in kaart te brengen,” zegt Andrea Crisanti, hoogleraar microbiologie aan de universiteit van Padua.
Infectiehaarden zonder pardon isoleren, de gehele bevolking testen en de positief geteste personen in quarantaine houden. Dat is de beproefde methode om virusverspreiding aan te pakken.
Hij is de initiatiefnemer van naar eigen zeggen “het eerste epidemiologisch onderzoek ter wereld” ofwel het experiment waarbij een vrijwel voltallige populatie meerdere keren wordt getest op een virus. Crisanti en collega’s van de universiteit van Padua in samenwerking met het Imperial College London voerden twee coronatests uit. Een aan het begin van de quarantaine en de andere een dag voor het opheffen van de lockdown op 8 maart. Sommige mensen die positief waren getest werden ook aan een derde proef onderworpen.
Bijna 90 procent van de bevolking (3300 inwoners) onderwierp zich aan de vrijwillige coronatest (die uitgevoerd werd via de neusholte). Van de deelnemers werd ook het ziektebeeld, het medicijngebruik, onderlinge familiebanden en sociale netwerken in kaart gebracht. Symptomen die op corona wezen, zoals koorts en hoesten, werden eveneens genoteerd.
Maatregelen hebben aantoonbaar succes
Uit de eerste test in februari bleek dat 73 personen het virus onder de leden hadden. Het getal komt overeen met 2,6 procent van de bevolking. Aan de tweede test in maart namen iets minder mensen deel (ruim 70 procent), zonder dat het volgens Crisanti negatieve invloed had op de statistische betrouwbaarheid van de uitkomst.
Het aantal mensen dat positief testte daalde nu tot 1,2 procent. Er doken acht nieuwe patiënten op. Zij hadden het virus opgelopen voor de instelling van de lockdown of doordat ze in contact waren gekomen met een asymptomatische patiënt in hetzelfde huishouden. Uiteindelijk kwam de teller uit op nul besmettingsgevallen.
De conclusie is dat de quarantaine, het massaal testen als ook het handhaven van sociale afstand succesvol is. Maar uit de testgegevens is nog meer op te maken. Zo vertoonde ruim 40 procent van de positief geteste mensen niet de symptomen van de ziekte. Dat is een belangrijk gegeven. “De resultaten suggereren dat asymptomatische infecties de sleutel zijn in virusoverdracht,” zegt Crisanti.
Onder de radar
Zolang asymptomatische patiënten onder de radar blijven, omdat ze nauwelijks worden getest, wordt de virusbestrijding een lastige zaak. Dat leidt er ook toe dat het sterftecijfer in sommige landen en regio’s veel hoger is dan het percentage dat de WHO aanhoudt (3,5 procent van het totale aantal besmettingsgevallen) <dit percentage is van begin april>. Het sterftecijfer in Vo’ ligt nog lager. Behalve Adriano Trevisan stierf een andere inwoner aan COVID-19 (2,5 procent).
Onmiddellijk bij het begin van de uitbraak
Bij het epidemiologisch onderzoek van Crisanti betreft het een kleine plattelandsgemeente. Is de zogenaamde Vo-metode dan wel geschikt voor metropolen. Kon de virusuitbraak in New York in bedwang worden gehouden? “Onze methode is bruikbaar bij het onmiddellijke begin van een virusuitbraak. Grote steden als New York zijn een geval apart. Maar in principe is het mogelijk een epidemiologisch onderzoek uit te voeren als men er vroeg bij is. Men zou dan zo’n cluster, bijvoorbeeld een wijk, hermetisch moeten afsluiten en de gehele bevolking daarvan testen en hertesten,” zegt de viroloog.
Voor zover bekend is de Vo-methode nog niet elders toegepast.