De CES 2022 in Amerika is net afgelopen. Nomen est omen. De CE staat voor “Consumer Electronic”. In het verleden was CES de handelsbeurs voor de IT-industrie. Bijna alle gerenommeerde consumentenelektronica-, computer- en telecommunicatiebedrijven moesten er vertegenwoordigd zijn. Grote afwezige als altijd, was Apple.
Over Apple gesproken.
Bijna precies 15 jaar geleden werd de eerste iPhone geïntroduceerd. De race om de meest succesvolle smartphone ging op dat moment naar Cupertino, althans in termen van ‘gemak’.
De voormalige marktleider en fabrikant van mobiele telefoons NOKIA lachte aanvankelijk alleen maar om de “pogingen” van een computerbedrijf. En de smartphone-specialist Blackberry (RIM) maakte zich destijds hoogstens zorgen over zijn toekomstige zaken achter gesloten deuren. De CEO’s van RIM, Research in Motion, erkenden zeker de relevantie. “Ze stoppen een fucking Mac in een telefoon!”, zou de officieuze opmerking van mede-CEO Mike Lazaridis zijn geweest.
De wedstrijd was nog open. Naast Google’s “Android-OS” bestonden er verschillende andere veelbelovende concurrenten. Het Android OS en het smartphone-ontwerp zagen er destijds heel anders uit en waren meer vergelijkbaar met Blackberry’s.
De iPhone veranderde alles
Op dat moment was het capacitieve aanraakscherm met pinch & zoom nog niet op de radar van Google en Steve Ballmer van Microsoft dreef zelfs de spot met de ambities van Steve Jobs en Apple.
Ook interessant: Porsche leert al spelend veilig autonoom rijden
Het “touchscreen” moest inderdaad eerst aanslaan. In Duitsland, waar de bedenkingen het grootst waren, voorspelden doorgewinterde IT-journalisten een grandioze nederlaag voor de iPhone of de smartphone zonder “echte” knoppen; ook vanwege de hoge prijs naar de maatstaven van die tijd.
Elektrische mobiliteit zoals we die nu kennen, was in 2007 natuurlijk nog ver weg. De eerste Nissan LEAF werd pas in augustus 2009 in Yokohama aan het publiek voorgesteld. In Duitsland lag de nadruk op “echte rijmachines”, die steeds meer pk’s kregen en ook steeds groter werden. In die tijd was de wereld van de verbrandingsmotoren nog in orde.
‘Een auto is geen iPhone op wielen’
In die tijd dacht geen enkele Duitse automanager aan elektrificatie en was de zegetocht van Tesla nog niet eens begonnen. De allereerste Roadster, een Lotus-derivaat, die in 2006 werd gepresenteerd, zou pas in 2008 in haast homeopathische doses worden geproduceerd.
Tesla werd lange tijd niet eens opgemerkt door de Duitse OEM’s (met uitzondering van Daimler, dat aanvankelijk een belang had) en werd uiteindelijk belachelijk gemaakt. Eind jaren 2010 liet een BMW-manager zich zelfs meeslepen met de stelling dat ‘een auto geen iPhone op wielen is’.
Digitalisering als baken voor autofabrikanten
Digitalisering in de automobielsector was en is nog steeds de achilleshiel van de (Duitse) premiumfabrikanten. De eerste stappen van BMW met de draaiknop op de middenconsole of de inspanningen van Daimler met het “Comand-systeem” lijken vandaag technologieën uit het stenen tijdperk. En zelfs nu hebben de OEM’s nog niet het niveau van de allereerste iPhone bereikt. De “computers” in de huidige voertuigen hebben dan wel krachtige multi-core chips, maar de software blijft sterk achter.
In Duitse auto’s van topklasse kan een aanraakscherm worden gebruikt, maar het reactievermogen van de monitoren op aanraakinvoer is meestal veel minder dan bij de goedkoopste smartphones uit het Verre Oosten.
Wat ons terugbrengt naar CES.
Apple is nog steeds niet vertegenwoordigd in Las Vegas. De innovaties van de IT-sector krijgen steeds minder aandacht, maar er komen wel steeds meer autofabrikanten die daar hun innovaties aan de wereld tonen.
Min of meer innovatief
Ze zijn min of meer vernieuwend. Mercedes-Benz toonde de Vision EQXX, die 1000 kilometer moet kunnen afleggen op een accu van 100 kWh met een ongelooflijk hoge efficiëntie en een gigantisch materiaalgebruik. Natuurlijk, het gaat bij deze auto nog maar om een studie.
Andere fabrikanten laten zien hoe de carrosseriekleur van de auto met een druk op een knop kan worden veranderd van de ene in de andere moddertint. De oplossing voor “eerste-wereld problemen”.
Geluidsontwerpers uit Hollywood geven elektrische voertuigen “opwindende” geluidskenmerken (die de gemiddelde bestuurder van een elektrische auto nauwelijks waardeert, omdat hij houdt van de stilte van het rijden). En tal van mondiale ondernemingen kondigen samenwerkingsverbanden aan met software- en computerbedrijven om de achterstand bij de digitalisering, in de eerste plaats autonoom rijden, zo snel mogelijk in te halen.
De competitie voor de elektrische auto
Feit is dat zonder de introductie van de iPhone 15 jaar geleden, de ontwikkelingen in de PC-wereld wellicht een andere wending hadden genomen. Zonder smartphone zouden de sociale media een veel tragere triomftocht hebben afgelegd en zou de ontwikkeling van de automobielsector waarschijnlijk nog later zijn overgegaan tot digitalisering.
Maar het is ook een feit: de auto zal inderdaad een smartphone op wielen (moeten) worden. Dit is niet in de laatste plaats ingezien door de voormalige IT-bedrijven, die zich steeds meer wagen aan (elektrische) voertuigen.
Sony, Huawei, Google, Microsoft (mobileye), Foxconn en Apple. Ze doen allemaal net mee aan de competitie voor de elektrische auto. Als het op software aankomt, liggen ze ver voor. En dat is het probleem voor de OEM’s. De vraag is: wie gaat de race winnen?
De elektronica-gigant die een auto bouwt of de autofabrikant die software-knowhow probeert te ontwikkelen?
Het antwoord op deze vraag blijft spannend.
Over deze column
In een wekelijkse column, afwisselend geschreven door Eveline van Zeeland, Eugène Franken, JP Kroeger, Katleen Gabriels, Carina Weijma, Bernd Maier-Leppla, Willemijn Brouwer en Colinda de Beer probeert Innovation Origins te achterhalen hoe de toekomst eruit zal zien. Deze columnisten, soms aangevuld met gastbloggers, werken allemaal op hun eigen manier aan oplossingen voor de problemen van deze tijd. Hier zijn alle voorgaande afleveringen.