Met drie nieuwe investeerders groeit de investeringspot van Brightlands Agrifood Ventures van 17 naar 20 miljoen euro. Met dit geld denkt de investeringsmaatschappij in ongeveer tien startups te kunnen investeren. Limburgse Land -en Tuinbouw (LLTB), Van Herk Ventures en een derde persoon actief in de glastuinbouw die anoniem wil blijven, steken alledrie 1 miljoen in het fonds. Op dit moment lopen er verschillende gesprekken met startups. Kim de Boer, fundmanager van het fonds hoopt binnenkort een eerste investering bekend te maken. “Op basis van de gesprekken die serieuze vormen aannemen, verwachten we de eerste investering in een startup ergens in de komende zes maanden”, zegt De Boer. Het fonds investeert niet zomaar in iedere start-up benadrukt ze: “Sinds de oprichting vorig jaar hebben we inmiddels zo’n 50 casussen bekeken. We willen zeker weten of een startup het ecosysteem kan versterken. Maar het werkt ook andersom door de interactie met het systeem denken we de time to market te kunnen verkleinen.”
Brightlands Agrifood Ventures richt zich op startups in de agrifoodsector. De Boer: “We investeren in partijen die veelbelovend zijn en de maatschappij willen verbeteren. Dat kan gaan over duurzaamheid: bijvoorbeeld minder afval produceren of afvalstromen hergebruiken. Maar ook over gezondheid en goede voeding. Hierin investeren we alleen in startups of ideeën die toegevoegde waarde hebben voor het ecosysteem rond Brightlands Campus Greenport Venlo. We willen talent aantrekken en binden aan deze regio. Daarom investeren we alleen in plannen die de potentie hebben om wereldklasse te worden.”
Het fonds is onderdeel van Chemelot Ventures Management dat met de andere fondsen al in zo’n 35 partijen investeerde. Zoals Ioniqa, dat in Geleen op de Brightlands Chemelot Campus bouwt aan een eerste PET recycle fabriek die volgend jaar af is. Hier wordt PET-plasticafval gerecycled tot pure PET-grondstof, waar weer verpakkingen van gemaakt kunnen worden. “Ik ben groot fan van Ioniqa”, vertelt de Boer enthousiast. “Dit is precies zo’n bedrijf dat de wereld een betere plek maakt. Naast financiële steun, heeft het team van Ioniqa toegang tot het brede netwerk van Brightlands Chemelot Campus. Het laat ook zien waar we voor staan: Ioniqa is ontstaan vanuit een onderzoeksgroep aan de Technische Universiteit Eindhoven en werkt nu vanuit Geleen. Zo zou het voor het agrifood fonds ook kunnen gaan. Dat er bedrijven ontstaan op de campus in Venlo uit onderzoeksontwikkelingen op het gebied van veilige en gezonde voeding vanuit de Universiteit van Maastricht. Maar ook samenwerkingen vanuit bedrijven met bijvoorbeeld de Univesiteit van Wageningen of de TU/e zijn mogelijk.”
Het geïnvesteerde geld wil de investeringsmaatschappij terugverdienen door de bedrijven na een aantal jaar te verkopen. Op de vraag of de Boer niet bang is om met verkoop kennis en talent te verliezen aan bijvoorbeeld het buitenland, antwoordt ze ontkennend. “Het duurt jaren voordat je überhaupt over verkoop kunt spreken. Startups moeten hun techniek of product in die tijd doorontwikkelen, dat levert ze kennis en kunde op. Deze expertise is gekoppeld aan het ecosysteem waarin ze actief zijn. Zo’n partij na verkoop opdoeken zou stom zijn. In een ander systeem, op een andere locatie beginnen ze weer bij nul. Daar profiteren kopers niet van. Dus dat startups na verkoop naar het buitenland verdwijnen, daarover maak ik me niet zo’n zorgen. We zien juist vaak dat een overnemende partij de activiteiten hier uitbreiden.”
De Boer geeft toe dat Chemelot Ventures Management in de investeringswereld een vreemde eend in de bijt is: “We hebben natuurlijk een regionale focus, maar we zijn geen ontwikkelingsmaatschappij. We noemen onszelf een ecosysteeminvesteerder. De thema’s van Brightlands hebben overlap. Gezonde voeding bijvoorbeeld, kan ook een medisch raakvlak hebben. Dit soort overlappingen willen we versterken. Hiervoor proberen we de best of the best aan ons te koppelen. Maar overal wordt er aan talent getrokken, dus dat blijft een uitdaging.”