De Nederlandse industrie ziet de productie sterk teruglopen, terwijl zij moeite heeft de voorraden weg te werken die eerder extra zijn opgebouwd (voorraadopbouw) om de aanvoerverstoringen op te vangen. Dit jaar hebben producenten van machines de meeste last van de terugval, in navolging van de chemie en producenten van kunststofproducten en basismetalen. Naar het jaareinde toe komen de voorraadoverschotten weer meer in lijn met de vraag. In 2024 geeft ook een licht aantrekkende export wat lucht. Wel ondervinden producenten de gevolgen van een gestegen rente. De voor Nederland belangrijke chipmachinebouw zal waarschijnlijk pas na 2024 de vruchten plukken van de aantrekkende mondiale chipindustrie. Dit en meer stelt ING Research in haar onlangs verschenen Vooruitzicht Industrie.
- Productie daalt met 6% door vraagdaling en langdurige hoge voorraden.
- Er is sprake van een kleine exportgroei.
- Chipvraag herstelt in 2024, maar de Nederlandse chipmachinebouw plukt daar pas na 2024 vruchten van.
Sterke productiekrimp in 2023
De Nederlandse industrie heeft dit jaar de productie sterk zien teruglopen (-6%). Producenten hebben moeite de materiaal- en productvoorraden kwijt te raken. Vanwege eerdere aanvoerverstoringen zijn die nu groter dan gebruikelijk. Doordat de verkopen over de hele linie zijn teruggevallen, duurt het afbouwen lang en staat de productie fors onder druk. Dit jaar hebben producenten van apparaten en machines zich aangesloten bij de al langer krimpende energie-intensieve deelsectoren als de chemie, basismetaal en kunststofindustrie.
Een kleine exportgroei en voorraadopbouw
Nu naar het jaareinde toe de voorraden weer meer in lijn komen met de afgenomen vraag, groeit de productie in 2024 licht (+0,5%). Dit ontstaat vanuit de behoefte voorraden op niveau te houden. Een licht aantrekkende export biedt daarbij naar verwachting tegenwicht aan de afnemende binnenlandse vraag naar investeringsgoederen. Ook in de mondiale halfgeleiderindustrie zal voorraadopbouw voor enige nieuwe groei zorgen. De voor Nederland zo belangrijke chipmachinebouw plukt daar pas na 2024 de vruchten van. Op langere termijn trekt de chipvraag waarschijnlijk verder aan. Als economische schokken uitblijven, zal ook de behoefte aan chipmachines dan geleidelijk weer aantrekken.
Edse Dantuma, ING Sectoreconoom Industrie: “De gestegen rente laat in navolging van de hoge energieprijzen en goedereninflatie haar sporen na in de industrie. Nu orderboeken ook bij fabrikanten van kapitaalgoederen steeds leger raken, komt de groei in 2024 vooral voort uit hernieuwde voorraadvorming. Voor een steviger herstel zal de internationale economie eerst moeten aansterken.”
Na koploper nu achterblijver in Europa, maar per saldo bovengemiddelde groei
Was de Nederlandse industrie na het begin van de pandemie nog een koploper binnen de eurozone, de afgelopen anderhalf jaar zakt de productie relatief snel weg. Hoewel de industriële productie in vrijwel heel Europa stagneert of krimpt, ging het gemiddeld genomen nergens zo steil naar beneden als hier. De Nederlandse productie kwam in oktober nipt onder het niveau van vlak voor de corona-pandemie uit. Dat is vergelijkbaar met de eurozone als geheel, maar beter dan Duitsland, waar de productie 8% onder het pre-coronaniveau lag. Per saldo springt de Nederlandse industrie er door de eerdere periode van bovenmatige groei goed uit.
Nederlandse industrie conjunctuurgevoeliger door relatief grote halfgeleiderindustrie en chemie
De bloeiperiode van de in ons land relatief grote halfgeleiderindustrie heeft aan de sterke groei van de industriesector bijgedragen. Het effect daarvan is dat de neergang op de chipmarkt de Nederlandse industrie nu ook bovengemiddeld raakt. Net als de krimp in de conjunctuurgevoelige chemie. Deze bedrijfstak maakt in Nederland een twee keer zo groot deel uit van de totale industrieproductie als in Duitsland. Het productieaandeel van de auto-industrie is bij ons juist maar een vijfde van het Duitse. Dat is nou net de enige industrietak die in 2023 in heel Europa een sterke inhaalgroei heeft laten zien. Dat kleine automotive-aandeel heeft er ook aan bijgedragen dat de productie in toeleverende industrieën als de basismetaal en kunststofindustrie in Nederland sterker is teruggevallen dan in Duitsland en de eurozone als geheel.
Voorzichtig herstel chipvraag in 2024, maar machine-industrie profiteert nog niet
De internationale chipproductie lijkt voorzichtig de weg omhoog in te slaan. Voorraadopbouw kan in 2024 voor groei van de wereldwijde halfgeleiderindustrie zorgen. Vooral technische oplossingen voor de energietransitie en voor kunstmatige intelligentie zorgen voor extra vraag naar chips, maar de voor Nederland zo belangrijke chipmachinebouw plukt daar pas later de vruchten van. Voordat de machinevraag weer aantrekt, zal de chipvraag eerst substantieel moeten verbeteren. Chipmachinemakers blijven daardoor kampen met uitgestelde orders.
Vooral aan begin van productieketens weer groei door voorraadopbouw mogelijk
Net als in de andere energie-intensieve industrieën bodemt de krimp in de chemische industrie uit. Een aantrekkend gasverbruik, tot het hoogste niveau in ruim anderhalf jaar, een afbouw van overtollige verkoopvoorraden en voorzichtige verbetering van de orderinstroom wijzen daarop. Echt herstel laat nog op zich wachten, maar door hernieuwde voorraadopbouw verwachten wij in 2024 aan het begin van productieketens een gematigde groei. Zo kan de productie van basismaterialen en, in mindere mate, van halffabricaten weer wat toenemen.
Bescheiden productiegroei in 2024 door lichte toename uitvoer en hernieuwde voorraadvorming
Al met al verwachten we voor 2024 een bescheiden vraagtoename die in een lichte groei van de industriële productie uitmondt (+0,5%). Een beperkt aantrekkende uitvoer is daarbij van groot belang, te meer omdat de binnenlandse bedrijfsinvesteringen voorlopig krimpen. Zo’n 70% van de industriële afzet gaat naar het buitenland. De internationale economische stagnatie drukt de industriële productie dus stevig. Onder invloed van een lagere inflatie en hogere lonen kan een lichte groei van de consumentenbestedingen geleidelijk een ommekeer in gang zetten. Industriebedrijven anticiperen daar doorgaans tijdig op door hun inkoop en voorraadposities weer op te schroeven.
Afbouw voorraden nog niet ten einde, maar verbetering lonkt
Al sinds augustus 2022 beoordeelt een relatief ruime meerderheid van de producenten haar voorraad gereed product als te hoog. Maar door eerdere sterke voorraadopbouw vanwege aanvoerverstoringen en een sterke vraagterugval, hebben producenten veel moeite met het wegwerken van overtollige voorraden. Pas sinds juli 2023 worden de verkoopvoorraden daadwerkelijk kleiner. Wanneer deze trend doorzet kan in 2024 weer enige voorraadopbouw en bijbehorende productiegroei optreden. Dit zal naar verwachting nog wel een aantal maanden op zich laten wachten. Voordat er meer geproduceerd kan worden, zijn er meer grondstoffen en halffabricaten nodig. De materiaalinkoop neemt echter al vijftien maanden af en een kentering is nog niet zichtbaar.