Voor huisarts en tropenarts Niek Versteegde is het onaanvaardbaar dat elk jaar miljoenen mensen sterven aan aandoeningen die gemakkelijk te behandelen zijn. Daar wil hij verandering in brengen. Hij deelde ruim een jaar geleden zijn droom met onder anderen medisch productontwerper Bart Bierling. Dat was het begin van GOAL 3, een start-up, verbonden aan de Technische Universiteit Eindhoven.
Dagelijkse zorg
Er sterven onnodig veel baby’s aan ziekten zoals uitdroging, longontsteking en bloedvergiftiging in Afrikaanse ziekenhuizen, zegt Versteegde. “Als je de symptomen van die ziekten vroeg herkent, zijn ze goed te behandelen.” Verpleegkundigen en artsen in Afrika, beschikken echter niet over de apparaten om bijvoorbeeld de hartslag en bloeddruk van een baby continu te monitoren. Ook is er vaak maar een verpleegkundige die de verantwoordelijkheid heeft over dertig baby’s. De dagelijkse zorg gaat dan voor. GOAL 3 ontwikkelde een robuuste en eenvoudig te gebruiken slimme monitor waarmee de verpleegkundige via een tablet wel de baby’s in de gaten kan houden.
Vorige week presenteerden verschillende teamleden, tijdens een online event, hun verhaal van de reis die GOAL 3 tot nu toe maakte en de toekomstplannen. .
Fonds
Tropenarts en mede-oprichter Versteegde zag tien jaar geleden voor het eerst met eigen ogen hoe hectisch het er in een Tanzaniaans ziekenhuis aan toe gaat. Hij was er voor zijn opleiding tot huisarts en zag hoe weinig middelen er zijn om de juiste zorg te kunnen geven. Hij zag kinderen onnodig sterven. Het raakte hem zo dat hij bij thuiskomst, besloot met vrienden een fonds op te richten om het ziekenhuis waar hij toen stage liep te ondersteunen. Ook specialiseerde hij zich tot tropenarts en internationale gezondheidszorg.
Met een goede dosis kennis meer en aardig wat opgehaald geld, keerde Versteegde in 2015 terug naar Afrika. Zes maanden bleef hij er. Een mooie maar ook moeilijke tijd, zegt hij. Weg van zijn vrouw. Hij werkte hard en constant onder enorme druk. “Als je er niet geweest bent, kun je je moeilijk voorstellen hoe lastig het is om voor dertig baby’s tegelijk te zorgen.” Geëmotioneerd vertelt hij over zijn naamgenoot, Niek Mandela. Een te vroeg geboren jongetje, zoon van een familielid van een van de verpleegsters in het ziekenhuis.
Baken van hoop
Versteegde ging elke dag bij hem langs en er was frequent sms-contact met de ouders over hoe het met de jongen ging. Dat de jongen het redde, betekent veel voor Versteegde, laat hij weten. “Ik vertel dit verhaal vaak. Wat ik er niet altijd bij zeg, is hoe moeilijk die periode voor mij was. Ik was daar zonder mijn vrouw en ik was overwerkt. Dat jongetje was als een baken van hoop voor me.”
Na die zes maanden ging Versteegde weer terug naar Nederland, maar zijn missie bleef. Hij ontmoette Bart Bierling, die gestart was met een project om patiënten in Afrika te kunnen monitoren. In een eerder interview met IO zegt de Versteegde dat die ontmoeting de basis was voor GOAL 3. De start-up is vernoemd naar het derde duurzaamheidsdoel van de Verenigde Naties: gezondheidszorg voor iedereen. De oprichters willen verpleegkundigen en artsen in ontwikkelingslanden helpen aan de juiste en betaalbare medische middelen. “Want die ontbreken vooral”, zegt Versteegde.
Algoritme
Er kwam een monitor. Dat vitale parameters zoals hartslag en ademhaling kan meten. De monitor sluist de gemeten gegevens door naar een tablet. Zo heeft de verpleging overzicht over alle baby’s op een afdeling. Uiteindelijk is het doel ook dat een algoritme helpt signalen van ernstige ziekten te herkennen, zoals bloedvergiftiging. Want hoe eerder je in actie komt bij die ziekte, hoe groter de kans op overleven, zegt Versteegde.
Versteegde vond meer medestrijders voor wereldwijde toegang tot gezondheidszorg. De start-up is sinds vorig jaar van vijf man sterk, gegroeid naar tien teamleden. En niet alleen als start-up ook het netwerk groeit. Zo sloot ook Job Calis, kinderarts van het Amsterdam UMC. Met Calis vertrok Bierling afgelopen maand voor twee weken naar een ziekenhuis in Malawi. Om het eerste prototype, Impala 1.0, te testen. In januari reist Bierling weer af naar datzelfde ziekenhuis voor een pilot van zes maanden.
Bierling: “De meeste monitors werken niet in een omgeving zoals Tanzania oof Malawi. Daar is vaak onvoldoende stroom en het onderhoud is er moeilijk. Je hebt niet zomaar reserveonderdelen of een monteur in de buurt. Het moet echt tegen een stootje kunnen en lang meegaan.” Verschillende robuuste sensoren op het lichaam meten hartslag, zuurstofopname en bloeddruk. Een plastic folie met daarin sensoren gaat onder het matras. “Zo meten we zonder contact te maken met het lichaam de hartslag en ademhaling”, zegt Bierling. “Dat folie kan zo’n twee jaar blijven liggen.”
Crowdfunding
Met de resultaten uit de eerste pilot, maakt de start-up een tweede prototype. Hiervoor start voor kerst een crowdfunding, zegt Jelle Schuitemaker, chief operating officer van GOAL 3. Schuitemaker ontwikkelde het verdienmodel voor de start-up. Hij onderzocht de markt en de juiste manier die te benaderen.
GOAL 3 richt zich op middelgrote Afrikaanse ziekenhuizen die net genoeg financiële middelen hebben om zo’n monitor aan te schaffen en de ruimte hebben er mee te werken. “We willen richten op een prijs van 1 dollar per dag voor een patiëntenmonitor. Er is een meerjarenplan waarin we in 2027 op een break even punt hopen te komen. We gaan nu testen in een Malawiaans ziekenhuis. In de komende jaren willen we de eerste systemen daar draaiende hebben.” Daarna wil Schuitemaker uitbreiden naar andere ziekenhuizen. Om uiteindelijk samen met Afrikaanse ondernemers het systeem ook in andere landen te gaan uitzetten.
Het online event was bedoeld om te onderstrepen dat de exploratiefase voorbij is, zegt Schuitemaker. “We gaan nu testen of het werkt. En we zoeken de middelen om dat zo snel en zo goed mogelijk te doen.” Voor Versteegde is het event “een uitnodiging aan iedereen in de wereld om ons te vergezellen”. “Want”, zo zegt hij, “Als je snel wilt gaan, ga dan alleen. Als je ver wilt komen, ga dan samen.”
Het event is deze week in zijn geheel nog te zien via het YouTube-kanaal. Daarna komt het in delen terug op de website en het YouTube-kanaal.