Veertig regionale ondernemers trokken vanmiddag naar de Technische Universiteit Eindhoven om zich te laten inspiraren op het gebied van innovatie. De sessie met Innovation Lab directeur Steef Blok, hoogleraar Maarten Steinbuch en vijf studenten was een initiatief van werkgeversorganisatie VNO, dat daarmee “een wens van ondernemers om nog meer in contact te komen met TU” in vervulling liet gaan.
Voor Steef Blok, zelf zowel ondernemer als onderdeel van de wetenschappelijke gemeenschap, was dat een welkome uitnodiging. Hij nam zijn gehoor mee in de manier waarop de universiteit alleen dankzij sterk ondernemerschap het hoofd boven water weet te houden. “Dankzij investeringen van de universiteit en het bedrijfsleven zijn we in staat gebleken om niet alleen innovatie in de regio te bewerkstelligen maar ook zelf commercieel succes te boeken.”
En waar kan dat gezamenlijke ondernemen nu beter gebeuren dan aan de universiteit “die al 12 jaar aan een stuk de nummer 1 van de wereld is op het gebied van samenwerking met het bedrijfsleven”, zo vroeg Blok zich hardop – en zonder tegengesproken te worden – af. Aan ambitie bij Blok trouwens ook daarbuiten voorlopig geen gebrek. Samen met de drie andere TU’s heeft hij zich ten doel gesteld om rond 2022 duizend nieuwe bedrijven en 32.000 nieuwe banen te creëren.
Onderzoekende omgeving
Vaak zien ondernemers – zeker die uit het mkb – de noodzaak wel in om te innoveren maar ontbreekt het ze aan tijd, kennis, mensen, faciliteiten en geld. Ook van de kant van de universiteit zijn er barrières, zo liet Maarten Steinbuch direct weten. “Hoewel ik 60 promovendi heb en 70 afstudeerders per jaar, is het helaas niet zo dat die zomaar bij een bedrijf geplaatst kunnen worden. Nog afgezien van de kosten – zo’n 100.000 euro per jaar voor een promovendus, en dat dus vier jaar – heeft het alleen zin als zo iemand in een onderzoekende omgeving terecht komt. Er moeten, anders gezegd, meer mensen binnen dat bedrijf met onderzoek bezig zijn, want anders raakt iedereen alleen maar gefrustreerd.”
Maar áls het dan lukt, dan kan het hard gaan, verzekert Steinbuch. “Want als een bedrijf als Philips een promovendus inhuurt, dan krijgen ze er ook zeven afstudeerders bij. Zo gaat het altijd bij onze vakgroep: afstudeerders ondersteunen de promovendi in hun onderzoek. Ik wil dus zeker wel helpen bij het oplossen van jullie onderzoeksvragen, maar de omstandigheden moeten dan wel vruchtbaar genoeg zijn voor een onderzoeker. Wij willen ons graag laten inspireren door jullie vragen, maar het is niet zo van jullie vragen en wij draaien.”
SURE Innovation
Gelukkig waren daar nog de studenten van TU/e SURE Innovation en hun Kennisvragenbank. Als onderdeel van hun studie bieden deze studenten zichzelf aan voor kortlopend onderzoek voor – met name – het mkb. Niet voor niets was er vanmiddag dus volop interesse bij de ondernemers voor die mogelijkheid. Op de thema’s smart mobility, energy, health, data science en innovation science lieten ze in een korte pitch eerst zien wat ze voor het mkb zouden doen, waarna hen het hemd van het lijf werd gevraagd door de ondernemers.
TU/e’s Monique Greve kon vervolgens de voorzet van de studenten heel mooi inkoppen. “De helft van de mkb’ers maakt zich zorgen over het eigen innovatieniveau. Juist vanwege de waan van de dag die de agenda bepaalt, wordt innoveren vaak lastig. En juist daar springen wij van SURE Innovation in. Wij kunnen de innovatiewensen vertalen in een plan van aanpak en koppelen daar onze beste studenten aan, die we op onze beurt dan weer coachen in hun werk.”
Innoveren kun je leren, aldus Greve. Maar dus ook gewoon inhuren via de TU/e. In de uitvoering hanteert SURE daarbij vier lijnen. Greve: “Het meest laagdrempelige deel is de vragenbank; hierbij zoeken we snel een antwoord op een heel specifieke vraag. Daarnaast bieden we brainstormsessies van een dagdeel, ‘slimme capaciteit’ voor een bepaalde periode en de grotere innovatieprojecten. Dat kan gaan over productontwikkeling, procesoptimalisatie, testen of consultancy.”