Hoe schep je als stad of regio ideale condities voor economische groei of innovatie? Deze vraag staat centraal tijdens de ‘expeditie’ werken aan innovatiemilieus van Ruimtevolk. Ruimtevolk is een kennisorganisatie voor stedelijke en regionale ontwikkeling. In het Conference Center op de High Tech Campus zijn zo’n vijftig bestuurders van gemeente, provincie en Rijk aanwezig. Van Limburg tot Twente en zelfs uit Vlaanderen. De aanwezigen gaan dieper in op de verschillende factoren die nodig zijn voor een sterk innovatiemilieu.
Het 1 op 1 kopiëren van succesvolle modellen en systemen in de ene plaats, wil niet zeggen dat deze systemen op een andere plek ook succesvol zijn.
De bijeenkomst is opgedeeld in vijf kernelementen:
- Local buzz en global pipelines
- Entrepreneurial dynamism
- Urbanity
- Branding
- Governance of innovation
Deze kernelementen kwamen bovendrijven tijdens een verkenning van vijf succesvolle innovatiemilieus in Nederland. “Centraal stond in deze verkenning om niet alleen in de theorie te blijven hangen, we wilden echt de vertaalslag naar de praktijk maken”, legt Judith Lekkerkerker van Ruimtevolk uit. “Zodoende hebben we met meer dan vijftig mensen gesproken, mensen binnen grote bedrijven, start-ups, universiteiten, venture capitals en overheid. Deze lezing geeft hier extra invulling aan.”
Bekijk hier de uitgebreide verkenning; Waar gedijt innovatie (Illustraties door Jamdots)
Ieder kernpunt wordt met voorbeelden uit de praktijk doorgenomen met Edgar van Leest van Brainport. “Zo kunnen bezoekers concreet zien hoe wij het hier in de regio hebben aangepakt”, van Leest richt zich tot de zaal: “Maar het 1 op 1 kopiëren van succesvolle systemen en modellen in de ene plaats, wil niet zeggen dat diezelfde systemen in een andere plaats ook succesvol zijn.”
Otto Raspe is onderzoeker bij het Planbureau voor de Leefomgeving en schreef mee aan de verkenning van Ruimtevolk. Hij bespreekt met de zaal het belang van local buzz en global pipelines. “Heel vroeger zat research and development in Amerika ver buiten de stad, daar zaten ze letterlijk in een isolement. Nu komen ze daar steeds meer op terug, sterke innovatiemilieus gedijen goed dicht tegen de stad. Er is een bepaalde kruisbestuiving nodig. Ideeën groeien door interactie en contact. Innovatie wordt vaak in hardcore termen als R&D weergegeven, maar de zachtere meer sociale elementen worden vaak over het hoofd gezien.”
Wanneer Raspe is uitgesproken vult van Leest hem aan: “De High Tech Campus is ontworpen met ontmoetingen in het achterhoofd. Alle voorzieningen zitten op de Strip. Eigen kantines en vergaderruimtes voor meer dan 25 personen mogen de bedrijven op dit terrein niet hebben. Dit stimuleert ontmoetingen en onderling contact. Net als het geconcentreerd parkeren, dit zorgt ervoor dat je een stuk naar je werk moet lopen, hierdoor kom je makkelijker mensen tegen.”
Waar gedijt innovatie? from JAM visual thinking on Vimeo.
“Jullie hebben hier ruimte zat! Kunnen er ook mensen wonen op de campus?” wil Jos Gadet van de gemeente Amsterdam weten. Volgens Raspe is dit zeker mogelijk, als voorbeeld noemt hij München waar ook ‘gewoon’ mensen wonen in sterke innovatiegebieden. Van Leest vult aan: “Op de High Tech Campus is het niet mogelijk om te wonen, er wordt wel gekeken naar short-stay woningen. En op Strijp-S waar veel bedrijven in verschillende sectoren opereren, wonen veel mensen daar werkt het ook. Die combinatie is dus helemaal niet gek. Hier, op de Campus, is het belangrijk dat er een fysieke verbinding naar de stad en de buitenwereld is.”
Van Leest gaat staan en gaat dan verder: “Kijk, in deze regio nemen we een voorbeeld aan München. Maar dat kun je niet letterlijk kopiëren en dat willen we ook niet. Je moet naar je eigen geschiedenis kijken, waar kom je vandaan? Waar liggen je kwaliteiten? Hiermee kun je vooruit kijken en bepalen wat een goede strategie is.”
De andere sprekers waren: Erik Stam van de Universiteit Utrecht, Evert Meijers van de TU in Delft en Marcel Boogers Universiteit Twente.