About Food for Skin
- Founders: Angela Ursem en Cathy Ursem
- Founded in: 2020
- Employees: 3
- Money raised: -
- Ultimate goal: de cosmetica-industrie 100% natuurlijk en duurzaam maken
Reststromen worden vaak weggegooid en veel verzorgingsproducten zijn niet volledig natuurlijk: twee dingen waar de zussen Angela en Cathy Ursem verandering in wilden brengen. Ze brachten een huidverzorgingslijn op de markt gemaakt van plantaardige ingrediënten, zoals tomatenrestjes, avocado-olie en sheaboter. De twee willen dat de cosmetica-industrie gaat inzien dat er geen vervuilende grondstoffen nodig zijn om goede verzorgingsproducten te maken. Met Cathy’s achtergrond als schoonheidsspecialist en Angela’s ervaring als marketingmanager bij onder andere Tony’s Chocolony startten de twee in 2020 hun onderneming. In deze aflevering van Start-up of the day vertelt Angela meer over start-up Food for Skin.
Wat doet Food for Skin?
“Wij ontwikkelen en verkopen huidverzorgingsproducten die 100 procent natuurlijk zijn. Alle ingrediënten zijn dus uit de natuur afkomstig. Hierin maken we geen onderscheid tussen producten voor mannen en vrouwen: alles is genderneutraal. We verkopen vier producten: een dag- en nachtcrème, zonnebrand, serum en een reinigingsproduct. Sommige producten hebben een licht geurtje wat doet denken aan kruiden, anderen zijn juist neutraal zodat het voor alle huidsoorten toepasbaar is. In totaal bevat een product van ons zo’n 22 ingrediënten die allemaal vegan zijn.”
Hoe kwam jullie assortiment tot stand?
“We hebben heel bewust gekozen voor een klein assortiment omdat we geloven dat minder kopen beter is voor de wereld. We willen hele goede producten maken in plaats van zoveel mogelijk. We produceren grotendeels biologisch en proberen zoveel mogelijk reststromen uit voedsel te gebruiken. Zo is de crème bijvoorbeeld voor 70 procent gemaakt van ingrediënten die verkregen zijn uit tomatenpitjes en tomatenschillen uit een Italiaanse pastafabriek. We werken samen met een cosmetisch laboratorium die de reststromen voor ons verwerkt tot bruikbaar product. Op dit moment bestaan onze producten voor zo’n 25 procent uit reststromen. De overige 75 procent bestaat uit ‘nieuwe’ producten. In de toekomst hopen we het percentage reststromen te verhogen.”
Hoe kwamen jullie op het idee voor Food for Skin?
“We vragen te veel van de aarde en dat vind ik heel erg. Mijn kinderen zijn nu 15 en 17 jaar en ik wil dat zij een goede toekomst hebben. Ik was in mijn privéleven daarom erg bewust bezig met duurzamer leven. Toen ik me ging verdiepen in wat er allemaal in mijn badkamer stond, besefte ik me dat ik bijna een scheikundige moest zijn om te weten wat ik op mijn huid smeer en waar mijn producten van gemaakt zijn. Wat een moeilijke verwoordingen! Dat moest duidelijker en transparanter. Vanuit die frustratie begon ik hier een gesprek over met mijn zus. Zij was op dat moment bezig met een opleiding over hoe je je eigen huidverzorging ontwikkelt. We kwamen op een idee: waarom gaan we geen eigen producten op de markt brengen die helemaal natuurlijk zijn en waarvan iedereen snapt wat er in zit?”
En hoe ging dat verder?
“In de avonduren gingen we aan de slag met de ontwikkeling van onze producten, samen met een cosmetisch wetenschapper. Toen de producten uiteindelijk werden goedgekeurd, ontstond corona. Dat was het moment waarop we dachten: we moeten nu iets doen. De wereld staat op zijn kop en dit is ons teken dat we iets moeten veranderen in de wereld. We hebben meteen onze banen opgezegd. Vooral financieel was dat spannend, maar verder had ik er niet zoveel moeite mee. Ik ben een persoon die makkelijk risico’s neemt. We gaven onszelf een jaar de tijd om te kijken of er voldoende potentie zit in ons bedrijf. Inmiddels bestaan we alweer 2,5 jaar.”
Jullie focussen erg op transparantie. Waarom?
“We vinden het belangrijk om de nadruk te leggen op specifieke percentages en bestanddelen zodat er geen onduidelijkheid ontstaat bij de consument over het product. Een term zoals ‘ecofriendly’, wat je wel eens op verzorgingsproducten ziet staan, zegt namelijk niet zoveel: als 1 procent van de ingrediënten natuurlijk is, mag je dat al op de verpakking zetten. Terwijl er dan vaak nog veel microplastics in zitten die uiteindelijk in de natuur belanden, bijvoorbeeld wanneer je gaat douchen en je shampoo uitspoelt via het doucheputje. Wij vinden het heel belangrijk om die transparantie te verschaffen aan de klant naast dat we producten verkopen.”
Huidverzorgingsproducten gemaakt van groente: is dat wel goed voor je huid?
“Dat is een vraag die we vaker krijgen. En ik snap wel waarom, want er is een internationale schrijfwijze die aangehouden moet worden voor ingrediëntenlijsten van verzorgingsproducten. Cosmeticaproducenten moeten Latijnse namen gebruiken omdat het internationaal gezien op die manier het meest duidelijk zou zijn wat er in een product verwerkt zit. In de praktijk weten veel mensen juist niet wat die Latijnse woorden betekenen en dat zorgt voor verwarring. Wij moeten ons ook aan die regels houden, maar we proberen wel te communiceren wat er precies in ons product verwerkt zit.”
Kan je een voorbeeld noemen van zo’n Latijns woord?
“Eén van de meest voorkomende ingrediënten in huidverzorgingsproducten is lycopeen: een ingrediënt wat afkomstig is uit tomaten en ander rood fruit. Het is een antioxidant dat beschermt tegen huidveroudering. Een crème maken van bestanddelen van tomaat zoals wij dat doen is dus helemaal niet zo’n gek idee.”
Hoe worden de producten getest?
“Het duurt anderhalf tot twee jaar voordat we een nieuw product op de markt kunnen brengen. Zes maanden daarvan brengt het door in een onafhankelijk laboratorium. Hier wordt het getest op houdbaarheid, bacteriën en veiligheid. Ook wordt het product geregistreerd bij het cosmeticaregister van de overheid en wordt het eerst uitgebreid getest bij ons testpanel van dertig personen.”
Wat willen jullie nog bereiken?
“Ons bedrijf zit nu alleen nog in Nederland, maar we willen uiteindelijk uitbreiden naar heel Europa. We willen qua duurzaamheid steeds een stapje voor zijn op andere bedrijven zodat wij uiteindelijk voorop lopen en grote cosmeticabedrijven kunnen laten zien hoe het wél moet. Ook willen we een hoger percentage reststromen gaan gebruiken en de consument bewuster maken van wat hij koopt en gebruikt. Er bestaan nog veel misverstanden waardoor velen zich nu afvragen of een verzorgingsproduct van groente wel echt beter is dan een chemisch product.”